Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
GEMEENTE ROTTERDAM,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 30 september 2024, met producties 1 tot en met 47;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 125;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Bertens Bouw B.V. een schoolgebouw gerealiseerd in opdracht van de gemeente Rotterdam. Er ontstond een geschil over de financiële afwikkeling van het project, waarbij Bertens een bedrag van € 921.516,77 vorderde, vermeerderd met rente en kosten. De gemeente betwistte deze vordering en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van Bertens. De rechtbank heeft de vordering van Bertens tot bouwtijdverlenging van € 649.834,25 afgewezen, omdat Bertens niet voldoende had onderbouwd dat vertraging op het kritieke pad was ontstaan door omstandigheden waarvoor de gemeente verantwoordelijk was. De rechtbank oordeelde dat de gemeente recht had op korting op de aanneemsom wegens te late oplevering van het schoolgebouw, en dat Bertens niet kon aantonen dat zij recht had op de gevorderde factuurbedragen. De rechtbank heeft wel de wettelijke handelsrente toegewezen over een deel van de vordering en de kosten van de onderaannemer Van Dijnsen toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis is uitgesproken op 30 juli 2025.