ECLI:NL:RBSGR:1986:AZ6052
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kootte
- A. Mulder
- J. Kok
- Rechtspraak.nl
Doodslag en valsheid in geschrifte in een strafzaak tegen een bejaardenverzorgster
Op 9 december 1986 heeft de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], die als bejaardenverzorgster werkte. De verdachte werd beschuldigd van doodslag op een oude vrouw, genaamd [slachtoffer], en van valsheid in geschrifte. De feiten vonden plaats op 22 augustus 1986, toen de verdachte, in geldnood, besloot om geld te stelen van [slachtoffer]. Tijdens deze poging kwam het tot een fatale confrontatie waarbij de verdachte de vrouw om het leven bracht door strangulatie met een elektriciteitssnoer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk geweld had gebruikt, wat leidde tot de dood van [slachtoffer].
De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van zes jaar, terwijl de raadsman van de verdachte vrijspraak bepleitte, stellende dat het bewijs onrechtmatig was verkregen. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd. De rechtbank achtte de doodslag wettig en overtuigend bewezen, evenals het gebruik van valsche kascheques, die de verdachte had ingevuld en gepresenteerd als ware ze echt. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes jaar op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
De rechtbank benadrukte de ernst van het misdrijf, vooral gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de vertrouwensrelatie die de verdachte had als verzorgster. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de rechtbank de vrijspraak voor een ander feit, dat niet wettig en overtuigend bewezen was, ook meedeelde. De zaak is van belang vanwege de juridische overwegingen omtrent de bewijsvoering en de toepassing van strafrechtelijke beginselen.