Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een dwangakkoord, ingediend door verzoekster, die kampt met een aanzienlijke schuldenlast. Verzoekster heeft veertien schuldeisers, waarvan één preferente en dertien concurrente, met een totale vordering van € 81.354,13. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden, bestaande uit een saneringskrediet zonder afloscapaciteit, wat resulteert in een nulaanbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat dertien van de veertien schuldeisers instemden met de regeling, met uitzondering van Kinderopvang het Steigertje, die een vordering van € 3.236,78 heeft en weigerde in te stemmen.
Tijdens de zitting op 12 juni 2025 is de weigerende schuldeiser niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster, die onder behandeling is voor psychische problemen en geen betaald werk heeft, afgewogen tegen de belangen van Kinderopvang het Steigertje. De rechtbank concludeert dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoekster kan bieden, gezien haar huidige financiële situatie en de verwachting dat haar inkomenspositie op korte termijn niet zal veranderen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van verzoekster en de andere schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van Kinderopvang het Steigertje. Daarom is het verzoek om Kinderopvang het Steigertje te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Kinderopvang het Steigertje is veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. De rechtbank heeft tevens bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en heeft het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.