ECLI:NL:RBROT:2025:9713

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
10-660153-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met ernstige psychische stoornissen

Op 21 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van een ter beschikking gestelde, geboren in 1983, die sinds 28 juli 2021 onder terbeschikkingstelling staat na een veroordeling voor poging tot doodslag. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met twee jaar op basis van een vordering van het openbaar ministerie. De ter beschikking gestelde heeft een complexe psychische problematiek, waaronder een borderline persoonlijkheidsstoornis, PTSS en middelengebruik. De rechtbank heeft de adviezen van verschillende deskundigen in overweging genomen, die allen hebben geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen. De ter beschikking gestelde heeft positieve stappen gezet in zijn behandeling, maar het risico op gewelddadig gedrag blijft hoog. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de jongste rechter niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-660153-20
Datum uitspraak: 21 juli 2025
Beslissingvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde](hierna ook: de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedsatum] 1983,
verblijvende in [verblijfadres]
(de instelling),
raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 1 december 2020 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast; daarbij zijn voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 28 juli 2021.
Bij beslissing van deze rechtbank van 11 november 2022 heeft de rechtbank alsnog de verpleging van overheidswege gelast.
Bij beslissing van deze rechtbank van 12 september 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 28 mei 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 21 juli 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J. Uiterwijk, de ter beschikking gestelde (via een videoverbinding aanwezig), bijgestaan door zijn raadsman, en de deskundige [naam 1], werkzaam als behandelcoördinator en psycholoog bij de instelling (eveneens via een videoverbinding aanwezig), zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 8 mei 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken, een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en stoornissen in het gebruik van verschillende middelen (deels in remissie in gereguleerde omgeving). Sinds 3 oktober 2023 verblijft de ter beschikking gestelde bij de instelling, waar hij bij aanvang werd geplaatst op de afdeling [afdeling 1]. Op 2 januari 2025 is hij op eigen verzoek overgeplaatst naar afdeling [afdeling 2]. Dit lijkt, gelet op het individuele behandelmilieu en de sterk verminderde behandeldruk, beter aan te sluiten bij zijn problematiek. De afgelopen anderhalf jaar heeft de ter beschikking gestelde een start gemaakt met de behandeling van de risicofactoren en daar, met name het afgelopen half jaar, goede stappen in gezet. De progressie die hij heeft laten zien is echter nog pril en hij heeft nog steeds ondersteuning, duidelijkheid en nabijheid nodig. De verwachting is dat de ter beschikking gestelde zich bij toenemende spanningen en draaglast zelfstandig onvoldoende staande kan houden en terug zal vallen in middelengebruik, grensoverschrijdend gedrag en andersoortig vluchtgedrag (met mogelijk harddrugsgebruik als gevolg). Het risico op gewelddadig gedrag in geval van (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs-maatregel wordt ingeschat als hoog. Verder is er nog geen sprake van een begeleid verlofkader vanwege het gebruik van cannabis binnen de instelling.
De komende periode wordt samen met de ter beschikking getelde verder onderzocht welke ondersteuning nodig is om abstinent te blijven en ander ongewenst gedrag tegen te gaan. Aan de hand daarvan wordt beoordeeld wat nodig is om te kunnen starten met begeleid verlof. Dit is noodzakelijk om stappen richting resocialisatie te kunnen zetten en om zicht te krijgen op het uitstroomperspectief. De inschatting is dat dit traject nog ten minste twee jaar gaat duren.
Advies psychiater
Psychiater [naam 2] adviseert in het rapport van 28 april 2025 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. Zij komt ten aanzien van de diagnostiek en de beoordeling van het recidiverisico tot vergelijkbare conclusies als de instelling. De rapporteur deelt ook het standpunt dat de ter beschikking gestelde nog minimaal twee jaar klinische behandeling nodig binnen dit kader.
Advies psycholoog
GZ-psycholoog [naam 3] adviseert in het rapport van 5 mei 2025 eveneens om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Diagnostisch komt hij tot overeenkomstige conclusies als de andere deskundigen, met de kanttekening dat de PTSS die in 2016 gediagnosticeerd is naar zijn inzicht in langdurige remissie is. De kans op herhaling van soortgelijke feiten (en geweld in bredere zin) wordt bij het wegvallen van het dwangkader ingeschat als hoog. Het behandeltraject bevindt zich nog in een beginstadium, waardoor er nog geen verlofkader en geen substantieel en bestendig behandelresultaat is. Gelet hierop is het niet te verwachten dat over een jaar al een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aan de orde is.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [naam 1] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat het behandeltraject van de ter beschikking gestelde over het algemeen goed verloopt. Het gebruik van cannabis is nog een punt van aandacht en wordt gezien als (indirecte) risicofactor, omdat hiermee de drempel om harddrugs te gaan gebruiken wordt verlaagd. De instelling begrijpt dat de ter beschikking gestelde cannabis gebruikt om pijnklachten door reuma te verlichten, maar wil onderzoeken hoe hij op een andere manier in zijn klachten ondersteund kan worden. Bij de behandeling van zijn persoonlijkheidsproblematiek is noodzakelijk dat hij andere copingvaardigheden aanleert, zodat hij niet terugvalt in softdrugsgebruik. Momenteel gebruikt hij nog ongeveer één keer per maand. Verder is inmiddels begeleid verlof voor de ter beschikking gestelde aangevraagd. Naar verwachting kan hij binnen twee tot drie maanden met verlof. Gelet op zijn verleden, waarin hij zich heeft onttrokken aan het onbegeleid verlof, moet stapsgewijs bekeken worden wat verantwoord is. Als hij niet abstinent van middelen is, kan hij niet met verlof. Hoe vaak met verlof kan worden gegaan, is dus mede afhankelijk van de inzet van de ter beschikking gestelde.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen de gevorderde verlenging van de terbeschikkingstelling.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De ter beschikking gestelde heeft sinds zijn overplaatsing binnen de kliniek een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij stelt zich gemotiveerd op en zet zich in voor de behandeling. De behandeling bevindt zich echter nog in de beginfase en het risico op gewelddadig gedrag wordt, bij het wegvallen van een gedwongen kader, ingeschat als hoog. Op dit moment is nog geen sprake van een verlofkader. Gelet op de fase waarin de behandeling zich bevindt en de stappen die de ter beschikking gestelde nog moet doorlopen, is de rechtbank met de officier van justitie en de betrokken deskundigen van oordeel dat een verlenging van de maatregel met twee jaren nodig is.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaren.
Deze beslissing is genomen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mr. L. Stevens en mr. J. Langeveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.C. van Beek, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.