Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaring
- het vonnis in het incident tot vrijwaring en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte overlegging producties, van de zijde van [persoon A] ;
- de beslagstukken;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de brief van de rechtbank van 20 december 2024, met een zittingsagenda;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte overlegging productie in conventie en in reconventie, van [persoon A] (productie 32)
- de akte overlegging nadere producties in conventie en in reconventie (productie 33 en 34), van [persoon A] ;
- de akte overlegging producties ter gelegenheid van de mondelinge behandeling (productie 13), van ATT;
- de akte overlegging nadere producties ter gelegenheid van de mondelinge behandeling (producties 14 en 15), van ATT;
- de brief van de advocaat van [persoon A] d.d. 20 januari 2025,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 24 januari 2025 (tevens in HA ZA 24 - 854);
- de spreekaantekeningen van mr. Wind;
- de spreekaantekeningen van mr. Youssuf (tevens in HA ZA 254 - 854);
- de akte uitlating, van [persoon A] .
- het tussenvonnis in het vrijwaringsincident d.d. 28 augustus 2024 en de daaraan te grondslag liggende processtukken;
- de dagvaarding in vrijwaring d.d. 1 oktober 2024, met producties;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring, met producties;
- de brief van de rechtbank van 20 december 2024, met een zittingsagenda;
- de akte overlegging nadere producties ter gelegenheid van de mondelinge behandeling (productie 11), van ATT;
- de akte overlegging nadere producties ter gelegenheid van de mondelinge behandeling (productie 12), van ATT;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 24 januari 2025 (tevens in HA ZA 24 - 48)
- de spreekaantekeningen van mr. Kelderhuis;
- de door mr. Kelderhuis op de mondelinge behandeling overgelegde foto's;
2.De feiten
Diepte in m t.o.v. N.A.P. Bodembeschrijving
12 INSTALLATIE
Inleiding
Resultaten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[persoon A] ook niet voor aanvang van de werkzaamheden voor het risico van verzakking gewaarschuwd.
- primair:
- (i) ATT heeft het geoffreerde geleverd.
- (ii) ATT heeft de waarschuwingsplicht niet geschonden.
[persoon A] in beginsel aangetoond dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van ATT.
6 december 2021 gewezen op het risico van zettingen en de gevolgen daarvan voor de leidingen van de onder de oprit aan te brengen WKO-bronnen. Dat was ook tijdig, omdat toen net gestart werd met de aanleg/ophoging van het voorterrein/de oprit. Als de waarschuwing van ATT was opgevolgd, had [persoon A] desgewenst (tegen een meerprijs) kunnen kiezen voor een zettingsvrije aanleg van het voorterrein/de oprit. Voor het aangaan van de overeenkomst was ATT niet gehouden om [persoon A] te waarschuwen. ATT was op dat moment niet bekend, noch diende zij redelijkerwijs bekend te zijn, met de onjuistheden in de aan haar te verstrekken opdracht en/of met gebreken aan, en/of ongeschiktheid (in de vorm van onvoldoende draagkracht) van de ondergrond op het perceel van ATT ten aanzien van het voorgenomen ontwerp. Van belang is daarbij dat ATT in de offertefase niet de beschikking heeft gekregen over de rapporten van IJB Geotechniek en/of van Fundament Bouwadvies. Noch was ATT geïnformeerd over de bevindingen van (met name) IJB Geotechniek ten aanzien van de eigenschappen van de ondergrond ("
samendrukbare klei en/of veen met plaatselijk een toplaag van zand") terwijl deze informatie bekend was bij [persoon A] (en Kabaz en Van der Windt).
Gelet hierop was er met name op het terrein tussen de brug en de woning en garage een aanzienlijke ophoging vereist. Naar het oordeel van de rechtbank mocht van ATT verwacht worden dat zij de deskundigheid bezit om bij aanleg van een tuin waarvoor, zoals in dit geval, een aanzienlijke ophoging vereist is, te beoordelen in welke mate de op te hogen grond belast kan worden en zo nodig zelf de hulp van een deskundige in te roepen.
Daar komt bij dat de bestuurder van ATT tijdens de zitting heeft verklaard dat hij ermee bekend was dat er in dit gebied zettingen van de grond voorkomen. Op de vraag van
[persoon A] waarom ATT daar dan niet op heeft gewezen, is namens ATT gezegd dat daar wel op is gewezen ‘tijdens het proces’. Daarmee doelt ATT dan op wat er tijdens de bouwvergadering van 6 december 2021 zou zijn gezegd. In de fase van de totstandkoming van de overeenkomst heeft ATT immers niet gewaarschuwd voor zettingen omdat zij daar naar eigen zeggen niet mee bekend was. Verder heeft ATT ook niet geïnformeerd bij
[persoon A] naar eventueel al naar de gesteldheid van de grond verrichte onderzoeken (zoals die van IJB Geotechniek en Fundament Bouwadvies).
Het verslag van de bouwvergadering is onder meer toegestuurd aan het bedrijf dat de WKO-installatie heeft aangelegd, zodat de schade die aan de leidingen van die installatie is ontstaan door verzakkingen niet voor rekening van ATT komt omdat ATT voor het risico op die schade tijdig heeft gewaarschuwd. Bovendien was ook het bedrijf dat de WKO-installatie heeft aangelegd op de hoogte van het risico op verzakkingen in het gebied (zie 2.11). Voor het overige heeft ATT niet voor het risico van verzakkingen gewaarschuwd.
Dat had ATT wel moeten doen of zij had zelf een deskundige nader onderzoek moeten laten doen. Het standpunt van ATT dat zij [persoon A] niet behoefde te adviseren omdat die al door tal van adviseurs werd bijgestaan, gaat mank omdat het onderzoek naar de bodemgesteldheid van IJB Geotechniek en Fundament Bouwadvies eerst in deze procedure bij ATT bekend werd en zij er dus bij het sluiten van de overeenkomst of bij het uitvoeren van de werkzaamheden niet van uit kon gaan dat [persoon A] en/of Kabaz bekend was met de bodemgesteldheid en het risico op verzakkingen voor lief nam. Bovendien waren die onderzoeken gericht op de fundering van de bouwwerken op het perceel en niet op de gevolgen van ophoging van de grond voor de aanleg van een tuin.
ATT heeft dus maar in beperkte mate aan haar waarschuwingsplicht voldaan en is in beginsel aansprakelijk voor de schade, met uitzondering van de schade aan de WKO leidingen en bronnen, die is ontstaan door de wijze waarop zij het terrein heeft opgehoogd.
€ 163.969,46. Dat bedrag komt dus niet voor vergoeding in aanmerking en moet in mindering worden gebracht op de door [persoon A] geraamde kosten van terreinherstel.
Die raming sluit op € 560.000,- excl. BTW. Daar moeten de kosten van Van der Windt
(€ 242.935,40 excl. BTW) in mindering op worden gebracht omdat die niet op terreinherstel betrekking hebben. Dat resulteert in een bedrag van € 317.064,50; met 21% BTW is dat
€ 383.648,10. Daarop moet € 163.969,46 in mindering worden gebracht, zodat een bedrag van € 219.678,64 voor vergoeding in aanmerking komt. De overige kritiek van ATT op de raming voor het terreinherstel, namelijk dat onduidelijk is wel deel van de tuin onderheid wordt, slaagt niet nu die door [persoon A] voldoende gemotiveerd is weerlegd met de bij de raming behorende tekeningen en ATT daar verder niet meer op heeft gereageerd.
Van der Windt zou worden uitgevoerd. Daarvoor is bij productie 30 een aparte offerte van Van der Windt bijgevoegd. Voor zover het daarbij gaat om herstel van de WKO-installatie, komen de kosten daarvan, zoals hiervoor al is overwogen, niet voor rekening van ATT.
Wat betreft het vervangen van het vuilwaterriool en de hemelwaterafvoeren heeft [persoon A] gesteld dat deze zijn beschadigd door verzakkingen dichtbij de woning. ATT heeft dat niet gemotiveerd betwist, zodat vaststaat dat [persoon A] in zoverre schade heeft geleden. Volgens ATT is die schade echter veroorzaakt door Van der Windt (4.16 onderdeel d.). Die stelling zal hierna worden beoordeeld.
Van der Windt zijn veroorzaakt, in het licht van de gemotiveerde betwisting door Van der Windt onvoldoende heeft onderbouwd om tot bewijslevering te worden toegelaten.
Dat betekent dat er geen grond is voor het oordeel dat niet ATT maar Van der Windt aansprakelijk is voor de gestelde schade aan de riool- en hemelwaterafvoeren. ATT is dus in beginsel aansprakelijk voor die schade.
[persoon A] niet nader toegelicht. Dat geldt ook voor de overige posten in de raming onder ‘stelposten’. Specifiek met betrekking tot de post ‘grondwerken tbv leidingherstel bijlage’ geldt dat deze niet terugkomt in de hiervoor beoordeelde offerte van Van der Windt (die juist ziet op de kosten van leidingherstel) en ook niet in een ander deel van productie 30. Deze posten zijn onvoldoende onderbouwd. Daarom zal [persoon A] niet in de gelegenheid worden gesteld om deze kostenposten nader te onderbouwen. De gestelde schade is in zoverre niet komen vast te staan.
- Terreinherstel € 219.678,64
- Vuilwaterriool opnieuw aanleggen € 12.500,- excl. 21% BTW
- Hemelwaterafvoeren opnieuw aanleggen € 8.500,- excl. 21% BTW
- Herstel entree woning € 6.743,38 incl. BTW
[persoon A] , naast de veroordeling van ATT tot vergoeding van de door [persoon A] geleden (volledige) schade, geen belang meer, zodat die vordering zal worden afgewezen.
€ 5.428,00(2 punten* x tarief € 2.714)
€ 818,66(€ 92,67 + 92,67 + 92,67 + 268,10 + 272,55)
€ 16.313,87 = € 235.518,15).
€ 6.785,00(2,5 punten* × tarief € 2.714,00)