Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- [verzoeker] , verzoeker;
- [naam] , werkzaam bij Antes;
- de heer M.M. Draer en mevrouw M. van der Schee, schuldhulpverleners;
- de heer J.M. Guijt, beschermingsbewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) door de verzoeker. De verzoeker had op 26 juni 2025 een verzoekschrift ingediend, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De afwijzing is gebaseerd op het feit dat de verzoeker recentelijk in een schuldsaneringsregeling heeft gezeten, die op 23 april 2025 tussentijds is beëindigd vanwege herhaaldelijke tekortkomingen in het verstrekken van essentiële informatie aan de wsnp-bewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet te goeder trouw is geweest in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift, wat een vereiste is voor toewijzing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de aard en omvang van de vorderingen en het gedrag van de verzoeker met betrekking tot zijn schulden. Ondanks positieve ontwikkelingen, zoals de benoeming van een beschermingsbewindvoerder en behandeling voor psychische klachten, is er onvoldoende bewijs van een bestendige gedragsverandering. De rechtbank concludeert dat de verzoeker niet in staat is om zijn verplichtingen na te komen, wat leidt tot de afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.