ECLI:NL:RBROT:2025:9066

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
10/054224-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met twee jaren

Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1992. De rechtbank heeft eerder op 4 juli 2023 de terbeschikkingstelling gelast vanwege opzettelijk brand stichten met gemeen gevaar voor goederen. De terbeschikkingstelling is op 6 juli 2023 ingegaan. Op 20 mei 2025 heeft het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ingediend, welke op 16 juli 2025 is behandeld. De ter beschikking gestelde was aanwezig via videoverbinding, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M. Nentjes, en een deskundige psycholoog. De instelling adviseerde om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, gezien de zwakbegaafdheid en de aanwezige stoornissen van de ter beschikking gestelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, maar nog steeds in behandeling is. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren vereisen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn met twee jaren te verlengen toegewezen en het verzoek van de ter beschikking gestelde om verlenging met één jaar afgewezen. De beslissing is genomen door mr. J. de Lange, voorzitter, en mrs. S. Zuidwijk en L.B. Esser, rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/054224-23
Datum uitspraak: 16 juli 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
verblijvende in [instelling] (de instelling),
raadsvrouw mr. M. Nentjes, advocaat te Rotterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank (locatie Dordrecht) van 4 juli 2023 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 6 juli 2023.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 20 mei 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 16 juli 2025 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de ter beschikking gestelde (via een videoverbinding), bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Nentjes, en de deskundige [psycholoog] (via een videoverbinding), werkzaam als GZ-psycholoog en hoofd behandeling bij de instelling, zijn gehoord.

3.Advies

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 7 mei 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van zwakbegaafdheid, een ongespecificeerde neurocognitieve stoornis, een ander gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken, en stoornissen in het gebruik van alcohol, cocaïne, en een hypnoticum of anxioliticum (in remissie onder gereguleerde omstandigheden). Ook sociaal emotioneel functioneert hij op laag niveau.
Momenteel bevindt de ter beschikking gestelde zich nog midden in de delictgerelateerde behandeling. Op 3 april 2025 is begeleid verlof aangevraagd. Vrijheden zullen stapsgewijs uitgebreid worden om zo te toetsen tot welk niveau externe structuur kan worden afgebouwd. Het ziektebesef en inzicht van de ter beschikking gestelde is beperkt en de verwachting is dat hij, gezien zijn beperkingen, afhankelijk zal blijven van externe begeleiding, structuur en medicatie om niet terug te vallen in delictgerelateerd gedrag of anderszins maatschappelijk disfunctioneren. Gezien de gemaximeerde tbs is enige voortvarendheid in het traject gewenst. Het verdere traject moet nog worden vormgegeven, maar omdat duidelijk is dat de ter beschikking gestelde nog langdurig begeleiding en toezicht zal behoeven om zijn stabiliteit te behouden, ligt het aanvragen van een zorgmachtiging voor na afloop van de gemaximeerde tbs in de lijn der verwachting. Zonder externe structuur en toezicht zal de ter beschikking gestelde vrijwel zeker snel vervallen in probleemgedrag. Het risico op recidive bij het wegvallen van de maatregel (zowel bij voorwaardelijk als onvoorwaardelijk ontslag) wordt als hoog ingeschat.
De deskundige, [psycholoog] , heeft dit standpunt op de terechtzitting bevestigd. Zij deelt in aanvulling daarop mede dat er verloven van de ter beschikking gestelde zijn ingetrokken, omdat zijn functioneren onvoldoende was en hij zich minder goed liet aanspreken en aansturen.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar.

5.Beoordeling

Op grond van het advies van de instelling en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank stelt vast dat de ter beschikking gestelde het afgelopen jaar positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt en de nodige stappen heeft gezet. Hij bevindt zich echter nog midden in zijn delictgerelateerde behandeling. In de komende periode wordt beoogd zoveel mogelijk stappen binnen het tbs-dwangkader te doorlopen, zodat de ter beschikking gestelde op verantwoorde wijze ingebed kan worden in een vervolgsetting. Volgens vaste jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geldt als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de ter beschikking gestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. De rechtbank zal dan ook de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren;
wijst afhet meer of anders verzochte.
Deze beslissing is genomen door:
mr. J. de Lange, voorzitter,
en mrs. S. Zuidwijk en L.B. Esser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Dere, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.