Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de moeder met haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam] .
1.4. De kinderrechter heeft [minderjarige] om haar mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een
2.De feiten
2.3. De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 4 februari 2025 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 12 augustus 2025.
3.Het verzoek
4.De standpunten
4.2. Door en namens de moeder is ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De moeder erkent dat zij soms moeite heeft met het stellen van grenzen en kampt met gezondheidsklachten. Zij is echter gemotiveerd om de situatie te verbeteren voor [minderjarige] en haar overige dochters. De moeder krijgt hulpverlening van Antes en het Centrum voor Dienstverlening. De klachten van de moeder worden door de GGZ aangemerkt als een stoornis. De moeder ziet deze echter (deels) als spiritueel en hormonaal van aard. Zij beschouwt zichzelf als hoog sensitief. Daarnaast is er vooruitgang in het herstellen van haar relatie met [minderjarige] . Hun onderlinge band is sinds haar geboorte altijd sterk geweest. De moeder voelt zich door de GI onvoldoende begrepen en niet erkend als het gaat om haar inzet. Hoewel de moeder zich soms overbelast voelt, is de situatie minder zorgelijk dan door de GI wordt gesteld. De aanwezigheid van huisdieren heeft een positief effect op [minderjarige] , omdat die haar structuur geeft en maakt dat zij zich verantwoordelijk voelt. Het huis is niet ernstig vervuild. Het Cleanteam is langs geweest, maar volledige sanering bleek niet nodig. De komende periode wordt ingezet op verdere verbetering van het op orde houden van het huishouden met ondersteuning vanuit de gemeente. Gelet op de stappen die de moeder heeft ondernomen, is een ondertoezichtstelling niet langer nodig. Deze werkt contraproductief. Primair verzoekt de moeder dan ook om het verzoek van de GI af te wijzen. Subsidiair wordt verzocht om verlenging voor een kortere periode dan verzocht, zodat tussentijds kan worden beoordeeld of verdere voortzetting van de ondertoezichtstelling nodig is.
5.De beoordeling
5.2. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [minderjarige] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [minderjarige] is in juni 2024 met de inzet van intensieve hulpverlening teruggeplaatst bij de moeder, ondanks de zorgen over de (complexe) gezinsdynamiek en de eigen problematiek van de moeder. Hoewel de moeder zich aanvankelijk aan de daaraan verbonden voorwaarden hield, is de hulpverlening vanaf januari jongstleden gestagneerd, omdat afspraken niet werden nagekomen, waarna de zorgen toenamen. Zo liet [minderjarige] onder meer fors schoolverzuim zien.
6.De beslissing
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.