ECLI:NL:RBROT:2025:9566
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting in Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2025, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam beoordeeld. Eiser had op 27 december 2023 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting ontvangen, welke door de heffingsambtenaar op 10 januari 2024 ongegrond werd verklaard. Eiser had zijn parkeervergunning gewijzigd om een leenauto te registreren, maar vergat deze aanpassing te maken toen hij de leenauto inleverde. Dit leidde tot vier naheffingsaanslagen, waarvan er drie zijn kwijtgescholden door de heffingsambtenaar uit coulance. De rechtbank oordeelt dat de vierde naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat eiser zijn auto had geparkeerd zonder geldige vergunning. De regels omtrent parkeerbelasting zijn streng en het is de verantwoordelijkheid van eiser om zijn vergunning tijdig aan te passen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Partijen worden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.