ECLI:NL:RBROT:2025:8749

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
10/280149-23, 10/014933-24, 10/141229-24 en 10/081589-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Veroordeling voor diefstal in vereniging, wederspannigheid, openlijke geweldpleging en voorbereiden van ontploffing met vrijspraak voor poging tot teweegbrengen ontploffing

Op 2 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte, geboren in 2007, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal in vereniging, wederspannigheid, openlijke geweldpleging en het voorbereiden van een ontploffing. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, wat invloed had op de strafmaat. De verdachte werd veroordeeld tot een jeugddetentie van 54 dagen en een voorwaardelijke werkstraf van 80 uren, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van twee jaar. De rechtbank vernietigde een eerdere strafbeschikking en sprak de verdachte vrij van de poging tot het teweegbrengen van een ontploffing, omdat er onvoldoende bewijs was voor een begin van uitvoering van dat strafbare feit. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verstandelijke ontwikkelingsstoornis en de positieve ontwikkelingen in zijn leven, zoals het behalen van zijn diploma en het hebben van bijbanen. De rechtbank benadrukte het belang van begeleiding door de jeugdreclassering en de noodzaak om de verdachte te helpen bij het voorkomen van recidive.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummers: 10/280149-23, 10/014933-24, 10/141229-24 en 10/081589-24 (gevoegd t.t.z.)
Datum uitspraak: 2 juli 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007,
ingeschreven in de basisregistratie personen (en verblijvende) op het adres:
[adres 1] , [postcode] [plaats 1] ,
raadsman mr. T. Sönmez , advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 18 juni 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De teksten van de tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. van Eck heeft gevorderd:
  • vernietiging van de strafbeschikking in de zaak met parketnummer 10/280149-23;
  • bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummers 10/280149-23, 10/014933-24, 10/141229-24 en 10/081589-24 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 134 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 80 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan de begeleiding van de jeugdreclassering, dat hij op zoek gaat naar een bijbaan en naar school/stage/ dagbesteding gaat en openheid geeft over zijn school- en werkrooster, dat hij meewerkt aan de begeleiding vanuit ChapterNext en indien noodzakelijk meewerkt aan vervolgbegeleiding;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder parketnummers 10/280149-23, 10/014933-24 en 10/141229-24 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De verdediging heeft geen vrijspraak bepleit. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering - parketnummer 10/081589-24
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde poging tot het teweegbrengen van een ontploffing. De verdachte is op 9 maart 2024 naar het bewuste pand, de sportschool [naam sportschool] in [plaats 2] , toegegaan. Hij droeg een plastic tas met daarin een in elkaar gezette vuurwerkbom. Hij had de opdracht gekregen om deze vuurwerkbom te laten ontploffen bij het pand. De verdachte is richting het pand gelopen en pas toen hij daar twee beveiligers zag, heeft hij besloten om een andere kant op te gaan en de bom niet tot ontploffing te brengen. Het voorgaande is te kwalificeren als een begin van uitvoering van het teweegbrengen van een ontploffing.
4.2.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde. De handelingen die de verdachte heeft verricht leveren geen begin van uitvoering van het teweegbrengen van een ontploffing op. De verdachte had het doel om een ontploffing te veroorzaken en hij had een vuurwerkbom bij zich, maar hij heeft geen uitvoeringshandelingen verricht, zoals het aansteken van een lucifer of aansteker. Kijkend naar zijn handelingen is de verdachte in de voorbereidingsfase blijven steken en is hier geen sprake van een voltooide poging. Daarom kunnen alleen de subsidiair tenlastegelegde voorbereidingshandelingen bewezen worden.
4.2.3.
Beoordeling primair ten laste gelegde (poging teweegbrengen ontploffing)
De rechtbank stelt op basis van het onderzoek ter terechtzitting de volgende gang van zaken vast. De verdachte heeft de opdracht gekregen om een vuurwerkbom bij een sportschool in [plaats 2] aan te steken en te laten ontploffen. In de avond van 8 maart 2024 is hij met de trein naar Amsterdam toegegaan en vanaf daar is hij door een ander met een auto naar [plaats 2] gebracht. Tijdens de autorit heeft de verdachte verdere instructies gekregen. Hij is in [plaats 2] afgezet en naar de opgegeven locatie toe gelopen. Ter plaatse aangekomen heeft de verdachte in de omgeving van de sportschool rondgelopen. Een beveiliger, die ingeschakeld was omdat bij de sportschool eerder verdachte situaties hebben plaatsgevonden, is achter de verdachte aan gegaan omdat hij het niet vertrouwde. Na een korte zoektocht heeft de beveiliger de verdachte beetgepakt en vervolgens de politie ingeschakeld. Ondertussen had de verdachte de plastic tas die hij bij zich had weggegooid. De politie heeft niet veel later de verdachte aangehouden en toen bleek dat de verdachte in de plastic tas een vuurwerkbom (een combinatie van zwaar vuurwerk en brandbare vloeistof) bij zich had.
Van een poging tot het plegen van een strafbaar feit is sprake als er een begin van uitvoering van dat strafbare feit is geweest. Daarvan is sprake als er handelingen zijn verricht die, naar hun uiterlijke verschijningsvorm, gericht zijn op voltooiing van het strafbare feit. Het naar de beoogde locatie toe lopen met een vuurwerkbom in een plastic tas, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om te kunnen spreken van een begin van uitvoering van het teweegbrengen van een ontploffing. Er was hier immers nog geen sprake van een handeling die daadwerkelijk gericht was op het teweegbrengen van de ontploffing, zoals bijvoorbeeld het neerzetten van de tas bij de beoogde locatie of het pakken van een aansteker. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde poging tot het plegen van dit strafbare feit.
4.2.4.
Beoordeling subsidiair ten laste gelegde (voorbereidingshandelingen)
Het subsidiair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De verdediging heeft geen vrijspraak bepleit. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.4.
Conclusie
De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummers 10/280149-23, 10/014933-24, 10/141229-24 en 10/081589-24 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10/280149-23
hij op 30 september 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen,
een jas, die geheel aan [slachtoffer 1] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden
heeft weggenomen met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/014933-24:
hij op 16 december 2023 te Rotterdam,
zich met geweld en bedreiging met geweld,
heeft verzet
tegen ambtenaren, [slachtoffer 2] , buitengewoon
opsporingsambtenaar en [slachtoffer 3] , buitengewoon opsporingsambtenaar en
[slachtoffer 4] , buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige
uitoefening van hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte
door
- zich proberen los te trekken,
- om zich heen te slaan,
- zich vast te houden aan een paal en
- zich in tegengestelde richting te bewegen dan waarin voornoemde ambtenaren
hem trachtten te bewegen;
Parketnummer 10/141229-24:
hij op 15 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, aan Zuidplein Hoogin vereniging
geweld heeft gepleegd tegen
een persoon, te weten [slachtoffer 5] , door
die [slachtoffer 5] meermalen, althans eenmaal
- te trappen tegen de rug, en
- te slaan in het gezicht, en
- met een broekriem, althans een hard voorwerp, tegen het gezicht te slaan;
Parketnummer 10/081589-24
subsidiair:
hij op 9 maart 2024 te [plaats 2] , gemeente [gemeente]
ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving
een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het opzettelijk
teweegbrengen van een explosie,
opzettelijk
voorwerpen en stoffen bestemd tot het begaan van dat misdrijf, te weten een
plasticfles met een brandbare vloeistof en twee cobra 6, bevestigd aan elkaar,
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/280149-23:
Diefstal door twee of meer verenigde personen
Parketnummer 10/014933-24:
Wederspannigheid
Parketnummer 10/141229-24:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
Parketnummer 10/081589-24 subsidiair:
Voorbereiding van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich op zestienjarige leeftijd binnen een half jaar schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Allereerst heeft de verdachte op 30 september 2023 samen met anderen een jas uit een auto gestolen. De verdachte heeft hiermee inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaar van de jas.
Op 16 december 2023 heeft de verdachte verzet gepleegd na zijn aanhouding door buitengewoon opsporingsambtenaren. Aangezien zij ten tijde van dit bewezen verklaarde feit in de rechtmatige uitoefening van hun beroep waren, heeft de verdachte hun taakvervulling gefrustreerd. Het handelen van de verdachte getuigt bovendien van gebrek aan respect voor de betrokken buitengewoon opsporingsambtenaren.
Vervolgens heeft de verdachte op 15 februari 2024 samen met anderen geweld gebruikt tegen het slachtoffer [slachtoffer 5] . Het slachtoffer is meerdere keren geslagen en getrapt. De verdachte heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweld en door zijn handelen heeft hij een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en hem pijn toegebracht.
Niet veel later, op 9 maart 2024, heeft de verdachte in opdracht van (een) ander(en) in de nacht een ontploffing voorbereid in [plaats 2] in de buurt van een bedrijfspand waar in die periode meerdere strafbare feiten hebben plaatsgevonden. De verdachte had een fles met brandbare stoffen en daar aan vastgetaped twee Cobra’s bij zich in een plastic tas. Hiermee had hij een ontploffing teweeg kunnen brengen die veel schade zou hebben veroorzaakt. Dergelijke explosies en het voorhanden hebben van vuurwerkbommen zijn bedreigend en beangstigend voor de eigenaars van de betreffende panden. Ook leiden dit soort explosies tot onrust en gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. De rechtbank vindt het zeer zorgelijk dat de verdachte bereid is om tegen betaling zulke ernstige strafbare feiten te plegen en neemt het de verdachte kwalijk dat hij bij het plegen van dit feit enkel heeft gedacht aan zijn eigen financiële gewin. De ontploffing heeft slechts niet plaatsgevonden omdat er twee beveiligers rondliepen die de situatie niet vertrouwden en zij de politie hebben ingeschakeld nadat zij de verdachte hadden vastgepakt.
De rechtbank rekent de verdachte het voorgaande aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 april 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van deskundige op de terechtzitting
Psycholoog [naam psycholoog]heeft ten aanzien van het ten laste gelegde onder parketnummer 10/081589-24 een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 22 augustus 2024. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een normoverschrijdende gedragsstoornis. Dit was evenzo ten tijde van het ten laste gelegde feit en beïnvloedde de gedragingen van de verdachte. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de verdachte vanuit zijn voorgeschiedenis en zijn zwakke tot zeer zwakke cognitieve capaciteiten minder snel kan denken, situaties beperkt kan overzien en zelf onvoldoende tot ontwikkeling heeft kunnen komen, wat heeft geresulteerd in een beperkt inzicht in de eigen en andermans emoties, een beperkt probleemoplossend vermogen, beperkt verbaal- en ruimtelijk inzicht, een trage verwerkingssnelheid, een beperkt affectief geweten, inadequate coping, onvoldoende inzicht in het eigen aandeel en oorzaak/gevolg en het voorop stellen van het eigen belang. De psycholoog adviseert dit ten laste gelegde feit in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
De verdachte heeft volgens de psycholoog toezicht en begeleiding nodig van de jeugdreclassering om de kans op recidive (op lange termijn) te beperken. De psycholoog adviseert om voorgaande als bijzondere voorwaarde op te leggen in het kader van een jeugdreclasseringstoezicht bij een voorwaardelijk strafdeel.
De Raad voor de Kinderbeschermingheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 juni 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Vanuit de jeugdreclassering en ChapterNext wordt positief gesproken over de verdachte. Het gaat goed op school, de verdachte heeft twee bijbanen, wat maakt dat hij een zinvolle vrijetijdsbesteding heeft. Momenteel staat de verdachte op een wachtlijst voor een vervolgopleiding. De verdachte lijkt zich bewust te zijn van de strafbare feiten die hij heeft gepleegd en denkt na over zijn toekomst. Wel is bij de verdachte nog sprake van een vaardigheidstekort, zoals nee zeggen, steviger in je schoenen staan en voor jezelf leren opkomen. De komende tijd dient te worden gewerkt aan het vergroten van deze vaardigheden.
De jeugdreclassering, vertegenwoordigd door [persoon A] , heeft ter zitting toegelicht dat de verdachte goed zijn best doet en vanuit zichzelf hele goede stappen heeft gezet. Hij is op verzoek van zijn jongerencoach in gesprek gegaan met de politie om uit te leggen waar jongeren bij het contact met de politie tegen aan lopen. Verder is de verdachte druk met werken en onderhoudt hij bijna dagelijks contact met zijn jongerencoach vanuit ChapterNext. Voor de begeleiding vanuit ChapterNext is verlenging aangevraagd. De begeleiding is momenteel nog noodzakelijk.
De rechtbank heeft acht geslagen op de rapporten en wat ter terechtzitting door de jeugdreclassering naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
De conclusie van de psycholoog wordt gedragen door haar bevindingen. De rechtbank neemt die conclusie over en maakt die tot de hare. Nu bij de verdachte sprake is van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een normoverschrijdende gedragsstoornis, die ook aanwezig waren ten tijde van het onder parketnummer 10/081589-24 tenlastegelegde feit acht de rechtbank de verdachte voor dit feit verminderd toerekeningsvatbaar.
Straffen
De rechtbank ziet, anders dan door de officier van justitie is geëist, geen aanleiding om een hogere jeugddetentie op te leggen dan het voorarrest van 54 dagen, gelet op het navolgende. De verdachte is niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit en hij heeft in zijn verklaringen bij de politie, bij de rechter-commissaris en ter zitting openheid van zaken gegeven. Hij heeft laten blijken dat hij begrijpt dat zijn handelen niet goed was en heeft ter zitting meerdere malen aangegeven dat hij tot inkeer is gekomen. Daarnaast heeft hij in de schorsingsperiode laten zien dat hij zich inzet voor een betere toekomst. Inmiddels heeft de verdachte zijn diploma gehaald en wil hij starten met een nieuwe opleiding waarvoor hij op de wachtlijst staat. Daarnaast heeft hij twee bijbanen en staat hij in nauw contact met zijn jongerencoach van ChapterNext. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat de feiten langere tijd geleden zijn gepleegd, dat de verdachte in de zaak met parketnummer 10/280149-23 van de bij strafbeschikking opgelegde werkstraf 15 uren heeft verricht en dat de rechtbank voor wat betreft het onder parketnummer 10/081589-24 ten laste gelegde tot een bewezenverklaring van het subsidiaire komt.
Daarnaast zal de rechtbank een geheel voorwaardelijke taakstraf bestaande uit een werkstraf opleggen met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de psycholoog en de jeugdreclassering. De voorwaardelijke straf dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De proeftijd zal worden bepaald op 2 jaar.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 46, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 141, 157, 180 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking onder parketnummer 10/280149-23;
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/081589-24 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder parketnummers 10/280149-23, 10/014933-24, 10/141229-24 en 10/081589-24 subsidiair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentie voor de duur van 54 (vierenvijftig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren;
bepaalt dat deze taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- de verdachte zal zich houden aan de aanwijzingen die zullen worden gegeven door of namens de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering;
- naar school en/of stage dan weldagbesteding, zal gaan volgens rooster, zich daar zal houden aan de regels en afspraken en richting de jeugdreclassering en zijn moeder openheid geeft over zijn school- en werkrooster;
- zal meewerken aan de begeleiding (jongerencoach) van ChapterNext en indien van toepassing opvolgende, passende, begeleiding;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.A. van der Laan-Kuijt, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. A.L. Pöll en L.W.M. Hendriks, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J van Cortenherghe - van Dam, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 juli 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/081589-24
hij op of omstreeks 9 maart 2024 te [plaats 2] , gemeente [gemeente] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
opzettelijk
een ontploffing teweeg te brengen
- in opdracht van onbekend gebleven personen naar Amsterdam is afgereisd en/of
(vervolgens) in een auto is gestapt om zich naar het pand van [naam sportschool] (gevestigd
te [adres 2] ) te laten brengen en/of
- ( vervolgens) een tas met daarin een (plastic)fles met (een) (brandbare) vloeistof en
twee cobra 6, bevestigd aan elkaar, naar het voornoemde pand heeft gebracht,
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het pand en/of de daarom heen
gelegen panden en/of de goederen die zich in die panden bevinden en/of de
voertuigen die aan de straat stonden en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten
verdachte zelf en/of de personen die rondom voornoemd pand aanwezig waren
te duchten was
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 maart 2024 te [plaats 2] , gemeente [gemeente]
ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving
een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het opzettelijk
teweegbrengen van een explosie,
opzettelijk
voorwerpen en/of stoffen bestemd tot het begaan van dat misdrijf, te weten een
(plastic)fles met (een) (brandbare) vloeistof en twee cobra 6, bevestigd aan elkaar,
voorhanden heeft gehad.
Parketnummer 10/280149-23
hij op of omstreeks 30 september 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een jas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/014933-24
hij op of omstreeks 16 december 2023 te Rotterdam,
zich met geweld en/of bedreiging met geweld,
heeft verzet
tegen een ambtenaar/ambtenaren, [slachtoffer 2] , buitengewoon
opsporingsambtenaar en/of [slachtoffer 3] , buitengewoon opsporingsambtenaar en/of
[slachtoffer 4] , buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige
uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte
door
- zich proberen los te trekken,
- om zich heen te slaan,
- zich vast te houden aan een paal en/of
- zich in tegengestelde richting te bewegen dan waarin voornoemde ambtenaren
hem trachtten te bewegen;
Parketnummer 10/141229-24
hij op of omstreeks 15 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, aan Zuidplein Hoog, in elk geval op of aan de openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen
een persoon, te weten [slachtoffer 5] , door
die [slachtoffer 5] meermalen, althans eenmaal
- te trappen op/tegen de rug, althans tegen het lichaam en/of
- te slaan in/op/tegen het gezicht, althans tegen het lichaam en/of
- met een broekriem, althans een hard voorwerp, in/op/tegen het gezicht te slaan;