ECLI:NL:RBSGR:1999:AA5357
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.J. van Uchelen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie met betrekking tot een Bosnische vluchteling
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 augustus 1999 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening en een bezwaar tegen de afwijzing van een asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie. Verzoekster, een Bosnische vrouw, had op 4 november 1997 aanvragen ingediend voor toelating als vluchteling en voor een vergunning tot verblijf. De aanvragen werden op 24 september 1998 afgewezen, waarna verzoekster op 1 december 1998 bezwaar maakte. De rechtbank oordeelde dat de bekendmaking van de afwijzing op de juiste wijze had plaatsgevonden en dat het bezwaar niet tijdig was ingediend. De rechtbank concludeerde dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat zij gegronde redenen had om te vrezen voor vervolging in haar land van herkomst. De president van de rechtbank oordeelde dat de asielaanvraag van verzoekster geen aanknopingspunten bood voor het oordeel dat zij als vluchteling diende te worden aangemerkt. De rechtbank wees het verzoek om voorlopige voorziening af en verklaarde het bezwaar ongegrond. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. W.P.M. Elderman, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.