Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 16 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond;
- veroordeling van de verdachte tot de onvoorwaardelijke leerstraf So Cool.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander en gevaar voor goederen te duchten is
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander en gevaar voor goederen te duchten is
de eendaadse samenloop van:
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen;
taakstraf, bestaande uit een combinatie van de leerstraf So Cool en een werkstraf, voor de totale duur van 150 (honderdvijftig) uren, waarbij de jeugdreclassering dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
75 (vijfenzeventig) dagen;
€ 4.484,10 (zegge: vierduizendvierhonderdvierentachtig euro en tien cent), bestaande uit € 1.484,10 aan materiële schade en € 3.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 4.484,10(hoofdsom,
zegge:
vierduizendvierhonderdvierentachtig euro en tien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 4.484,10 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
54 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;