ECLI:NL:RBROT:2025:9566

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
6 augustus 2025
Zaaknummer
ROT 24/82
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting in Rotterdam

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2025, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam beoordeeld. Eiser had op 27 december 2023 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting ontvangen, welke door de heffingsambtenaar op 10 januari 2024 ongegrond werd verklaard. Eiser had zijn parkeervergunning gewijzigd om een leenauto te registreren, maar vergat deze aanpassing te maken toen hij de leenauto inleverde. Dit leidde tot vier naheffingsaanslagen, waarvan er drie zijn kwijtgescholden door de heffingsambtenaar uit coulance. De rechtbank oordeelt dat de vierde naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat eiser zijn auto had geparkeerd zonder geldige vergunning. De regels omtrent parkeerbelasting zijn streng en het is de verantwoordelijkheid van eiser om zijn vergunning tijdig aan te passen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Partijen worden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/82
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2025 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaats] , eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam

(gemachtigde: [persoon A] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 10 januari 2024.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan eiser op 27 december 2023 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigde van de heffingsambtenaar en eiser deelgenomen.
1.5.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2. De auto van eiser stond bij de garage waardoor hij tijdelijk over een leenauto beschikte. Hij heeft zijn parkeervergunning gewijzigd en het kenteken van de leenauto daarin opgenomen. Toen eiser de leenauto had ingeleverd, is hij vergeten het kenteken van de parkeervergunning direct weer te wijzigen. Daardoor heeft hij vier naheffingsaanslagen gekregen, waarvan er drie zijn kwijtgescholden. Eiser begrijpt niet waarom de vierde niet ook is kwijtgescholden. De regels over parkeerbelasting zijn streng. Het staat vast dat eiser zijn auto heeft geparkeerd, zonder daarvoor te betalen, omdat op dat moment de vergunning niet geldig was voor het kenteken waarmee hij parkeerde. Het komt voor eisers eigen risico dat hij is vergeten het kenteken van de parkeervergunning te wijzigen. Eigenlijk had eiser alle vier de naheffingsaanslagen moeten betalen, maar de heffingsambtenaar heeft uit coulance drie daarvan vernietigd. De heffingsambtenaar was niet verplicht alle vier de aanslagen te vernietigen. Dat betekent dat de laatste overgebleven naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de naheffingsaanslag in stand blijft. Eiser krijgt het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
4. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.P. Ferwerda, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Veth, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op: 18 juli 2025.
De rechter is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Dit proces-verbaal is in Mijn Rechtspraak geplaatst.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Den Haag waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Den Haag vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.