ECLI:NL:RBROT:2025:9900

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
10-121317-25
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van diefstal met geweld en poging tot afpersing

Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1994 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van diefstal met geweld, het voorhanden hebben van een nabootsing van een vuurwapen en poging tot afpersing. De feiten vonden plaats op 5 en 10 april 2025 in Rotterdam. De verdachte heeft samen met een medeverdachte een winkeloverval gepleegd op Zeeman, waarbij medewerkers met een nepvuurwapen zijn bedreigd en geld is weggenomen. Bij een poging tot overval op Domino's Pizza heeft hij een medewerker gedwongen om geld af te geven, ook met dreiging van geweld. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 42 maanden opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De verdachte heeft spijt betuigd en is verslaafd aan drugs, wat heeft bijgedragen aan zijn daden. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €120,- toegewezen aan de benadeelde partij, die schade heeft geleden door de poging tot overval.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-121317-25
Datum uitspraak: 16 juli 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres]
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in:
[detentieadres],
raadsman mr. M. Sculic, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 juli 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.H. Balk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op
of omstreeks5 april 2025 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
enig geldbedrag
, in elk geval enig goed,dat
/die geheel of ten deleaan Zeeman
, in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan
,envergezeld
en/ of gevolgdvan geweld en
/ of
bedreiging met geweld tegen [naam 1] en
/of[naam 2], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken
, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij
de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
-
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp te tonen aan
die [naam 1] en
/ofdie [naam 2] en
/of
- die [naam 2] vast te pakken en
/of (vervolgens
)naar de kassa te duwen en
/of
- die [naam 1] en /of die [naam 2] de woorden toe te voegen:
"Snel snel en anders
ga ik schieten" en/of"Geef de kassa, anders ga ik schieten";
2
hij op
of omstreeks5 april 2025 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen
een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie,
te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp
dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en
/of
dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt
was,
namelijk een nabootsing van een pistool, te weten een Taurus (model GX4XL)
voorhanden heeft gehad;
3
hij op
of omstreeks10 april 2025 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich
of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en
/ ofbedreiging met geweld
[naam 3] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag
, in elk geval enig goed,
dat
/die geheel of ten deleaan Domino's Pizza
, in elk geval aan die Domino's Pizza
en/of een derdetoebehoorde
(n)
- die [naam 3] in de hals heeft vastgepakt en
/ of
-
een pistool, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp in
/tegende nek
van die [naam 3] heeft geduwd en
/of
- die [naam 3]
(vervolgens
)meermalen de woorden heeft toegevoegd: "Dit is een
overval en geef me doekoe" en
/of
- die [naam 3]
tegen/naar de grond heeft geduwd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze cursief in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2: medeplegen van handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 3: poging tot afpersing.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeloverval en aan een poging daartoe. Bij de overval op de Zeeman heeft de verdachte samen met een medeverdachte de medewerkers van de winkel bedreigd met een nabootsing van een pistool en hen gedwongen om de kassa te openen, waarna hij geld uit de kassa heeft weggenomen en is weggerend. Bij de poging tot overval op de Domino’s Pizza heeft hij een medewerker bedreigd en naar de grond geduwd, terwijl hij een nabootsing van een pistool in zijn nek duwde. Toen bleek dat in de winkel geen contact geld aanwezig was, is de verdachte weggerend. Dit betreffen zeer ernstige strafbare feiten.
Het handelen van de verdachte en zijn medeverdachte moet voor de slachtoffers een traumatische ervaring zijn geweest. Het is bekend dat slachtoffers van dergelijke misdrijven nog lange tijd de gevolgen daarvan kunnen ondervinden. Dat blijkt ook uit de op zitting voorgelezen verklaring van een van de slachtoffers. De verdachte was verslaafd, had geld nodig voor verdovende middelen en heeft daarom de feiten gepleegd. Hij heeft hij niet nagedacht over de gevolgen van zijn handelen en de impact hiervan op de slachtoffers. Dergelijke feiten zorgen voor gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving. De rechtbank rekent de verdachte dit zeer aan.
De rechtbank houdt in strafmatigende zin rekening met het feit dat de verdachte openheid van zaken heeft gegeven en dat hij tijdens de zitting meermaals zijn schaamte en spijt heeft betuigd aan het aanwezige slachtoffer, wat op de rechtbank oprecht overkwam en blijk geeft van de door hem gevoelde verantwoordelijkheid.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het strafblad van de verdachte van 11 juni 2025 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Stichting Verslavingsreclassering GGZ (hierna: de reclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 8 juli 2025. Dit rapport houdt onder meer in dat de verdachte kampt met ADHD en reeds op jonge leeftijd startte met drugsgebruik. Hij is afgegleden als gevolg van ernstige middelenverslaving. Daarnaast zijn er problemen op het vlak van impulsiviteit en agressieregulatie. De reclassering gaat uit van een hoog risico op recidive en een gemiddeld risico op geweld. Zowel de reclassering als de verdachte vinden een intensief langdurig (klinisch) behandeltraject noodzakelijk. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden, omdat het opleggen daarvan niet in evenredigheid staat tot de ernst van de door hem gepleegde feiten. Daarnaast heeft de verdachte in het verleden niet meegewerkt aan opgelegde bijzondere voorwaarden. De reclassering adviseert daarom de behandeling van de verdachte vorm te geven binnen het kader van een eventuele vervroegde invrijheidstelling. De verdachte kan, indien gewenst, in voorbereiding hierop al gedurende zijn detentie gaan deelnemen aan gedragsinterventies.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf van 42 maanden straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij], ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 120,- aan materiële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
De benadeelde partij vordert vergoeding van het niet door zijn zorgverzekeraar vergoede deel van de factuur van een hypnotherapeut. Die heeft hij bezocht na de poging tot overval op de Domino’s Pizza, met het oog op de verwerking daarvan. Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en door de verdachte niet is betwist, zal de vordering worden toegewezen.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 120,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2025. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikelen 36f, 45, 47, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de [benadeelde partij], te betalen een bedrag van
€ 120,- (zegge: honderdtwintig euro ), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 april 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 120,- (zegge: honderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 120,- (zegge: honderdtwintig euro) niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
twee (2) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Oord, voorzitter,
en mrs. M.J.M. Van Beckhoven en H.J. de Kraker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Voorwinden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 5 april 2025 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Zeeman, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam 1] en/of [naam 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te tonen aan die [naam 1] en/of die [naam 2] en/of
- die Ufir-Zielinksa vast te pakken en/of (vervolgens) naar de kassa te duwen en/of
- die [naam 1] en/of die [naam 2] de woorden toe te voegen: ''Snel snel en anders ga ik schieten'' en/of ''Geef de kassa, anders ga ik schieten'';
2
hij op of omstreeks 5 april 2025 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie,
te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was,
namelijk een nabootsing van een pistool, te weten een Taurus (model GX4XL)
voorhanden heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 10 april 2025 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam 3] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Domino's Pizza, in elk geval aan die Domino’s Pizza en/of een derde toebehoorde(n)
- die [naam 3] in de hals heeft vastgepakt en/of
- een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in/tegen de nek van die [naam 3] heeft geduwd en/of
- die [naam 3] (vervolgens) meermalen de woorden heeft toegevoegd: ''Dit is een overval en geef me doekoe'' en/of
- die [naam 3] tegen/naar de grond heeft geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.