ECLI:NL:RBROT:2025:9822
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontbinding en ontruiming huurcontract wegens huurachterstand in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Duinweide Woningen 2 B.V. en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, Duinweide, heeft verzocht om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van acht maanden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van spoed, waardoor de eis in kort geding toewijsbaar is. De rechter heeft geoordeeld dat het aannemelijk is dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden, en heeft de gedaagde veroordeeld om het gehuurde te ontruimen.
De kantonrechter heeft ook gekeken naar de gevorderde rente over toekomstige huurpenningen en de gevorderde dwangsom. De gevorderde rente is afgewezen omdat er ten tijde van de mondelinge behandeling nog geen sprake was van opeisbaarheid en verzuim. De gevorderde dwangsom is eveneens afgewezen, omdat Duinweide zelf een gedwongen ontruiming kan laten uitvoeren zonder dat er extra prikkels nodig zijn voor de gedaagde.
De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, die ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft de kosten begroot op € 1.341,21, inclusief wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De beslissing omvat onder andere de veroordeling tot ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten.