ECLI:NL:RBSGR:1998:AA6560
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Mondeling
- E.L. Grosheide
- J. Kroon
- Rechtspraak.nl
Inname paspoort verzoeker in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om de inname van het paspoort van verzoeker, A, geboren in 1969 en van Marokkaanse nationaliteit, door de korpschef van de regiopolitie te Rotterdam-Rijnmond op 10 september 1998. Verzoeker was ten tijde van de inname in Nederland toegestaan te verblijven, omdat hij een aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend. Verzoeker heeft op 15 oktober 1998 administratief beroep ingesteld tegen de inname van zijn paspoort, maar de president van de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet-ontvankelijk is omdat de wettelijke termijn voor het indienen van bezwaar is overschreden. De president stelt vast dat de inname van het paspoort een handeling is die vatbaar is voor bezwaar en dat de termijn voor het indienen van een bezwaar- of administratief beroepschrift vier weken bedraagt. Aangezien verzoeker op 10 september 1998 kennis heeft gekregen van de inname en pas op 15 oktober 1998 beroep heeft ingesteld, is de termijn overschreden. De president wijst erop dat het ontbreken van een rechtsmiddelenclausule op het ontvangstbewijs niet automatisch leidt tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. Verzoeker had contact met een rechtshulpverlener en had tijdig moeten weten binnen welke termijn hij een rechtsmiddel moest aanwenden. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard en ontbeert het verzoek om een voorlopige voorziening een connexe bodemprocedure. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.