ECLI:NL:RBROT:2025:9513

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juli 2025
Publicatiedatum
4 augustus 2025
Zaaknummer
C/10/700558 / JE RK 25-1089
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreigingen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juli 2025 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2008. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, vanwege langdurige zorgen over zijn ontwikkeling, schoolgang en sociaal functioneren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de minderjarige, die al geruime tijd onder toezicht heeft gestaan, maar waarbij onvoldoende verbetering is gerealiseerd. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag en woont samen met hem. Tijdens de zitting op 10 juli 2025 zijn zowel de moeder als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig geweest. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige beoordeeld en geconcludeerd dat er opnieuw deskundige regie nodig is, gezien de urgentie van de situatie en de naderende meerderjarigheid van de minderjarige. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van de GI, met ingang van 25 juli 2025, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/700558 / JE RK 25-1089
Datum uitspraak: 25 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats] ,
De kinderrechter merkt als informant aan:
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- de beschikking van 10 juli 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 juli 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder;
  • een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 1] ;
  • een tweetal vertegenwoordigers van de GI, [naam 2] en [naam 3] .
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een
gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat
wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij de moeder.
2.3. De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 5 juli 2024 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 19 november 2024. De ondertoezichtstelling is van rechtswege geëindigd.
2.4. De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 10 juli 2025 de beslissing op het verzoek tot ondertoezichtstelling van [minderjarige] volledig aangehouden.

3.Het (aangehouden) verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [minderjarige]
opnieuwonder toezicht te stellen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Er resteert een beslissing op het gehele verzoek.
3.2. De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is sprake van langdurige en structurele zorgen rondom [minderjarige] . Deze zorgen betreffen met name de schoolgang en het sociaal functioneren van [minderjarige] en de moeder-zoonrelatie. Ondanks inspanningen tijdens de eerdere ondertoezichtstelling is er onvoldoende verbetering in de situatie gekomen. [minderjarige] heeft een grote leerachterstand en leeft geïsoleerd. Het is van belang dat een nieuw psychologisch onderzoek, bijvoorbeeld bij Youz, plaatsvindt, passende dagbesteding of onderwijs voor [minderjarige] wordt gevonden en ondersteuning voor de moeder wordt ingezet. De Raad ziet bereidheid bij [minderjarige] en de moeder en dit is positief. Echter is er professionele regie en begeleiding vanuit een jeugdbeschermer nodig om de benodigde stappen te zetten, voordat [minderjarige] de leeftijd van 18 jaar bereikt.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund. De eerdere ondertoezichtstelling is beëindigd vanwege het gebrek aan medewerking van [minderjarige] en de moeder. Nu beiden meer open lijken te staan voor hulp, is de eerder betrokken jeugdbeschermer bereid om direct weer aan de slag te gaan. De GI is voornemens om een nieuw psychologisch onderzoek voor [minderjarige] aan te vragen. Ook wil de GI snel passende hulp regelen en een school of dagbesteding. In het verleden is gezocht naar een passende dagbesteding voor [minderjarige] , met de focus op computer gerelateerde activiteiten, wat mogelijk goed aansluit bij zijn interesses. Een Boba-coach of andere ondersteuning kan tevens passend zijn.
4.2. Door de moeder is ter zitting het volgende naar voren gebracht. De enige zorg die zij heeft is dat het niet lukt om voor [minderjarige] passend onderwijs te vinden. Op andere vlakken gaat het goed met hem. [minderjarige] krijgt fysiotherapie voor zijn lichamelijke klachten, gaat op vakantie met zijn vader en is sociaal actief. [minderjarige] is in veel opzichten zelfstandig, al ziet de moeder ook dat hij op bepaalde momenten begeleiding nodig heeft. Zo loopt hij bijvoorbeeld risico in het verkeer, doordat hij onvoldoende oplet. In eerste instantie is bij [minderjarige] de diagnose ADHD vastgesteld. Later is zijn diagnose gewijzigd in autisme. De moeder geeft aan dat er meer duidelijkheid moet komen over wat deze diagnoses precies inhouden en wat dit betekent voor [minderjarige] . De moeder heeft in de afgelopen jaren tevergeefs meerdere pogingen ondernomen om passende ondersteuning voor [minderjarige] te regelen, met name op het gebied van onderwijs en zorg. De moeder voelt zich tot op heden onvoldoende gehoord door de betrokken instanties en heeft daarom twijfels over een nieuwe ondertoezichtstelling. De moeder staat niet open voor hulp in de thuissituatie, maar is wel bereid tot gesprekken op kantoor bij de GI en tot meewerken aan een psychologisch onderzoek van [minderjarige] , mits dit daadwerkelijk tot resultaat leidt. De moeder heeft een zeer hechte band met [minderjarige] en erkent dat hem loslaten moeilijk is. Zij wil echter ook dat hij zich ontwikkelt richting zelfstandigheid.

5.De beoordeling5.1. De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan.De kinderrechter legt hieronder uit waarom.

5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Al geruime tijd bestaan er grote zorgen over hem. In de periode 2011 tot en met 2024 heeft [minderjarige] onder toezicht gestaan. Deze ondertoezichtstelling is van rechtswege geëindigd, maar heeft helaas onvoldoende effect gehad. Een belangrijke oorzaak hiervan lijkt de ambivalente houding van de moeder te zijn geweest, waardoor vooruitgang is uitgebleven. Volgens de Raad is blijkens het rapport nog steeds sprake van ernstig schoolverzuim, een grote onderwijsachterstand, beperkte sociale contacten en een verstoorde moeder-kind relatie. Daarnaast heeft [minderjarige] te maken met lichamelijke klachten en ontbreekt het hem al geruime tijd aan een dagbesteding. Het grootste deel van zijn dagen brengt hij door achter zijn computer, waarmee hij zijn sociale contacten onderhoudt. Hoewel hij bijna dagelijks met de moeder naar buiten gaat en af en toe met zijn vader afspreekt, is er geen sprake van structurele activiteiten. Enkele jaren geleden is bij [minderjarige] de diagnose autisme vastgesteld. Inmiddels wordt deze diagnose echter als verouderd beschouwd. Hierdoor bestaat momenteel onvoldoende duidelijkheid over zijn exacte problematiek en over welke vorm van ondersteuning het best aansluit bij zijn behoeften.
5.3.
Tijdens de vorige zitting op 10 juli 2025 zijn [minderjarige] en de moeder, met voorafgaand bericht van verhindering, niet verschenen. De kinderrechter heeft hen daarom opnieuw in de gelegenheid gesteld om hun mening kenbaar te maken, van welke mogelijkheid zij gebruik hebben gemaakt. De moeder heeft tijdens de zitting erkend dat zij de afgelopen jaren herhaaldelijk heeft geprobeerd om [minderjarige] op een school geplaatst te krijgen, maar dat dit haar niet is gelukt. De aanhoudende problemen hebben bij haar mogelijk geleid tot overbelasting en een groeiend wantrouwen jegens hulpverlenende instanties. De moeder vraagt zich af een nieuwe ondertoezichtstelling voor [minderjarige] helpend zal zijn. Tegelijkertijd heeft de moeder aangegeven open te staan voor samenwerking met een jeugdbeschermer om opnieuw te zoeken naar passend onderwijs of dagbesteding voor [minderjarige] . Dit is een positief te noemen.
5.4.
Gezien de ernst en de complexiteit van de problematiek, en het feit dat [minderjarige] volgend jaar 18 jaar wordt, acht de kinderrechter het noodzakelijk dat er opnieuw deskundige regie gevoerd gaat worden door een jeugdbeschermer. Het langdurige schoolverzuim en het gebrek aan passend onderwijs of dagbesteding vormen een groot risico voor zijn verdere ontwikkeling en toekomst. De situatie is urgent, aangezien de tijd die rest tot aan zijn meerderjarigheid beperkt is. De kinderrechter acht het van groot belang dat er op korte termijn een psychologisch onderzoek bij [minderjarige] wordt afgenomen, zodat zijn huidige mogelijkheden en behoeften goed in kaart kunnen worden gebracht. Daarnaast is het vinden van een passende school of dagbesteding essentieel en kan de inzet van een jongerencoach mogelijk ook een waardevolle rol spelen. De kinderrechter benadrukt dat het komende jaar cruciaal is om de juiste stappen te zetten en te bereiken wat nodig is voor [minderjarige] . Alleen door goede samenwerking tussen alle betrokkenen kan er worden gewerkt aan een duurzame verbetering van de situatie.
5.5.
Gelet op al het bovenstaande zal de kinderrechter [minderjarige] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.
5.6.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [minderjarige] onder toezicht van de gecertifieerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 25 juli 2025 tot 25 juli 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2025 door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in aanwezigheid van A.L.I. Janssens als griffier, en op schrift gesteld op 31 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:255 BW.