Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een erfrechtelijk geschil na het overlijden van de heer [erflater] op [datum] 2022. De eisers, aangeduid als [eisers c.s.], hebben vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, die optreedt als executeur van de nalatenschap. In een eerder tussenvonnis van 4 december 2024 is geoordeeld dat de gedaagde geen erfgenaam is en ook niet als executeur kan optreden, omdat de testamentaire beschikkingen van de erflater ten aanzien van haar zijn komen te vervallen. De eisers hebben gevorderd dat de gedaagde een vergoeding van € 11.300,- betaalt voor inboedelgoederen, of deze goederen aan hen retourneert. De rechtbank heeft in het eindvonnis geoordeeld dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door inboedelgoederen tot zich te nemen die aan de eisers toebehoren. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld om de Picasso zeefdruk aan de eisers af te geven en een bedrag van € 1.500,- te betalen voor de overige inboedelgoederen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagde rekening en verantwoording moet afleggen over haar beleid als executeur. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.