ECLI:NL:RBROT:2025:9589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
6 augustus 2025
Zaaknummer
C/10/692306/HA ZA 25-37
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van aannemingsovereenkomst wegens tekortkomingen in de nakoming en reconventionele vordering tot betaling van openstaande facturen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 23 juli 2025, gaat het om een geschil tussen M&E Autoglas (eiseres) en een gedaagde partij die onder een handelsnaam opereert. Autoglas heeft een aannemingsovereenkomst gesloten met de gedaagde voor renovatiewerkzaamheden aan een bedrijfspand. Autoglas stelt dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat het geleverde werk niet voldoet aan de afgesproken kwaliteit. Autoglas vordert ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding, terwijl de gedaagde in reconventie betaling van openstaande facturen vordert. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor nadere toelichting van Autoglas over de noodzaak van afbraak van de constructie en de mogelijkheid van deskundigenonderzoek. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van een deskundige en de kosten daarvan. De zaak wordt vervolgd op 20 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANK Rotterdam

Team handel en haven
Zaaknummer: C/10/692306 / HA ZA 25-37
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
M&E AUTOGLAS,
te Rotterdam,
eiseres,
hierna te noemen: Autoglas,
advocaat: mr. J.B. Maliepaard,
tegen
[gedaagde] handelend onder de naam [handelsnaam],
te Den Haag,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
advocaat: mr. S. van Steenwijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 januari 2025 en de producties 1-34;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie en de producties 1-33;
- de conclusie van antwoord in reconventie en de producties 18A en 35-38;
- de uitnodiging en de agenda van de rechtbank voor de mondelinge behandeling;
- de spreekaantekeningen van Autoglas;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde];
- de mondelinge behandeling van 16 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Inleiding en de feiten

2.1.
In deze zaak gaat het om een verbouwing in een bedrijfspand aan [adres]. Autoglas ging haar onderneming daarheen verhuizen. Zij heeft met [gedaagde] een aannemingsovereenkomst gesloten om (renovatie)werkzaamheden te verrichten. Volgens Autoglas voldoet het werk van [gedaagde] niet, zij wil de aannemingsovereenkomst ontbinden en stelt [gedaagde] aansprakelijk voor haar schade. [gedaagde] voert verweer en vordert in reconventie betaling van nog openstaande facturen door Autoglas. De rechtbank zal Autoglas in de gelegenheid stellen een nadere toelichting te geven over de noodzaak om de gerealiseerde constructie af te breken en zal partijen de gelegenheid geven zich alvast uit te laten over de wenselijkheid van het benoemen van een deskundige. Pas daarna kan worden bezien welke gevolgen hieraan dienen te worden verbonden.
2.2.
Autoglas en [gedaagde] hebben op 30 april 2024 een aannemingsovereenkomst gesloten. In de aannemingsovereenkomst staat onder andere:

Bij nieuwe muren zullen de muren 290 cm hoog zijn. Alleen de wanden die de ventilatie boven de oude structuur bedekken, worden tot aan het plafond bedekt.
156 M2 nieuwe muren, dubbelzijdig gips.
(…)
Bij meer m2 heeft opdrachtnemer het recht om meer in rekening te brengen.
Extra verdieping voor de bedrijfshal van totaal 30m2, deze komt 3m boven de vloer en de tweede verdieping krijgt ook 30m2 op 3m hoogte.”
2.3.
Op de overeenkomst zijn de voorwaarden van [gedaagde] van toepassing. In de voorwaarden staat onder andere:

D.8 DeadlineWe hanteren een deadline van 7 weken vanaf het start van dit project, bij verlenging van dit termijn beroept de klant het recht om dit op tijd te weten. Vanwege vertraagde leveranciers, kan deze termijn worden verlengd. De opdrachtgever gaat akkoord met het risico van vertraging vanwege bovenstaande factor door het ondertekenen van deze offerte.
(…)
D.12 Wijzigingen door klant en late betalingBij late betalingen berekenen wij 1% rente voor elke dag dat de betaling te laat is. Als de klant besluit om halverwege zijn plannen te wijzigen of van gedachten verandert, moet hij ook de kosten betalen die volgens ons de wijziging in de plannen met zich meebrengt. Als de klant om welke reden dan ook niet kan betalen, moet de klant ons dit laten weten, zodat we tot een besluit kunnen komen.
D.14 Opleveringsrapport
Een opleveringsrapport zal deel uitmaken van de offerte. Nadat 7 weken verstreken zijn en het project is afgerond, dient de klant een opleveringsrapport te ondertekenen waarin geconstateerd wordt dat de klant akkoord gaat met de uitgevoerde werkzaamheden (pagina 4 als referentiepunt) door [handelsnaam] en dat alles volledig is afgerond.
D.15 BetalingDe betaling is opgesplitst in vijf fasen. Als eerst vragen wij een reserveringsvergoeding van € 4.132,23, (…) Na de reserveringskosten volgt het eerste percentage van de betaling van de projectprijs en dient betaald te worden voordat week 1 begint. De eerste betaling is 40% van de projectprijs (€25.600)Nadat er twee weken zijn gepasseerd dient de klant 30% van de projectprijs te betalen (€19.200).De volgende betaling vindt plaats nadat 1 week gepasseerd is, hierbij dient de klant 20% van de projectprijs te betalen (€12.800).Ten slotte, wanneer het project voltooid is in z’n geheel, dient de klant 10% van de projectprijs te betalen (€6.400)(…)
2.4.
Op 20 mei 2024 startte [gedaagde] met de werkzaamheden. Autoglas heeft drie facturen onbetaald gelaten. De facturen betreffen de laatste 10% van de projectprijs en twee meerwerkfacturen, in totaal een bedrag van € 9.731,13. De andere facturen van [gedaagde] zijn door Autoglas betaald. Op 12 augustus 2024 heeft [gedaagde] de sleutels ingeleverd bij Autoglas.
2.5.
In augustus en september 2024 waren er contacten tussen partijen omdat Autoglas ontevreden was over de kwaliteit. Op 5 september 2024 heeft Autoglas een nacontrole laten uitvoeren door Bouwconsult Spijkenisse, dit betreft een visuele bouwkundige controle.
2.6.
In het rapport van Bouwconsult Spijkenisse staat onder andere:

Opmerkingen van de inspecteur
Op de [adres] is een bedrijfspand verbouwd.
De uitvraag is; kunnen alle ruimtes bouwkundig beoordeeld worden en is er goed en deugdelijk werk uitgevoerd.
Conclusie: De controle is visueel uitgevoerd. Alle opmerkingen zijn met foto en omschrijving benoemd. Omdat er wanden niet zijn gesloten is de opbouw van de binnenwanden te zien. Deze is niet conform voorschriften gemaakt en kan alleen door opnieuw te bouwen worden hersteld. De andere wanden zijn alleen door destructief onderzoek te doen te onderzoeken. De verdenking is dat deze wanden op dezelfde manier zijn opgebouwd. Omdat die wanden dragend zijn en of bekleed met tegelwerk kan dan de conclusie zijn dat er alleen herstel mogelijk is door alle wanden te slopen en weer opnieuw op te bouwen.”
2.7.
Partijen hebben over de door Autoglas gewenste herstelwerkzaamheden meermaals contact gehad, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid.
2.8.
In oktober 2024 heeft Autoglas opdracht gegeven aan een derde om herstelwerkzaamheden uit te voeren.

3.Het geschil

3.1.
Autoglas vordert in conventie, samengevat, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de aanneemovereenkomst;
II. een verklaring voor recht dat [gedaagde] sinds 23 augustus 2024, althans sinds 17 september 2024 in verzuim verkeert jegens Autoglas;
III. een verklaring voor recht dat [gedaagde] gehouden is Autoglas de schade te vergoeden ten gevolge van de tekortkoming in de nakoming;
IV. ontbinding van de aanneemovereenkomst tussen Autoglas en [gedaagde];
V. te bepalen dat [gedaagde] aan Autoglas schadevergoeding moet betalen als gevolg van de ontbinding;
VI. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Autoglas van schadevergoeding ad
€ 90.000,-, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf 23 augustus 2024;
VII. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Autoglas van € 1.675,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
VIII. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten (met rente bij niet tijdige betaling).
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Autoglas, met veroordeling van Autoglas in de kosten van deze procedure.
3.3.
[gedaagde] vordert in reconventie, samengevat, veroordeling van Autoglas tot betaling aan [gedaagde] van € 9.731,13 vermeerderd met (primair) de contractuele rente van 1% per dag, (subsidiair) de wettelijke handelsrente, vanaf de vervaldata van de onbetaalde facturen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten in reconventie.
3.4.
Autoglas voert verweer in reconventie. Autoglas concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten in reconventie.

4.De beoordeling

De stellingen en verweren van partijen
4.1.
Autoglas baseert haar vordering primair op ontbinding vanwege een tekortkoming in de nakoming van [gedaagde] in haar verplichtingen uit de aanneemovereenkomst. Volgens Autoglas heeft [gedaagde] het werk niet op deugdelijke wijze uitgevoerd en heeft zij daarbij ook de zorgplicht niet in acht genomen. [gedaagde] heeft namelijk onvoldoende maatregelen getroffen om schade bij de uitvoering van het werk te voorkomen, de uitvoering van het werk is ondeugdelijk en slordig en de bouwtermijn is overschreden. Ter onderbouwing van haar stelling overlegt Autoglas een rapport van Bouwconsult Spijkenisse. Autoglas voert aan dat de inspecteur adviseert een aannemer uit te nodigen om een herstelofferte te maken met aanvullend destructief onderzoek. Ook overlegt zij foto’s en video’s van het door [gedaagde] gerealiseerde bouwwerk. Tenslotte overlegt zij een verklaring van de aannemer die de herstelwerkzaamheden verricht, waarin enkele (nieuwe) tekortkomingen worden benoemd die bij het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden zijn ontdekt.
4.2.
Volgens Autoglas verkeert [gedaagde] in verzuim. Autoglas heeft [gedaagde] op 14 augustus 2024 en 16 september 2024 in gebreke gesteld. Hoewel [gedaagde] bereid was om herstelwerkzaamheden te verrichten, vindt Autoglas dat zij [gedaagde] hiertoe niet in de gelegenheid hoefde te stellen omdat [gedaagde] niet bereid was om het geheel te herstellen. Volgens Autoglas was het deel dat [gedaagde] wel wilde herstellen te weinig om de tekortkoming in de nakoming op te heffen.
4.3.
Volgens Autoglas zijn de tekortkomingen zodanig dat deze ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigen, zodat haar vordering moet worden toegewezen. De waarde van de door [gedaagde] gerealiseerde prestaties schat zij op nihil, omdat het werk geheel ondeugdelijk was en opnieuw moest worden uitgevoerd.
4.4.
Ten aanzien van de schade voert Autoglas het volgende aan. Volgens Autoglas bestaat haar schade uit (i) de kosten van herstel, (ii) de kosten van de deskundige, (iii) de kosten aan dubbele huur en (iv) de kosten aan reclamemateriaal. Autoglas begroot haar schade op € 128.661,057. Zij matigt deze vordering tot € 90.000.
4.5.
Met betrekking tot de reconventionele vordering beroept Autoglas zich op haar opschortingsrecht. Ook betwist Autoglas dat de daaraan ten grondslag liggende facturen opeisbaar zijn; de factuur betreffende de laatste 10% van de aanneemsom is niet opeisbaar omdat het werk nog niet af was en er geen oplevering heeft plaatsgevonden. De meerwerkfacturen zijn niet opeisbaar omdat [gedaagde] de daarin gefactureerde werkzaamheden niet (deugdelijk) heeft uitgevoerd. Ten aanzien van de gevorderde rente stelt [gedaagde] dat hier sprake is van een nietig beding, omdat de contractuele rente in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en (daarom) ook met de goede zeden.
4.6.
[gedaagde] betwist dat zij tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Ten eerste betwist zij dat er sprake is van ondeugdelijk werk; zij betwist de bevindingen van de deskundige en voert aan dat niet duidelijk is waaraan de deskundige heeft getoetst. Volgens [gedaagde] heeft de deskundige onjuiste veronderstellingen over welke werkzaamheden tussen partijen overeen zijn gekomen. [gedaagde] voert hiertoe aan dat gedurende de uitvoering van de werkzaamheden steeds afstemming heeft plaatsgevonden met Autoglas en dat Autoglas akkoord was met de werkwijze en de kwaliteit van het werk.
Ten tweede stelt [gedaagde] dat als er al sprake zou zijn van een tekortkoming dat deze zo gering is dat dit een ontbinding niet rechtvaardigt. Volgens [gedaagde] was het werk bijna klaar en moesten er enkel nog opleverpunten gedaan worden.
Ten derde stelt [gedaagde] dat Autoglas te laat heeft geklaagd.
Tenslotte betwist [gedaagde] ook dat er sprake is van verzuim, Zij heeft zich bereid verklaard herstelwerkzaamheden te verrichten maar is daartoe door Autoglas niet in de gelegenheid gesteld.
4.7.
Ten aanzien van de schade betwist [gedaagde] (i) de hoogte van de herstelkosten; volgens [gedaagde] was het niet nodig om de werkzaamheden vrijwel volledig opnieuw te laten doen en zijn de kosten daarvoor ook niet redelijk.
[gedaagde] betwist dat (iii) de kosten voor de dubbele huur schade vormen, omdat er geen finale opleverdatum was afgesproken. Zij verwijst naar haar voorwaarden waaruit volgt dat [gedaagde] niet aansprakelijk is voor schade door vertraging die ontstaat door levertijden van leveranciers.
Tenslotte betwist [gedaagde] dat (ii en iv) de kosten die Autoglas heeft gemaakt voor de deskundige en de reclamekosten noodzakelijk waren, waardoor deze volgens haar niet voor vergoeding in aanmerking komen.
4.8.
[gedaagde] baseert haar reconventionele vordering op nakoming van de aannemingsovereenkomst. Volgens [gedaagde] heeft zij de gefactureerde werkzaamheden uitgevoerd. Autoglas moet daarom de facturen betalen. Omdat de betaaltermijnen op de facturen inmiddels zijn verstreken, is Autoglas in verzuim komen te verkeren en is zij de contractueel overeengekomen rente van 1% verschuldigd. Subsidiair vordert [gedaagde] de wettelijke handelsrente.
De beoordeling door de rechtbank in conventie
4.9.
Bij de beoordeling van de gestelde tekortkomingen maakt de rechtbank onderscheid tussen de gestelde constructieve tekortkomingen, tekortkomingen in de afwerking en de tekortkoming die ziet op de ventilatie. Constructieve tekortkomingen zijn zodanig dat het voor herstel noodzakelijk is om de bestaande constructie deels af te breken en over te doen. De tekortkomingen in de afwerking gaan over de kwaliteit van de afwerking. De tekortkoming in de ventilatie ziet op de gestelde tekortkoming dat de bestaande ventilatie niet meer werkt omdat er na het uitvoeren van de werkzaamheden onderdelen kwijt zijn.
4.10.
De rechtbank beoordeelt hierna eerst de gestelde constructieve tekortkomingen.
De constructieve tekortkomingen
4.11.
In grote lijnen zijn de volgende door Autoglas gestelde constructieve tekortkomingen te onderscheiden: (i) de draagconstructie voldoet niet en is niet draagkrachtig genoeg om de eerste verdieping te dragen, (ii) de trapconstructie is niet draagkrachtig genoeg, (iii) de ventilatie in de toiletten ontbreekt, (iv) de binnenmuren in de showroom staan scheef, (v) de binnenmuren in de technische ruimte hebben onvoldoende ondersteuning, en (vi) de glastape ontbreekt bij de kozijnen op de eerste verdieping.
4.12.
[gedaagde] voert over de constructieve tekortkomingen het volgende aan.
  • i) Over de draagconstructie voert zij aan dat, met instemming van Autoglas, is gekozen voor het plaatsen van een tweetal kolommen en een houten balk. Een dragende muur was daarom niet nodig. Deze constructie is beoordeeld door een bevriende bouwkundige en voldoende bevonden.
  • ii) Over de trapconstructie voert [gedaagde] aan dat diezelfde bouwkundige heeft aangegeven dat de constructie voldoet.
  • iii) Volgens [gedaagde] zijn partijen niet overeengekomen dat [gedaagde] ook ventilatie zou aanbrengen in de toiletten. Hoewel dus wordt erkend dat er geen ventilatie is aangebracht, is dit volgens [gedaagde] geen tekortkoming.
  • iv) Ten aanzien van de binnenmuren in de showroom voert [gedaagde] aan dat bij de plaatsing van de binnenmuren in de showroom rekening gehouden moest worden met een bestaande constructie van stalen balken die beschermd worden door brandwerend materiaal. Deze constructie resteert nog van een eerder bouwwerk.
  • v) Ten aanzien van de binnenmuren in de technische ruimte voert [gedaagde] aan dat is afgesproken om de achterkant van deze muren niet te doen. De rechtbank begrijpt hier dat [gedaagde] bedoelt dat de muren zijn gemaakt zoals afgesproken en dat zij betwist dat deze niet voldoende ondersteuning hebben.
  • vi) Ten aanzien van de kozijnen op de eerste verdieping erkent [gedaagde] dat de glastape ontbreekt. Volgens [gedaagde] komt dit doordat Autoglas het glas zelf heeft besteld en de maten van het glas zodanig waren dat deze maar net in het kozijn pasten. Hierdoor was het gebruik van glastape niet mogelijk. [gedaagde] voert aan dat glastape in dit geval ook niet nodig was omdat de ramen volledig binnen in het bedrijfspand zitten en daarom niet nat worden door regen en niet bestand hoeven te zijn tegen wind.
4.13.
Uitgangspunt is dat de stelplicht en de bewijslast voor de gestelde tekortkomingen bij Autoglas liggen. Autoglas heeft voldoende aangevoerd voor dit stadium van de procedure, maar daar staat tegenover dat [gedaagde] het bestaan van de tekortkomingen gemotiveerd heeft betwist. De rechtbank heeft bezien of de discussiepunten kunnen worden beslecht op basis van de voorhanden informatie, waaronder het door Autoglas overgelegde rapport.
4.14.
Het gaat echter in hoofdzaak om de vraag of sprake is van constructieve tekortkomingen die zodanig zijn dat de constructie (deels) moest worden afgebroken. Deze bouwkundige aspecten zijn niet eenduidig door de rechtbank te beoordelen op basis van de stukken. Daarbij komt dat Bouwconsult Spijkenisse een visuele inspectie heeft uitgevoerd en heeft aangegeven dat nader (destructief) onderzoek nodig is om te beoordelen in hoeverre de constructie voldeed. Autoglas heeft de constructie laten herstellen, waardoor nader (destructief) onderzoek nu niet meer mogelijk is.
4.15.
Ten aanzien van (ii) de trapconstructie is de rechtbank van oordeel dat Autoglas voldoende onderbouwd heeft gesteld dat sprake is van een zodanige tekortkoming dat de trapconstructie alleen kon worden hersteld door deze volledig te laten afbreken en opnieuw op te bouwen. Zij heeft met het rapport van de Bouwconsult Spijkenisse deugdelijk onderbouwd dat de draagkracht van de trap onvoldoende is.
[gedaagde] heeft dit onvoldoende gemotiveerd betwist. [gedaagde] heeft niet (concreet) aangevoerd dat er een bouwkundige tekening of bouwkundige berekeningen zijn gemaakt voor het realiseren van de trap, of anderszins een concrete bouwkundige uitleg en toelichting gegeven. Gezien de onderbouwde stelling van Autoglas had dit wel van [gedaagde] mogen worden verwacht.
4.16.
Voor de overige gestelde constructieve tekortkomingen geldt dat wat Autoglas heeft aangevoerd nog onvoldoende is voor de conclusie dat de constructie (deels) moest worden afgebroken.
4.17.
Autoglas wordt in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over
de noodzaak voor het afbrekenvan de door [gedaagde] gerealiseerde constructieve onderdelen van het werk. [gedaagde] heeft daarna de gelegenheid bij antwoordakte te reageren op de nadere onderbouwing van Autoglas.
4.18.
Omdat de rechtbank Autoglas in de gelegenheid stelt om de noodzaak voor het afbreken van de constructie nader toe te lichten komt de rechtbank hier niet toe aan de beoordeling van de tekortkomingen in de afwerking en de tekortkoming die ziet op de ventilatie
Mogelijke benoeming van een deskundige
4.19.
De rechtbank zal bezien of er na de nadere toelichting nog behoefte bestaat aan voorlichting door een onafhankelijke deskundige. De rechtbank is van oordeel dat in dat geval kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige, een bouwkundige.
4.20.
In het geval een deskundige wordt benoemd bestaat het voornemen om de volgende vragen aan de deskundige voor te leggen:
Voldoet de constructie van het werk bouwkundig, op basis van de foto’s en video’s?
Op welke punten/onderdelen voldoet de constructie niet?
Was het gezien de hiervoor genoemde punten noodzakelijk om de constructie geheel of gedeeltelijk af te breken of had deze bijvoorbeeld verstevigd kunnen worden? Wat zouden, naar (globale) inschatting, de daaraan verbonden kosten zijn geweest?
Zijn er nog andere aspecten die u vanuit uw discipline van belang acht voor de beslissing die de rechtbank moet nemen?
4.21.
Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de hiervoor vermelde vragen voor de deskundige. Daarnaast kunnen zij zich uitlaten over de discipline en de persoon van de te benoemen deskundige. Het verdient de voorkeur dat partijen een gezamenlijk, gelijkluidend voorstel doen voor een deskundige. Indien dat niet mogelijk blijkt te zijn, en bezwaar bestaat tegen benoeming van een door de andere partij aangedragen deskundige, dient dat bezwaar gemotiveerd te worden. Dit veronderstelt dus dat partijen elkaar tijdig laten weten welke deskundige zij willen voordragen (als ze het niet eens worden over een gezamenlijk voorstel voor een deskundige).
4.22.
Als er een deskundige wordt benoemd, zal Autoglas als eisende partij conform de hoofdregel van artikel 195 Rv-oud (hier nog toepasselijk op grond van het overgangsrecht) moeten zorgdragen voor voldoening van het voorschot voor de kosten van de deskundige. De rechtbank ziet geen aanleiding om van deze hoofdregel af te wijken.
4.23.
In het eindvonnis zal de rechtbank beslissen wie van partijen uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen.
4.24.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
De beoordeling door de rechtbank in reconventie
4.25.
De rechtbank zal de beoordeling van de reconventionele vorderingen aanhouden in afwachting van de bovenstaande aktes.

5.De beslissing

De rechtbank
In conventie;
1.1.
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 20 augustus 2025voor het nemen van een akte door Autoglas als hiervoor aangeven, waarna [gedaagde] een antwoordakte kan nemen op een termijn van vier weken;
In conventie en reconventie;
1.2.
bepaalt dat de zaak vervolgens op de rol komt voor vonnis, op een termijn van zes weken;
1.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S. Polet en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.
2806/1694