ECLI:NL:RBROT:2025:9294

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juli 2025
Publicatiedatum
30 juli 2025
Zaaknummer
10/097047-25
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over rechtsbijstand in strafzaak met vermoedelijke psychische stoornis

Op 10 juli 2025 heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Rotterdam een beslissing genomen in een strafzaak waarbij de verdachte, geboren in 1971 en thans gedetineerd, geen gebruik wilde maken van verhoorbijstand van een advocaat. De verdachte heeft dit meerdere keren aangegeven, zowel bij de politie als tijdens de zittingen. De rechtbank ontving op 9 juli 2025 een e-mail van mr. R.J.E. Planken, die meldde dat de verdachte een toevoeging had gekregen van de Raad voor Rechtsbijstand, maar dat de verdachte dit niet wenste. Tijdens de zitting vertoonde de verdachte opvallend gedrag, waaronder momenten van volledige stilstand en het maken van handgebaren terwijl zij stil bleef. De verdachte verklaarde dat zij de fles port had gestolen en dat zij liever zelf haar verhaal wilde vertellen zonder dat een advocaat hierover zou liegen. Ze gaf aan dat haar prioriteit was om terug te keren naar haar kamer en een schadevergoeding van 5 miljoen euro te ontvangen.

De rechtbank heeft geconstateerd dat de verdachte mogelijk lijdt aan een psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, waardoor zij niet in staat is haar belangen adequaat te behartigen. Dit oordeel is gebaseerd op de indruk die de rechtbank van de verdachte heeft gekregen en de beschikbare dossierstukken. De rechtbank heeft besloten om mr. R.J.E. Planken aan te wijzen als raadsvrouw voor de verdachte, zodat zij de nodige juridische bijstand kan ontvangen. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de verdachte en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK ROTTERDAM

Team straf 3
Parketnummer: 10/097047-25
De meervoudige strafkamer van de rechtbank Rotterdam heeft ter terechtzitting van 10 juli 2025 op grond van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) ambtshalve beslist in de strafzaak van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
verblijvende op het adres
[adres] , ( [postcode] ) te [plaats] ,
thans gedetineerd in de
[penitentiaire inrichting] .

1.Procesverloop

De verdachte heeft bij de politie op 30 maart 2025 te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van verhoorbijstand van een advocaat. Ook tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris op 1 april 2025 en tijdens de raadkamerzitting van 10 april 2025 heeft de verdachte dit gezegd.
De rechtbank heeft kennis genomen van het e-mailbericht van 9 juli 2025 van
mr. R.J.E. Planken, waarin zij bericht dat aan haar een toevoeging is verstrekt door de Raad voor Rechtsbijstand om de verdachte bij te staan maar dat de verdachte haar uitdrukkelijk heeft gezegd dat niet te willen.
De rechtbank heeft op de terechtzitting van 10 juli 2025 de officier van justitie en de verdachte gehoord.
De verdachte heeft daarbij niet op alle vragen van de rechtbank antwoord gegeven. Op verschillende momenten bleef de verdachte volledig stil in haar bewegingen en spraak. Op die momenten knipperde zij ook niet met haar ogen, waardoor zij als het ware ‘bevroren’ leek. Steeds na enige tijd begon de verdachte weer te bewegen en te praten. Ook maakte zij regelmatig handgebaren, terwijl zij stil bleef, alsof zij gaapte. De verdachte heeft wel verklaard dat zij geen gebruik wil maken van de bijstand van een advocaat. Zij wil liever zelf haar verhaal tegen de rechtbank vertellen, want de fles port heeft zij gestolen en zij wil niet dat een advocaat daarover liegt. Belangrijker is volgens de verdachte dat zij terug kan naar haar kamer bij [instelling] , dat zij een schadevergoeding van 5 miljoen euro krijgt voor alles wat haar de afgelopen jaren is aangedaan en dat zij in Afrika kan gaan wonen.

2.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank vermoedt dat bij de verdachte sprake is van een psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap en dat zij daardoor niet in staat is haar belangen behoorlijk te behartigen, zoals bedoeld in artikel 509a Sv en zal zulks bij beslissing verklaren. De rechtbank baseert zich daarbij op de indruk die zij van de verdachte heeft gekregen op de zitting en de stukken die zich in het dossier bevinden.
De voorzitter zal ten spoedigste het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand last geven tot aanwijzing van mr. Planken als raadsvrouw aan de verdachte.

3.Beslissing

De rechtbank verklaart dat de verdachte niet in staat is haar belangen behoorlijk te behartigen.
Deze beslissing is ter terechtzitting in tegenwoordigheid van de verdachte gegeven.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 509c Sv geeft de voorzitter aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een last tot aanwijzing van mr. R.J.E. Planken als raadsvrouw aan de verdachte.
Deze beslissing is gegeven ter terechtzitting van de rechtbank op 10 juli 2025 door:
mr. M.I. Blagrove, voorzitter,
en mrs. W.J. de Veld en W.J.M. Diekman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.B.A. Slebus griffier.
Deze beslissing is namens de voorzitter ondertekend door de oudste rechter en de griffier.