ECLI:NL:RBROT:2025:9721

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
10-260315-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en wijziging van contactverbod in strafzaak

Op 21 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde R. Koenders, die eerder ter beschikking was gesteld vanwege ontucht met zijn minderjarige dochter en het vervaardigen en bezitten van kinderpornografie. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, op basis van adviezen van de reclassering en psycholoog, die beiden de noodzaak van verlenging onderstreepten. De ter beschikking gestelde heeft vooruitgang geboekt in zijn behandeling, maar er zijn nog belangrijke stappen nodig om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft ook de voorwaarden van het contactverbod gewijzigd, zodat er ruimte is voor professionele begeleiding in de omgang met zijn kinderen. De beslissing is genomen na een openbare zitting waar de officier van justitie, de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De rechtbank benadrukt dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de ter beschikking gestelde voorop staan in deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-260315-21
Datum uitspraak: 21 juli 2025
Beslissingvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde](hierna ook: de ter beschikking gestelde)
,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1987,
verblijvende in [naam instelling] (de instelling),
raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat te ’s-Gravenhage.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 15 november 2022 is de terbeschikkingstelling van
R. Koenders gelast; daarbij zijn voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van het plegen van ontucht met zijn minderjarige dochter, het vervaardigen van kinderpornografie en het bezitten en verspreiden van kinderpornografie, terwijl hij hiervan een gewoonte heeft gemaakt. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 25 juli 2023.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 28 mei 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 21 juli 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J. Uiterwijk, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de deskundige [naam 1], werkzaam als taakspecialist terbeschikkingstelling bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.
Daarnaast is [naam 2] als moeder van het minderjarige slachtoffer [slachtoffer 1] in de gelegenheid gesteld om het woord te voeren over de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken.

3.Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport van 28 april 2025 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. De ter beschikking gestelde is op 25 juli 2023 opgenomen in de afdeling voor kortdurende klinische behandeling van de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht. Hij heeft inmiddels de verplichte behandelmodules afgerond en het behandelteam is positief over zijn inzet en inmiddels verworven inzichten. Het is echter nog niet duidelijk of dit voldoende beschermend is om recidive te voorkomen en welke andere beschermende structuren er nodig zijn. Daarnaast heeft de ter beschikking gestelde tweemaal de regels van de kliniek overtreden, waardoor zijn onbegeleid verlof gedurende enige tijd is ingetrokken. Sinds april 2025 gaat hij weer met onbegeleid verlof. De ter beschikking gestelde moet nog transmuraal gaan wonen en verder resocialiseren buiten de kliniek met ambulante behandeling. De reclassering verwacht dat dit nog de nodige tijd gaat duren, zodat een verlenging van de maatregel met twee jaar noodzakelijk is.
Daarnaast verzoekt de reclassering de voorwaarde betreffende het contactverbod qua formulering te wijzigen, zodat de mogelijkheid wordt geboden om hierbij een professionele hulpverlener in te schakelen mocht dat nodig zijn.
Advies psycholoog
Psycholoog [naam 3] adviseert in het rapport, gedateerd 28 maart 2025, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Zij is het eens met het door de reclassering voorgestelde traject waarin, na verdere klinische behandeling op het gebied van de persoonlijkheid en seksualiteit, stapsgewijs aan resocialisatie kan worden gewerkt.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een (ongespecificeerde) parafiele stoornis en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline trekken.
De psycholoog is van oordeel dat deze stoornissen met elkaar verweven zijn. Hoewel de ter beschikking gestelde geprofiteerd heeft van de behandeling, zijn er op het gebied van seksualiteit nog wel enige zorgen vanuit de kliniek die de psycholoog onderschrijft.
Binnen de huidige context van toezicht en controle is sprake van een matig risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag. In een situatie met minder toezicht bestaat opnieuw de kans dat de ter beschikking gestelde gepreoccupeerd raakt met seks en dit zal gebruiken om spanningen te reguleren die voortvloeien uit zijn persoonlijkheidsproblematiek. Hierdoor bestaat de kans dat grenzen vervagen en opnieuw sprake zal zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
In de komende periode zal moeten blijken of de ter beschikking gestelde ook buiten de kliniek in staat is om de geleerde vaardigheden toe te passen en zich adequaat te verhouden tot zijn ex-partner en kinderen, in het bijzonder zijn dochter. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat een dergelijk traject binnen de duur van een jaar afgerond zal zijn.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [naam 1] heeft het advies van de reclassering op de zitting toegelicht. Hij heeft onder meer verklaard – zakelijk weergegeven – dat de ter beschikking gestelde binnen de kliniek goede stappen heeft gezet in de behandeling, maar nog niet klaar is om beschermd te gaan wonen. Beoordeeld moet worden hoe de ter beschikking gestelde buiten de kliniek kan omgaan met nieuwe situaties, aangezien de risico-inschatting hiervan afhankelijk is. De ter beschikking gestelde moet laten zien dat hij niet alleen in gesprekken openheid van zaken kan geven, maar ook dat hij feitelijk andere keuzes kan maken.
Voorts is het advies om de voorwaarde betreffende het contactverbod, zoals geformuleerd in het vonnis te wijzigen en daaraan de volgende zinsnede toe te voegen: “
dit voor zolang als het professionele netwerk dit nodig acht”. Daarmee wordt afgeweken van een eerder tekstvoorstel in het verlengingsadvies van 28 mei 2025. Het doel van deze wijziging is om een gespecialiseerde partij met expertise op het gebied van omgangsregelingen en zorg voor kwetsbare kinderen bij de besluitvorming hierover te kunnen betrekken, wanneer dit in de toekomst nodig blijkt.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd de voorwaarde ten aanzien van het contactverbod te wijzigen zoals door de reclassering is verzocht.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben zich met betrekking tot de verlengingsvordering en het verzoek tot aanpassing van de gestelde voorwaarde, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de reclassering, de psycholoog en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De ter beschikking gestelde heeft de afgelopen periode vooruitgang geboekt in zijn behandeling. Er moeten echter nog belangrijke stappen gezet worden om de behaalde resultaten te consolideren en buiten de kliniek in praktijk te brengen, om te voorkomen dat opnieuw seksueel grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt. De komende periode ligt de focus op het verder vormgeven van de behandeling en het stapsgewijs resocialiseren buiten de kliniek. Naar verwachting zal dit proces meer dan één jaar duren, zodat de maatregel met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank zal daarnaast de voorwaarde betreffende het contactverbod wijzigen zoals voorgesteld door de reclassering. De overige voorwaarden blijven onverminderd van kracht.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaren;
wijzigtde eerder gestelde voorwaarde ten aanzien van het contactverbod, zoals geformuleerd in het vonnis van deze rechtbank van 15 november 2022, zodat de voorwaarden nu luiden:
  • de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- de ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn
- identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
- de ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- de ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken;
- de ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- de ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- de ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
  • de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
  • de ter beschikking gestelde wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ
afgegeven indicatiestelling zich te laten opnemen binnen een instelling zulks ter
beoordeling van het DIZ, waarbij de ter beschikking gestelde zich zal houden aan de
aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
- de ter beschikking gestelde zal zich niet begeven in besloten ruimten waar zich
minderjarigen bevinden zonder toezicht van een volwassene en hij zal geen
minderjarigen ontvangen in zijn woning of begeleidde/beschermde woonvorm;
  • de ter beschikking gestelde laat zich aansluitend op de klinische behandeling behandelen door een ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend op de klinische behandeling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
  • de ter beschikking gestelde geeft openheid over zijn internetgedragingen en onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
- gedragingen die gericht zijn op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedragingen die gericht zijn op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen kan worden gecommuniceerd;
de ter beschikking gestelde verleent, indien de reclassering dit nodig acht, voor het
toezicht op de naleving van deze voorwaarde de reclassering toegang tot zijn
computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd, waarbij de reclassering zich bij dit toezicht kan laten bijstaan door iemand van buiten de reclassering indien de expertise van de reclassering op het gebied van ICT niet voldoende is voor de uitoefening van het toezicht;
- De ter beschikking gestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 2], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 2013, en [slachtoffer 1], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 3] 2018, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Uitzondering hierop kan gemaakt worden wanneer het contact in het kader van een omgangsregeling betreft en/of het contact onder begeleiding van professionele hulpverlening kan plaatsvinden.
Dit, voor zolang als het professionele netwerk dit nodig acht.
Deze beslissing is genomen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mr. L. Stevens en mr. J. Langeveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.C. van Beek, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.