Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- mevrouw [verzoekster] , verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , schuldhulpverlener bij Stroomopwaarts.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) van verzoekster. De rechtbank ontving op 20 februari 2025 het verzoekschrift, waarna een mondelinge behandeling plaatsvond op 9 juli 2025. Verzoekster, die een aanzienlijke schuldenlast heeft van € 175.236,02, heeft geen reële poging gedaan om tot een minnelijk akkoord met haar schuldeisers te komen. De rechtbank oordeelde dat verzoekster onvoldoende had aangetoond dat zij in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Ondanks een stabiel inkomen en een lopend loonbeslag, heeft verzoekster niet aangetoond dat zij niet in staat is om haar schulden te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster eerder al niet-ontvankelijk was verklaard in een vergelijkbaar verzoek en dat zij sindsdien geen deugdelijke pogingen heeft ondernomen om tot een buitengerechtelijke regeling te komen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat verzoekster haar pensioenaanspraak niet heeft meegenomen in haar onderhandelingen met schuldeisers, wat een belangrijke factor is in haar financiële situatie. De rechtbank concludeert dat er geen reële mogelijkheden zijn voor verzoekster om tot een buitengerechtelijke regeling te komen en verklaart haar daarom niet-ontvankelijk in haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.