ECLI:NL:RBROT:2025:9734
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in bestuursrechtelijke procedures betreffende de Subsidieregeling coronabanen in de zorg
Op 11 augustus 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het verzoek van mr. C.A. Geleijnse, rechter in de rechtbank Rotterdam, om zich te mogen verschonen in een aantal beroepsprocedures. Deze procedures zijn gerelateerd aan besluiten van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van de Subsidieregeling coronabanen in de zorg, met de zaaknummers ROT 23/7520, ROT 23/7521, ROT 24/8810, ROT 24/8799, ROT 24/4625, ROT 24/4750, ROT 24/9187 en ROT 24/9461. De rechter heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij tot en met oktober 2021 werkzaam is geweest als advocaat en dat er een afspraak was gemaakt dat hij gedurende vijf jaar na zijn uitdiensttreding geen zaken zou behandelen waarin advocaten van zijn oude kantoor optreden. Deze termijn verstrijkt in november 2026. Aangezien een advocaat van zijn oude kantoor als vertegenwoordiger van de minister optreedt in de beroepsprocedures, heeft de rechter verzocht om verschoning om elke schijn van vooringenomenheid te voorkomen.
De rechtbank heeft het verzoek om verschoning beoordeeld en vastgesteld dat, hoewel een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. De rechtbank concludeert dat de aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het verzoek om verschoning, een zwaarwegende aanwijzing opleveren dat de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd is. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van mr. C.A. Geleijnse toegewezen, waardoor hij zich mag verschonen van de verdere behandeling van de genoemde bestuursrechtelijke procedures.