ECLI:NL:RBROT:2025:8744

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juni 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
C/10/701276 / KG ZA 25-561
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor verkoop van onroerende zaak in kort geding na ontbinding huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak, die op 20 juni 2025 werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.P. Kloppenburg, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet verschenen is. De eiser, die de Nederlandse nationaliteit heeft, is sinds januari 2021 eigenaar van een woning in [plaats 2] en heeft deze recent verkocht voor € 495.000,00. Echter, hij kwam erachter dat de woning mogelijk deel uitmaakt van een ontbonden, maar nog niet verdeelde, huwelijksgoederengemeenschap met gedaagde, die de Chinese nationaliteit heeft. Eiser vordert toestemming om de woning te verkopen en te leveren, omdat hij vreest dat de kopers bij niet-nakoming van de koopovereenkomst schadevergoeding en boetes zullen eisen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de procedure bevoegd is, aangezien het gaat om een onroerende zaak in Nederland en Nederlands recht van toepassing is. De rechter verleent verstek tegen gedaagde, die niet is verschenen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende aannemelijkheid is dat gedaagde niet benadeeld wordt door de verkoop van de woning, omdat deze voor een reële prijs wordt verkocht. De vordering van eiser wordt toegewezen, en de voorzieningenrechter verleent vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning, waarbij het vonnis dezelfde kracht heeft als de vereiste wilsverklaring van gedaagde. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/701276 / KG ZA 25-561
Vonnis in kort geding van 20 juni 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. M.P. Kloppenburg te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen en buiten Nederland,
gedaagde,
niet verschenen.
Eiser wordt hierna ‘ [eiser] ’ genoemd. Gedaagde wordt als ‘ [gedaagde] ’ aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het procesdossier bestaat uit de dagvaarding van 13 juni 2025 met producties 1 tot en met 7.
1.2.
De mondelinge behandeling vond op 20 juni 2025 plaats. [eiser] verscheen daar met zijn advocaat. [gedaagde] is niet verschenen.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter verleent verstek tegen [gedaagde] . Zij is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, terwijl bij haar oproeping alle wettelijke termijnen en regels in acht zijn genomen.
2.2.
[eiser] en [gedaagde] zijn met elkaar gehuwd geweest van [datum 1] 2013 tot en met [datum 2] 2025. [eiser] heeft de Nederlandse nationaliteit. [gedaagde] heeft de Chinese nationaliteit.
2.3.
[eiser] is sinds januari 2021 eigenaar van de woning aan [adres] te [plaats 2] ( [postcode] ) (hierna: de woning). [eiser] heeft de woning recent verkocht aan derden voor een bedrag van € 495.000,00.
2.4.
De voorzieningenrechter is bevoegd nu deze betrekking heeft op een onroerende zaak in Nederland. Op de vordering van [eiser] is Nederlands recht van toepassing.
2.5.
[eiser] is er in het kader van de voorbereiding van de overdracht van de woning achter gekomen dat deze mogelijk deel uitmaakt van een ontbonden, maar nog niet verdeelde, huwelijksgoederengemeenschap, en dat hij dus mogelijk niet bevoegd was en is de woning te verkopen en leveren aan de kopers zonder de medewerking van [gedaagde] . [eiser] leefde in de veronderstelling dat hij onder huwelijkse voorwaarden (koude uitsluiting) met [gedaagde] was gehuwd, maar hij heeft de betreffende akte huwelijkse voorwaarden niet kunnen achterhalen en deze is ook niet ingeschreven. Inmiddels twijfelt hij of destijds wel een akte is opgemaakt. [eiser] vraagt nu kort gezegd toestemming de woning te mogen verkopen en leveren, zodat hij op korte termijn – op 20 juni 2025 om 16.30 uur – zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst kan nakomen. In verband met de ontstane onzekerheid over de verkoop- en leveringsbevoegdheid van [eiser] , hebben de kopers hem in gebreke gesteld. [eiser] vreest dat zij bij niet-nakoming een schadevergoeding en boete zullen vorderen, en mogelijk ook van de koop afzien. Hij stelt daarom dat hij een spoedeisend belang heeft bij een beslissing.
2.6.
De zaak heeft gelet op het voorgaande een spoedeisend belang
2.7.
De voorzieningenrechter neemt tot uitgangspunt dat partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, bij gebreke van een akte huwelijkse voorwaarden. Dit betekent dat de woning deel uitmaakt van een ontbonden, maar niet verdeelde, huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiser] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] als deelgenoot in deze gemeenschap niet wordt benadeeld als de vordering wordt toegewezen, omdat de woning wordt verkocht voor een reële prijs. Ter zitting heeft de makelaar-taxateur – [persoon A] van Wisse Makelaardij B.V. te Hendrik-Ido-Ambacht – aangaande de waarde van de woning telefonisch laten weten dat de vraagprijs is gesteld op € 489.000,00, gebaseerd op recente verkoopopbrengsten van vergelijkbare objecten in de nabije omgeving van de woning, dat deze vraagprijs boven de WOZ-waarde ligt, en dat de laatprijs uiteindelijk hoger was dan de vraagprijs.
2.8.
De vordering van [eiser] komt de voorzieningenrechter gelet op een en ander niet ongegrond of onrechtmatig voor. Daarom en nu een spoedige levering ter voorkoming van een boete en/of verdere kosten in het belang van beide partijen is, wordt de vordering toegewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent [eiser] vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning aan [adres] te [plaats 2] ( [postcode] ) en bepaalt dat dit vonnis dezelfde kracht heeft en in de plaats treedt van de vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van [gedaagde] voor de koopovereenkomst en de akte van levering van genoemde woning;
3.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2025.3820/106