Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
10-006204-25 met betrekking tot de moeder. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- de vader;
- de officier van justitie;
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
De moeder is onmachtig en wantrouwend naar instanties. Zij heeft onvoldoende grip op [minderjarige] en biedt hem onvoldoende sturing en begeleiding. De vader is inmiddels enigszins betrokken.
5.De verklaring van de informant
6.De beoordeling
7.De beslissing
mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier, en op schrift gesteld op 11 juli 2025.
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.