In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 11 juli 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, het opzettelijk aanwezig hebben van verdovende middelen, belediging van ambtenaren in functie en verduistering. De verdachte is op 27 juni 2025 gehoord, waarbij de feiten zijn besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 3 december 2024 een gasslang heeft gestolen die toebehoorde aan een restaurant en opzettelijk 132,9 gram GHB en 16,0 gram amfetamine aanwezig heeft gehad. Daarnaast heeft de verdachte op 24 juli 2024 twee politieambtenaren beledigd tijdens de uitoefening van hun functie. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan deze feiten en heeft een ISD-maatregel van twee jaar opgelegd, gezien de ernst van de feiten en het recidiverende karakter van de verdachte. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat de ISD-maatregel als passend werd beschouwd. De beslissing is genomen in het belang van de samenleving en de veiligheid.