ECLI:NL:RBROT:2025:901
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag eenmalige energietoeslag voor studenten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een eenmalige energietoeslag over 2023. Eiser, een student die studiefinanciering ontvangt, had op 3 december 2023 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag, maar deze werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Het college handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit op 28 maart 2024. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarop het college met een verweerschrift heeft gereageerd. De rechtbank heeft de zaak op 20 januari 2025 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht is. Eiser betoogt dat de uitsluiting van studenten van de energietoeslag discriminatoir is en in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Hij verwijst naar artikel 1 van de Grondwet en artikel 14 van het EVRM. De rechtbank stelt vast dat artikel 35, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Pw bepaalt dat studenten die studiefinanciering ontvangen, geen recht hebben op de energietoeslag. De rechtbank concludeert dat het uitsluiten van studenten legitiem, doelmatig en proportioneel is, en dat het onderscheid gerechtvaardigd is om overcompensatie te voorkomen. De rechtbank wijst erop dat de ruime beoordelingsvrijheid van lidstaten op het gebied van sociale zekerheid niet vereist dat voor elke regeling onevenwichtigheden worden voorkomen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S. Veling en is openbaar uitgesproken op 27 januari 2025.