Uitspraak
[verdachte] ,
Onderzoek op de terechtzitting
Tenlastelegging
Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaren met aftrek van voorarrest, waarvan één (1) jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en het vermijden van contact met minderjarigen;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), inhoudende een contactverbod met de aangeefsters [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , en een gebiedsverbod voor de gemeente Dordrecht (m.u.v. een ziekenhuisbezoek), voor de duur van vijf jaren, met toepassing van vervangende hechtenis van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Bewijs
of omstreeksde periode van 12 november 2010 tot en met 11 november 2019 te [plaats delict] ,
in ieder geval Nederland,
een of meerhandelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het
en/of monden/of
waarbij dat feit werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld, te weten het
op of omstreeksinde periode van 12 november 2019 tot en met 31 december 2021
in ieder geval in Nederland,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het
envergezeld
of gevolgdvan geweld, te weten het
of omstreeksde periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 te [plaats delict] ,
in ieder geval Nederland,
of meerhandeling
enheeft gepleegd, die bestond
enuit
of mede bestonden uithet seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het brengen en/of houden van zijn vinger(s) in/tussen haar vagina en/of schaamlippen;
of omstreeksde periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021 te [plaats delict] ,
in ieder geval Nederland,
een of meerhandelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het
waarbij dat feit werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld, te weten het
Strafbaarheid feiten
Strafbaarheid verdachte
Motivering straf
Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
€ 20.000,- aan immateriële schade.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Bijlagen
Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van dertig (30) maanden;
tien (10) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op twee (2) jaren;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 december 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 10.000,-(hoofdsom,
zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 december 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 10.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
85 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 3] te betalen
€ 5.000,-(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 december 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 5.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 december 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 10.000,-(hoofdsom,
zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 december 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 10.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
85 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;