Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.de vennootschap naar [buitenlands] recht [gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] B.V.
1.De procedure
- de dagvaardingen van 1 en 11 april 2025, met bijlagen;
- de akte van [gedaagde 1] van 25 juni 2025, met bijlagen;
- de brieven van de gemachtigde van [eiseres] van 25 juni en 7 juli 2025, met bijlagen.
2.De beoordeling
3.De beslissing
- € 2.163,19 bruto per maand, met eenmalig een aftrek van € 3.239,46 netto;
- per mei van ieder jaar vakantietoeslag van 8%;
- per december van ieder jaar eindejaarsuitkering van 5%;
- de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 2.163,19 bruto vanaf 14 februari tot en met 14 mei 2025 en over het restant van de achterstand vanaf 31 juli 2025 tot de dag dat volledig is betaald;