In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen RCI Financial Services B.V. en een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats. De eiser, RCI, had een financiële leaseovereenkomst gesloten met de gedaagde voor een Nissan Qashqai. De gedaagde had een achterstand in de betaling van de leasetermijnen van € 8.781,75 en had de auto niet ingeleverd na ontbinding van de overeenkomst door RCI. RCI vorderde de afgifte van de auto en de betaling van proceskosten. De gedaagde voerde aan dat hij de betaling had opgeschort vanwege een niet terugbetaald bedrag van € 200,00, maar de kantonrechter oordeelde dat hij geen recht had op opschorting. De rechter oordeelde dat de gedaagde de auto moest afgeven en dat hij de proceskosten moest betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.