ECLI:NL:RBROT:2025:9394

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juli 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
10968006 CV EXPL 24-6269
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslevering en bewijswaardering in een geschil over een tweede overeenkomst tussen Greenwheels en [persoon A]

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Greenwheels en [persoon A]. Greenwheels, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, heeft gesteld dat [persoon A] een tweede overeenkomst heeft gesloten voor het gebruik van hun diensten. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder getuigenverhoren en bewijslevering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Greenwheels niet in staat is geweest om te bewijzen dat [persoon A] daadwerkelijk een tweede overeenkomst heeft afgesloten. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat Greenwheels niet kon aantonen dat de identiteitscontrole correct heeft plaatsgevonden en dat er geen bewijs was van betaling van de borg door [persoon A]. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn die erop wijzen dat [persoon A] de tweede overeenkomst heeft afgesloten. Hierdoor is de vordering van Greenwheels afgewezen en is [persoon A] alleen veroordeeld tot betaling van een hoofdsom van € 612,66, met rente vanaf 10 december 2022. De kantonrechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10968006 CV EXPL 24-6269
datum uitspraak: 25 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Collect Car B.V., die handelt onder de naam
Greenwheels,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. J.J.F.M. Konings,
tegen
[persoon A],
woonplaats: [woonplaats A] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. Ecevit-Yegen.
De partijen worden hierna ‘Greenwheels’ en ‘ [persoon A] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de tussenvonnis van 27 september 2024 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de akte uitlating bewijslevering van Greenwheels, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van het getuigenverhoor aan de zijde van Greenwheels op
19 februari 2025;
  • de mail van 28 februari 2025 van [persoon A] ;
  • het proces-verbaal van het getuigenverhoor aan de zijde van [persoon A] op 17 april 2025;
  • de conclusie na bewijslevering van Greenwheels, met één bijlage;
  • de antwoordconclusie na enquête van [persoon A] .

2.De beoordeling

Reactie op bewijsopdracht in tussenvonnis
2.1.
De kantonrechter verwijst allereerst naar de inhoud van het tussenvonnis van
27 september 2024, waar de kantonrechter bij blijft. In dat tussenvonnis heeft de kantonrechter Greenwheels in de gelegenheid gesteld feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit kan worden afgeleid dat [persoon A] op 30 november 2022 de gestelde tweede overeenkomst met gebruiksfrequentie “vaak” onder klantnummer [klantnummer] met Greenwheels heeft gesloten.
2.2.
In reactie daarop heeft Greenwheels een akte genomen, waarin ze één en ander nader heeft toegelicht. Ter onderbouwing van een deel van die toelichting heeft zij bijlagen bij de akte overgelegd. Daarnaast heeft ze daarna als getuige de heer [persoon B] , financial controller bij Greenwheels, laten horen.
2.3.
[persoon A] heeft op zijn beurt in het kader van de contra-enquête zichzelf laten horen.
Greenwheels is niet in de bewijslevering geslaagd
2.4.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat Greenwheels niet in de bewijslevering is geslaagd. Zij licht dit als volgt toe.
2.5.
Doorslaggevend daartoe acht de kantonrechter dat Greenwheels niet heeft aangetoond dat [persoon A] (zelf) de stappen (volledig) heeft doorlopen om het gestelde tweede abonnement met Greenwheels aan te gaan.
2.5.1.
Zo heeft zij niet kunnen aantonen dat de identiteitscontrole, die op 30 november 2022 zou moeten hebben plaatsgevonden, toen [persoon A] volgens Greenwheels het tweede abonnement afsloot, (correct) heeft plaatsgevonden. Volgens dhr. [persoon B] , die als getuige is gehoord, handelt het bedrijf Onfido namens Greenwheels de identiteitscontrole af aan de hand van een rijbewijscheck en een filmpje van de betrokken persoon. Die controle is volgens hem niet meer beschikbaar, omdat Onfido bepaalde gegevens na een tijdje wist. Daarmee heeft de kantonrechter niet kunnen constateren dat [persoon A] zichzelf heeft gefilmd en zijn rijbewijs heeft gescand op 30 november 2022 ten behoeve van het aangaan van een tweede overeenkomst.
[persoon A] heeft op zijn beurt verklaard dat hij zeker weet dat hij niet een tweede keer een filmpje van zichzelf heeft gemaakt ten behoeve van een overeenkomst met Greenwheels. De kantonrechter acht geen redenen aanwezig om deze verklaring op zich als ongeloofwaardig of onaannemelijk te beschouwen.
2.5.2.
Daar komt bij dat de kantonrechter niet kan concluderen dat [persoon A] op
30 november 2022 bij het aanmeldproces de borg van € 50,00 heeft betaald.
De kantonrechter stelt hierbij voorop dat beide partijen het in dit kader hebben over dezelfde bankrekening van [persoon A] met het rekeningnummer dat eindigt op 107.
Dhr. [persoon B] heeft hierover verklaard dat hij in de logbestanden heeft gezien dat het bedrag van € 50,00 is afgeschreven van de bankrekening van [persoon A] en overgemaakt naar de bankrekening van Greenwheels. De borg is volgens dhr. [persoon B] geïncasseerd van dezelfde bankrekening van [persoon A] waarvan voor het aangaan van de eerste overeenkomst ook de borg is betaald. Dhr. [persoon B] heeft daarbij gezegd dat er een bankafschrift is van die betaling die Greenwheels nog kan inbrengen, maar dit is niet gebeurd. Wel heeft Greenwheels bij akte uitlating bewijslevering een overzicht van Adyen, een betaalplatform, overgelegd, waaruit volgens haar blijkt dat op 30 november 2022 het bedrag van € 50,00 is betaald van de bankrekening van [persoon A] ten behoeve van het account [klantnummer] .
Hier staat tegenover dat [persoon A] op zijn beurt bij zijn stelling is gebleven dat hij die borg op
30 november 2022 niet heeft betaald en niet heeft kunnen terugvinden in bankafschriften én dat de kantonrechter zelf tijdens de zitting op 28 augustus 2024 geen betaling van € 50,00 (via iDEAL (aan Greenwheels of Collect Car)) op 30 november 2022 heeft kunnen constateren, terwijl [persoon A] op de applicatie van de ING bank de betaalgeschiedenis toonde van 30 november 2022. Andere betalingen die op die dag zijn gedaan waren wel zichtbaar.
De kantonrechter heeft toen ook kunnen constateren dat op 10 november 2022 een bedrag van € 50,00 is afgeschreven door Greenwheels, kennelijk voor het abonnement dat [persoon A] op 5 november 2022 is aangegaan.
De kantonrechter kan uit één en ander niet anders dan concluderen dat een duidelijk bewijs van betaling van de borg van € 50,00 door [persoon A] aan Greenwheels op 30 november 2022 ontbreekt.
2.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter zijn er geen feiten en/of omstandigheden gebleken waaruit afgeleid moet worden dat [persoon A] de tweede overeenkomst toch heeft afgesloten, ondanks dat, zoals uit de vorige overwegingen blijkt, niet bewezen is dat [persoon A] het aanmeldproces voor een tweede overeenkomst bij Greenwheels heeft doorlopen.
2.7.
Ondanks dat [persoon A] heeft verklaard dat hij de gegevens die nodig waren voor het aangaan van een abonnement op zijn naam niet aan een derde heeft verstrekt en zijn bankrekeninggegevens niet opgeschreven heeft (bewaard), kan niet uitgesloten worden dat er sprake is geweest van identiteitsfraude. In ieder geval kan deze verklaring van [persoon A] niet tot de conclusie leiden dat het niet anders kan dan dat [persoon A] een tweede overeenkomst zelf heeft gesloten. Uiteindelijk is in deze procedure niet verklaard hoe het ‘tweede’ abonnement op naam van [persoon A] bij Greenwheels geregistreerd kon worden, maar dit komt voor risico van Greenwheels.
[persoon A] moet € 612,66 aan hoofdsom betalen
2.8.
Nu Greenwheels niet heeft bewezen dat [persoon A] een tweede overeenkomst met gebruiksfrequentie “vaak” onder klantnummer [klantnummer] met Greenwheels heeft gesloten, hoeft [persoon A] de facturen onder dit klantnummer niet aan Greenwheels te betalen. Daarom wordt alleen de hoofdsom van € 612,66, waarvan in het tussenvonnis (r.o. 2.16) de toewijsbaarheid is vastgesteld, toegewezen.
[persoon A] moet rente betalen vanaf 10 december 2022
2.9.
De hoogte van de gestelde vervallen rente kan niet juist zijn, omdat nu blijkt dat de rente door Greenwheels is berekend over een te hoog bedrag aan hoofdsom. De rente wordt dan ook toegewezen over de toewijsbare hoofdsom van € 612,66. Uit de onweersproken stellingen hierover in de dagvaarding leidt de kantonrechter af dat de datum van verzuim in ieder geval op 10 december 2022 was, omdat de tweede factuur die [persoon A] moest betalen uiterlijk op 9 december 2022 betaald moest zijn. De rente wordt daarom toegewezen vanaf die datum.
[persoon A] moet incassokosten betalen van € 91,90
2.10.
[persoon A] heeft gesteld dat hij de door Greenwheels in het geding gebrachte zogenoemde veertiendagenbrief van 15 december 2023 niet heeft ontvangen. Volgens de inhoud van de begeleidende mail bij die brief is de brief door de gemachtigde van Greenwheels zowel per post als per mail verzonden. Vast is komen te staan dat het
e-mailadres en het postadres waar de brief volgens Greenwheels naartoe is gestuurd van [persoon A] zijn. Er zijn geen aanknopingspunten om ervan uit te gaan dat de brief niet is verzonden of dat er iets mis is gegaan in de verzending. Daar komt bij dat [persoon A] zelf heeft aangegeven dat hij mails die hij sinds 4 mei 2023 ontving van de gemachtigde van Greenwheels niet vertrouwde. Mogelijk was dat ook het geval bij de e-mail met veertiendagenbrief van 15 december 2023.
De kantonrechter acht in ieder geval voldoende aannemelijk dat [persoon A] deze brief wel heeft ontvangen dan wel dat de niet-ontvangst voor zijn rekening zou moeten komen, omdat hij
e-mails die hij van de gemachtigde van Greenwheels ontving als ongewenst bestempelde.
De veertiendagenbrief van 15 december 2023 is een brief waarmee [persoon A] de kans heeft gekregen om alsnog zonder extra kosten te betalen. In de brief staat dat er btw moet worden betaald, maar er staat in de brief ook dat de btw € 0,0 bedraagt. Daarom wordt de btw afgewezen. Verder is aan alle voorwaarden voldaan om een vergoeding te krijgen, met dien verstande dat de buitengerechtelijke kosten over een te hoog bedrag aan hoofdsom zijn berekend. De toe te wijzen vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is berekend over het toe te wijzen bedrag aan hoofdsom en bedraagt € 91,90 (zonder btw).
De vordering in reconventie
2.11.
Gelet op de uitkomst in conventie, wordt [persoon A] geacht geen belang te hebben bij zijn vordering in reconventie. Deze vordering wordt dan ook bij gebrek aan belang afgewezen.
De proceskosten worden gecompenseerd
2.12.
Nu beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel in conventie als in reconventie.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.13.
Dit vonnis wordt voor wat betreft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Greenwheels dat eist en [persoon A] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [persoon A] om aan Greenwheels te betalen € 704,56 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 612,66 vanaf 10 december 2022 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
3.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
757