ECLI:NL:RBROT:2025:8714

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
10-231732-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere oplichtingen met valse hoedanigheden en samenweefsel van verdichtsels

Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere oplichtingen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest, voor het plegen van zes oplichtingen en het doen plegen van oplichting. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gebruik had gemaakt van valse namen en hoedanigheden, en een samenweefsel van verdichtsels had gecreëerd om slachtoffers te misleiden. De feiten vonden plaats tussen april 2024 en mei 2024, waarbij de verdachte slachtoffers overtuigde om geldbedragen te betalen voor niet-bestaande vliegtickets en andere goederen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op geraffineerde wijze te werk ging, wat leidde tot aanzienlijke financiële en emotionele schade voor de slachtoffers. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging en concludeerde dat de verdachte alle ten laste gelegde feiten had begaan. De vorderingen van de benadeelde partijen werden grotendeels toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding en wettelijke rente toekende. De uitspraak benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-231732-24
Datum uitspraak: 17 juli 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te district [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
[detentieadres] ,
raadsman mr. S. de Leon, advocaat te Almere.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 juli 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Aandewiel heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 t/m 7 ten laste gelegde ((doen plegen van) oplichting);
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 64 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Standpunt verdediging
De verdachte dient van alle ten laste gelegde feiten worden vrijgesproken. Primair kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte één of meer oplichtingsmiddelen heeft aangewend. Subsidiair kan niet worden bewezen dat de aangevers door het handelen van de verdachte zijn bewogen tot afgifte van enig goed of het aangaan van een schuld. Meer subsidiair geldt dat de aangevers gelet op de in het algemeen verkeer vereiste omzichtigheid de onjuiste voorstelling van zaken hadden moeten doorzien.
Beoordeling
Voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen teneinde daarvan misbruik te maken. De verdachte moet een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Bij de oplichtingsmiddelen die bestaan uit het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, gaat het er in de kern om dat het handelen van de verdachte ertoe kan leiden dat bij de ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen met betrekking tot de 'persoon' van de verdachte, waarbij die onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen teneinde daarvan misbruik te maken. Bij het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels gaat het in de kern om gesproken en/of geschreven uitingen die bij die ander een op meer dan een enkele leugenachtige mededeling gebaseerde onjuiste voorstelling van zaken in het leven kunnen roepen. Van een 'meer dan een enkele leugenachtige mededeling' kan niet slechts sprake zijn indien meerdere duidelijk van elkaar te scheiden leugens kunnen worden aangewezen, maar ook indien sprake is van een leugenachtige mededeling van voldoende gewicht, in combinatie met andere aan de verdachte toe te rekenen omstandigheden die tot misleiding van het beoogde slachtoffer kunnen leiden, zoals het misbruik maken van een door de verdachte opgebouwde vertrouwensrelatie met het beoogde slachtoffer.
Het gebruik van oplichtingsmiddelen
De verdachte heeft bij de politie en vervolgens op zitting een bekennende verklaring afgelegd waarbij hij specifiek is ingegaan op alle, per gedachtestreepje tenlastegelegde, handelingen. Op basis van deze verklaring en op grond van de bewijsmiddelen staat het volgende vast.
In april 2024 ontmoette de verdachte aangeefster [aangeefster 1] op haar werk, waarbij hij zich voorstelde als [naam 1] en vertelde dat hij een goede baan had bij de Koninklijke Marechaussee, Schiphol of KLM en zo goedkope tickets naar Suriname kon regelen. In de daaropvolgende weken won hij haar vertrouwen en dat van haar dochters, de aangeefsters [aangeefster 2] en [aangeefster 3] , alsmede dat van haar toenmalige schoonzoon aangever [aangever] . De verdachte heeft gaandeweg een constructie opgezet waarbinnen hij hen liet geloven dat hij ook voor anderen tickets kon regelen en dat hij ook nieuwe banen en een nieuwe woning voor hen had geregeld. Daarbij heeft de verdachte [aangeefster 3] en [aangever] valse arbeidscontracten laten tekenen en het gezin een bosje bloemen en sleutels voor een zogenaamd geregelde nieuwe woning opgestuurd, met – zoals hij zelf heeft verklaard – als doel en opzet om [aangeefster 3] vertrouwen te geven om haar de tickets te laten verkopen. In het inmiddels gegroeide vertrouwen heeft hij aangeefster [aangeefster 3] voorgewend dat zij werkzaam was voor KLM. Zij heeft in die veronderstelling aan haar netwerk een grote hoeveelheid nog niet definitief geboekte vliegtickets verkocht. Hij heeft doelbewust [aangeefster 3] tickets laten verkopen die hij nooit van plan was te leveren. De verdachte zorgde voor boekingscodes en e-tickets voor de potentiële kopers die hij verkreeg door vliegtickets te reserveren en met deze boekingscodes werden de kopers in de waan gebracht dat zij een echt ticket hadden gekocht. De reserveringen werden echter uiteindelijk niet binnen de daarvoor gestelde termijn betaald, waardoor de geldigheid van de tickets verviel en de enkele boekingscode niets waard was. Het geld dat mensen hiervoor betaalden in de veronderstelling dat zij een echt ticket kochten, kwam op de rekening van aangeefster [aangeefster 3] . Dit geld maakte zij op verzoek van de verdachte vervolgens over naar een rekening waar de verdachte de beschikking over had. Met dezelfde valse naam/hoedanigheid en met een samenstel van leugens heeft hij [aangeefster 2] , [aangeefster 1] en [aangever] ertoe bewogen om geld en een mobiele telefoon aan hem af te staan.
Voordat de verdachte de tickets liet verkopen door [aangeefster 3] , verkocht hij ze zelf. Met een grotendeels overeenkomende modus operandi, dit maal onder zijn eigen naam, deed hij alsof hij via een goede baan en door contacten goedkoop tickets kon verkopen aan het netwerk van zijn vriendin [naam 2] . Zo heeft hij door middel van het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenstel van leugens, ook dit netwerk bewogen tot de afgifte van geldbedragen voor tickets die hij nooit van plan was te leveren. De verdachte heeft ook bekend dat hij met een nepaccount de woning van vriendin [naam 2] op Marktplaats heeft gezet, bezichtigingen heeft geregeld, een vals huurcontract heeft opgestuurd en dat hij de aangevers huur en borg liet betalen.
De rechtbank is van oordeel dat het handelen van de verdachte zich laat kwalificeren als oplichting door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels. Hiermee heeft hij bij de aangevers bewust een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen met als doel en gevolg dat deze zijn bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedragen of goederen.
Door gebruikmaking van een valse naam, een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels heeft de verdachte steeds situaties gecreëerd waarbinnen de aangevers door zijn constructie direct of indirect zijn bewogen tot betaling van een geldbedrag voor vliegtickets die in werkelijkheid niet bestonden. Daarnaast heeft de verdachte aangeefster [aangeefster 3] valselijk vliegtickets laten verkopen, terwijl aangenomen kan worden dat zij hiervan niet op de hoogte was. Hij heeft op nauwkeurig uitgedachte en geplande wijze een gezin met bijbehorend netwerk en het netwerk van zijn vriendin op allerlei verschillende manieren opgelicht. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat geen sprake was van een situatie waarin de aangevers gelet op de in het algemeen verkeer vereiste omzichtigheid de onjuiste voorstelling van zaken hadden moeten doorzien. De verweren worden verworpen gelet op de bekennende verklaring van de verdachte in combinatie met de bewijsmiddelen.
Bewezen is dat de verdachte alle aan hem ten laste gelegde oplichtingen heeft begaan.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 12 april 2024 tot en met 19 mei 2024 te Rotterdam,
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangeefster 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed het aangaan van een schuld , te weten meerdere geldbedragen van in totaal €53.940 (voor de zogenaamde vliegtickets) en €1.971,18 (voor VOG, werkkleding, schoenen, paspoort en een iPad) en een telefoon (iPhone 15 Pro max), door:
- zich voor te doen als ene [naam 1] , werknemer van de Koninklijke Marechaussee en/of Schiphol en- deze [aangeefster 3] een baan aan te bieden op Schiphol en deze [aangeefster 3] een vals arbeidscontract met Schiphol Amsterdam te laten tekenen en deze [aangeefster 3] een vals KLM-badgenummer te verschaffen en- deze [aangeefster 3] te vragen een geldbedrag van €522,18 over te maken voor het regelen van werkkleding, schoenen, een VOG en een paspoort en
- deze [aangeefster 3] een iPhone 15 te laten aanschaffen voor haar werk op Schiphol en deze [aangeefster 3] mede te delen dat deze iPhone naar Schiphol moest voor het installeren van apps en- deze [aangeefster 3] een bericht te sturen (zogenaamd namens [naam 3] , KLM Agent) waarin stond dat [aangeefster 3] een Apple iPad Pro moest aanschaffen voor trainingsdoeleinden en examens en haar vervolgens mede te delen dat een collega van hem, verdachte, de iPad nu zou kunnen kopen en inleveren op Schiphol en deze [aangeefster 3] vervolgens voor de aanschaf van deze iPad een tikkie-betaalverzoek te sturen en
- deze [aangeefster 3] mede te delen dat het verkopen van vliegtickets bij haar werkzaamheden hoorde en dat zij in haar trainingsperiode zat en minimaal 5 tickets moest verkopen en deze [aangeefster 3] boekingscodes te sturen en door deze [aangeefster 3] te instrueren hoe zij moest reageren op vragen en berichten van klanten en- deze [aangeefster 3] een groot aantal vliegtickets te laten verkopen en deze [aangeefster 3] tikkie-betaalverzoeken te sturen;
2
hij in de periode
van 12april 2024 tot en met 19 mei 2024 te Rotterdam, een ander dan verdachte, te weten [aangeefster 3] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het doen aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels een groot aantal personen telkens heeft doen bewegen tot de afgifte van een of meer geldbedragen van in totaal €53.940,-, door met bovenstaand omschreven oogmerk, middellijk dan wel onmiddellijk, telkens valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- die ander zich bij deze personen te doen voordoen als werknemer van KLM en/of aan die personen een vals badgenummer te doen tonen/noemen en- aan deze personen een grote hoeveelheid valse vliegtickets te doen verkopen en/of boekingscodes aan die personen toe te sturen en- deze personen geldbedragen naar die ander te doen overmaken;
3
hij in de periode van
12april 2024 tot en met 19 mei 2024 te Rotterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het aangaan van een schuld , te weten 525 euro en een telefoon (merk Samsung, type S24 Ultra), door:
- zich voor te doen als ene [naam 1] , werknemer van de Koninklijke Marechaussee en/of Schiphol en- deze [aangeefster 3] een stageplek aan te bieden bij de juridische afdeling van Schiphol en haar mede te delen dat zij aldaar van 10 februari 2025 tot 12 mei 2025 stage kon lopen en- deze [aangeefster 3] mede te delen dat Schiphol haar rijbewijs grotendeels zou betalen en dat zij een deel van het rijbewijs zelf moest betalen en deze [aangeefster 3] vervolgens een betaalverzoek te sturen en- deze [aangeefster 3] mede te delen dat zij een mobiele telefoon moest kopen voor haar stage, welke kosten zouden worden terugbetaald door Schiphol
en
- aangeefster (met haar moeder) een telefoonabonnement te laten afsluiten en tegen aangeefster te zeggen dat deze telefoon aan hem moest worden gegeven voor het installeren van apps;
4
hij in de periode van
12april 2024 tot en met 5 mei 2024 te Rotterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het aangaan van een schuld , te weten meerdere geldbedragen van (in totaal) €6.687,-, door
- zich voor te doen als ene [naam 1] , werknemer van de Koninklijke Marechaussee en/of Schiphol en- deze [aangeefster 1] mede te delen dat hij goedkope vliegtickets kon regelen en haar een bericht te sturen met een link hiervoor en die [aangeefster 1] mede te delen dat hij een speciaal ticket kon regelen waarmee zij zelf de datum kon bepalen om te reizen en
- deze [aangeefster 1] een arbeidscontract aan te bieden bij [naam instelling] en en- deze [aangeefster 1] te vertellen dat hij een woning voor haar en haar dochters en schoonzoon kon regelen en een Funda-link door te sturen en deze [aangeefster 1] te vertellen dat zij hiervoor €6000 euro notariskosten hoefde te betalen en een bosje bloemen en sleutels naar aangeefster op te sturen en berichten naar aangeefster te sturen (zogenaamd namens zijn, verdachtes, broer) waarin stond dat [naam 1] een auto ongeluk had gehad en was overleden;
5
hij in
de periode van 12april 2024 tot en met 5 mei 2024 te Rotterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een bedrag van €896,68, door:- zich voor te doen als ene [naam 1] , werknemer van de Koninklijke Marechaussee en
- deze [aangever] een baan aan te bieden bij de douane op Schiphol en een vals arbeidscontract te laten tekenen en- deze [aangever] te vertellen dat hij geld moest overmaken voor werkkleding, politiescreening en een wapenvergunning voor deze baan en- deze [aangever] mede te delen dat hij een woning voor hem zou regelen in Barendrecht en
- deze [aangever] een woning aan te bieden en aangever te vragen geld over te maken voor gas, elektriciteit en water voor deze woning in Barendrecht;
6
hij in de periode van 1 september 2023 tot en met 24 september 2024 te Rotterdam en Den Haag en Geldrop met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
- [naam 4] tot een geldbedrag van €510,- en- [naam 2] tot geldbedragen van in totaal €1.425,- en- [naam 5] tot een geldbedrag van €510,- en- [naam 6] tot geldbedragen van in totaal €1.020,- en
- [naam 7] tot een geldbedrag van €1.100,- en- [naam 8] tot geldbedragen van in totaal €510,-
door telkens valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voor te doen als (voormalig) werknemer van de Douane en/of een reisbureau en- voornoemde personen mede te delen dat zijn, verdachtes, neef werkzaam was bij een reisbureau genaamd [naam reisbureau] en/of Schiphol reizen en dat hij, verdachte, met voornoemde reisbureaus samenwerkte en- voornoemde personen mede te delen dat hij, verdachte, goedkope vliegtickets voor hen zou kunnen regelen en/of dat er een actie met betrekking tot vliegtickets zou zijn en- voornoemde personen te vragen om hun gegevens aan hem door te geven zodat hij de tickets zou gaan boeken en- voornoemde personen Tikkie-betaalverzoeken te sturen en/of te vragen om de betaling contant te voldoen;
7
hij in de periode van 30 januari 2024 tot en met 5 februari 2024 te Den Haag en Rotterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 9] en [naam 10] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een bedrag van €1.700,- door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- een woning aan de [adres] te huur aan te bieden via een advertentie op Marktplaats.nl en- voornoemde personen deze woning te laten bezichtigen en- een vals huurcontract op te maken op naam van [naam 2] en voornoemde personen dit valse huurcontract toe te sturen en- voornoemde personen mede te delen dat zij borg en huur moesten betalen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.oplichting;

2.doen plegen van oplichting;

3.oplichting;

4.oplichting;

5.oplichting;

6.oplichting, meermalen gepleegd;

7.oplichting.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft in de periode van september 2023 tot en met mei 2024 zeven oplichtingen gepleegd. De verdachte heeft een gezin bestaande uit moeder, dochters en toenmalige schoonzoon een nieuwe baan of stage en een nieuwe woning aangeboden. Om aan het werk te kunnen en de woning te kunnen betrekken heeft de verdachte hen goederen laten aanschaffen en bedragen laten betalen. In alle gevallen bleek deze baan niet te bestaan en de woning niet geregeld. De verdachte heeft ook in Den Haag een woning aangeboden via Marktplaats en heeft potentiële huurders de woning laten bezichtigen, een vals huurcontract laten tekenen en borg en huur laten betalen. Daarnaast heeft de verdachte eerst zelf via het netwerk van zijn vriendin nepvliegtickets verkocht en daarna de oudste dochter van het gezin fraude met nepvliegtickets laten plegen. De oudste dochter heeft binnen haar netwerk (waaronder familie en vrienden) meer dan negentig nepvliegtickets verkocht. Toen de constructie die de verdachte had bedacht dreigde in te storten omdat de waarheid aan het licht zou komen, heeft de verdachte zijn eigen dood in scène gezet.
Met zijn handelen heeft de verdachte op geraffineerde wijze geldbedragen van de slachtoffers verkregen. Naast grote financiële schade heeft het handelen van de verdachte voor de slachtoffers ook emotionele gevolgen gehad. Slachtoffer zijn van oplichting levert gevoelens van schaamte, onmacht en stress op. De verkoop van de vliegtickets leverde schrijnende situaties op waarin sommige slachtoffers er pas op Schiphol achter kwamen dat de tickets nep waren. Van het gezin dat de verdachte heeft toegelaten in hun leven en in wie zij hun vertrouwen hebben gesteld, heeft hij op zeer vergaande en doortrapte wijze misbruik gemaakt. De slachtoffers zijn hun huis en hun baan verloren. Hun gevoel van veiligheid en vertrouwen in de medemens is ernstig aangetast en heeft gezorgd voor gevoelens van schaamte, stress en angst. Zij ondervinden nog dagelijks de gevolgen van het handelen van de verdachte.
Tijdens de verschillende verhoren die van de verdachte zijn afgenomen, maar ook tijdens gesprekken met de psycholoog en tijdens de behandeling op zitting heeft de verdachte de feiten steeds bekend. Dit zou op zichzelf in het voordeel van de verdachte kunnen werken, ware het niet dat hij hierbij opvallend vaak wisselend en vaak in strijd met eerdere beweringen verklaarde. Hierdoor is de indruk ontstaan van een man die nauwelijks in staat blijkt de volledige waarheid te vertellen en steeds weer in de neiging vervalt zijn verhaal anders, mooier, voor te doen dan dit in werkelijkheid is. Gezien het verleden van de verdachte, alsmede het continue karakter van zijn oplichtingspraktijken en de weinig doorleefd empathische reactie van de verdachte op hetgeen hij zijn slachtoffers heeft aangedaan, is voor een strafmatigend effect van zijn proceshouding geen ruimte.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 mei 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De verdachte is meermaals veroordeeld tot forse gevangenisstraffen voor oplichting. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee.
7.3.2.
Rapportages
Psycholoog [naam 11] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 4 april 2025. In het rapport is omschreven dat de verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale- en narcistische trekken. De persoonlijkheidsstoornis bestaat uit een langdurig en doordringend patroon van aan anderen schade berokkenend gedrag, die zich heeft ontwikkeld bij de verdachte in zijn vroege jeugd en waarvan de uitingen zich voordoen vanaf de adolescentie. Vanuit emotionele beschadiging en gewoontegedrag heeft de verdachte het nodig anderen in zijn macht te brengen door het vlechten van een listig net, waarin hij onvoldoende wordt geremd door zijn geweten. Door oplichting bevredigt de verdachte zijn behoefte naar aanzien en erkenning, doordat een ander graag iets van hem wil. De stoornis was ook aanwezig ten tijde van de tenlastegelegde feiten. De psycholoog adviseert om het tenlastegelegde volledig – tot hooguit in enigszins (licht) verminderde mate toe te rekenen. De psycholoog concludeert dat de verdachte terdege op de hoogte was van het ongeoorloofde van zijn gedrag en dat hij zeer doelbewust en planmatig aan de slag is gegaan. De oplichtingen zijn nauwkeurig uitgedacht en gepland en nemen vele handelingen in beslag over langere tijd. De kans op herhaling wordt als hoog ingeschat en de verwachting is dat de verdachte met of zonder behandeling zal recidiveren. De psycholoog kan geen aanbeveling doen die het recidivegevaar doeltreffend kan terugdringen.
De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van Reclassering Nederland over de verdachte, gedateerd 29 november 2024. Reclassering Nederland heeft na het uitbrengen van het rapport van de psycholoog de officier van justitie bericht dat de reclassering zich aansluit bij het advies van de psycholoog en dat in het opleggen van voorwaarden geen meerwaarde wordt gezien.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusie van de psycholoog gedragen wordt door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de zitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. De conclusie van de psycholoog in combinatie met het strafblad van de verdachte waarop meerdere oplichtingen staan, maakt dat de feiten door de rechtbank geheel aan de verdachte worden toegerekend.
Gezien de ernst van de feiten, de lange periode waarin de verdachte zijn oplichtingspraktijken heeft voortgezet, het strafblad van de verdachte en het aantal personen dat slachtoffer is geworden van het handelen van de verdachte is alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Gelet daarop zal de rechtbank de officier van justitie niet geheel volgen in zijn eis en een lagere gevangenisstraf opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden straf met aftrek van voorarrest passend en geboden. [1]

8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

8.1.
Vorderingen van de benadeelde partijen
In totaal hebben 32 slachtoffers als benadeelde partij een vordering tot vergoeding van materiële schade en/of immateriële schade ingediend. Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis zijn in de overzichtstabel in paragraaf 8.4 de namen van de benadeelde partijen in alfabetische volgorde opgenomen. De namen zijn verbonden aan de nummers 1 t/m 32 en bij de beoordeling in paragraaf 8.5 zal steeds worden verwezen naar deze nummers.
8.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de ingediende vorderingen die betrekking hebben op rechtstreekse materiële schade. Het gaat hierbij om de door benadeelde partijen overgemaakte geldbedragen, contant betaalde geldbedragen en de aanschaf van goederen zoals omschreven in de bewezenverklaring. De gevorderde materiële schade die in een te ver verwijderd verband staan van het bewezenverklaarde en daarom niet als rechtstreekse schade kan worden aangemerkt, moet niet-ontvankelijk worden verklaard. De officier van justitie heeft gevorderd om de benadeelde partij [benadeelde partij 25] niet-ontvankelijk te verklaren.
De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd de benadeelde partijen die immateriële schade vorderen niet-ontvankelijk te verklaren voor zover de immateriële schade onvoldoende is onderbouwd. De immateriële schade die wordt gevorderd door de benadeelde partijen [benadeelde partij 8] , [benadeelde partij 22] , [benadeelde partij 21] en [benadeelde partij 29] kan geheel worden toegewezen.
De officier van justitie heeft bij vorderingen die (deels) worden toegewezen gevorderd de wettelijke rente toe te wijzen en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.3.
Standpunt verdediging
Primair dienen alle benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vordering gelet op de bepleite vrijspraak.
Subsidiair is ten aanzien van de vorderingen van de benadeelden partijen [benadeelde partij 8] , [benadeelde partij 22] , [benadeelde partij 21] en [benadeelde partij 25] aangevoerd dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard omdat het tijdstip waarop de vorderingen zijn ingediend een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, dan wel omdat dat de benadeelde partij geen schadebedrag heeft ingevuld.
Subsidiair heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien vorderingen van de benadeelde partijen van [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 12] , [benadeelde partij 16] , [benadeelde partij 19] , [benadeelde partij 20] , [benadeelde partij 23] en [benadeelde partij 31] .
De overige vorderingen zijn ook in subsidiaire zin betwist door de verdediging waarbij ten eerste geldt dat de kosten voor de aanschaf van vliegtickets (feiten 2 en 6) voor anderen geen directe schade is voor de betreffende benadeelde partij. Ook moet de materiële schade worden verminderd met €80,- per vliegticket omdat dit bedrag niet ten gunste van de verdachte is gekomen.
8.4.
Overzicht benadeelde partijen en standpunten
Benadeelde partij
Welk feit
Gevorderd materieel
Gevorderd immaterieel
Standpunt OM
Standpunt verdediging
1 [benadeelde partij 1]
2
€ 3.285,19
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
2 [benadeelde partij 2]
2
a € 1.805
b € 200
a Toewijzen
b Niet-ontvankelijk
Betwist
3 [benadeelde partij 3]
2
€ 2.235
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
4 [benadeelde partij 4]
2
€ 3.992,82
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
5 [benadeelde partij 5]
7
€ 1.700
n.v.t.
Toewijzen
Niet betwist
6 [benadeelde partij 6]
2
a € 2.155,64 +
b € 6,50 proceskosten
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
7 [benadeelde partij 7]
2
a € 2.012,92
b € 6 proceskosten
n.v.t.
a Toewijzen
b Niet-ontvankelijk
Betwist
8 [benadeelde partij 8]
4
a € 1.500
b € 5.563,60
c € 1.225
d € 1.097,64 +
€ 1.985
e € 90,81
f € 2.000
a, b, c, e, f Toewijzen
d Niet-ontvankelijk
Betwist
9 [benadeelde partij 9]
2
€ 795
n.v.t.
Deels toewijzen tot
€ 500, het overige niet-ontvankelijk
Betwist
10 [benadeelde partij 10]
2
€ 1.340
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
11 [benadeelde partij 11]
2
a € 4.103,46
b € 3.000
a Toewijzen
b Niet-ontvankelijk
Betwist
12 [benadeelde partij 12]
2
€ 2.665
n.v.t.
Toewijzen
Niet betwist
13 [benadeelde partij 13]
2
€ 6.123,03
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
14 [benadeelde partij 14]
2
€ 6.000
n.v.t.
Deels toewijzen tot
€ 5.839,55, het overige niet-ontvankelijk
Betwist
15 [benadeelde partij 15]
6
€ 1.020
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
16 [benadeelde partij 16]
6
€ 510
n.v.t.
Toewijzen
Niet betwist
17 [benadeelde partij 17]
2
€ 1.935
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
18 [benadeelde partij 18]
2
a € 683,91
b € 1.000
a Toewijzen
b Niet-ontvankelijk
Betwist
19 [benadeelde partij 19]
2
€ 645
n.v.t.
Toewijzen
Niet betwist
20 [benadeelde partij 20]
2
€ 683,91
n.v.t.
Toewijzen
Niet betwist
21 [benadeelde partij 21]
3
a € 525
b € 384,96
c € 2.000
Toewijzen
Betwist
22 [benadeelde partij 22]
1 en 2
a € 522,18 (kleding, schoenen, paspoort, VOG)
b € 1.449 (iPad)
c € 3.000
Toewijzen
Betwist
23 [benadeelde partij 23]
2
€ 980
n.v.t.
Toewijzen
Niet betwist
24 [benadeelde partij 24]
6
€ 1.425
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
25 [benadeelde partij 25]
2
Geen bedrag genoemd
n.v.t.
Niet-ontvankelijk
Betwist
26 [benadeelde partij 26]
2
a € 1.771,73
b € 1.500
a Toewijzen
b Niet-ontvankelijk
Betwist
27 [benadeelde partij 27]
6
€ 1.630
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
28 [benadeelde partij 28]
2
€ 3.986,73
n.v.t.
Deels toewijzen tot
€ 645, het overige niet-ontvankelijk
Betwist
29 [benadeelde partij 29]
5
a € 1.652,48
b € 1.000
a Deels toewijzen tot € 896,98, het overige niet-ontvankelijk
b Toewijzen
Betwist
30 [benadeelde partij 30]
2
a € 1.367,82
b € 2.000
a Toewijzen
b Niet-ontvankelijk
Betwist
31 [benadeelde partij 31]
2
€ 3.020
n.v.t.
Toewijzen
Niet betwist
32 [benadeelde partij 32]
2
€ 1.415
n.v.t.
Toewijzen
Betwist
8.5.
Beoordeling
8.5.1.
Ontvankelijkheid vorderingen benadeelde partijen 8, 21, 22 en 25
De benadeelde partij 25 heeft geen bedrag genoemd in de vordering. Omdat benadeelde partij 25 niet gesteld heeft schade te hebben geleden zal de rechtbank benadeelde partij 25 niet-ontvankelijk verklaren in diens vordering.
De vorderingen van de benadeelde partijen 8, 21 en 22 zijn drie dagen voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling ingediend. Een benadeelde partij kan volgens artikel 51g van het Wetboek van Strafrecht een vordering indienen totdat de officier van justitie het requisitoir voert. Omdat de vorderingen drie dagen voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling zijn ingediend en niet van zodanig complexe aard zijn, levert de behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen 8, 21 en 22 geen onevenredige belasting van het strafgeding op. verweer verworpen. Het verweer van de verdediging wordt verworpen. De benadeelde partijen 8, 21 en 22 zijn ontvankelijk in hun vorderingen.
In het navolgende zullen de overige vorderingen worden besproken.
8.5.2.
Materiële schade feit 1 en 2
De benadeelde partij 22 heeft een vordering ingediend voor vergoeding van de door haar geleden schade door de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten. Zij vordert vergoeding van de door haar door deze feiten betaalde bedragen voor een iPad, paspoort, werkkleding en schoenen en aanvraag van een VOG. De gevorderde materiële schade is rechtstreekse schade en is voldoende onderbouwd. De vordering zal voor het materiële gedeelte geheel worden toegewezen.
8.5.3.
Materiële schade feit 2
Benadeelde partijen 1, 2, 3, 4, 10, 11, 12, 13, 17, 18, 19, 20, 23, 26, 30, 31 en 32
De benadeelde partijen hebben een vordering ingediend voor vergoeding van de door hen geleden materiële schade door het onder 2 bewezenverklaarde feit. De gevorderde materiële schade is rechtstreekse schade en is steeds door de aangifte en het dossier, al dan niet in combinatie met aanvullende stukken bij het verzoek tot schadevergoeding, voldoende onderbouwd.
De verdediging heeft de vorderingen van de benadeelde partijen 12, 19, 20, 23 en 31 niet inhoudelijk betwist. De rechtbank zal de vorderingen van de benadeelde partijen 12, 19, 20, 23 en 31 geheel toewijzen.
De vorderingen van de benadeelde partijen 1, 2, 3, 4, 10, 11, 13, 17, 18, 26, 30 en 32 heeft de verdediging onvoldoende gemotiveerd betwist, terwijl de benadeelde partijen hebben gesteld schade te hebben geleden voor dit bedrag en dit voldoende hebben onderbouwd. De rechtbank zal de vorderingen van deze benadeelde partijen geheel toewijzen.
Benadeelde partijen 6, 7, 9, 14 en 28
De benadeelde partijen 6, 7, 9, 14 en 28 hebben een vordering ingediend voor vergoeding van de door hen geleden materiële schade door het onder 2 bewezenverklaarde feit.
Voor de benadeelde partijen 6 en 7 geldt dat de gevorderde schade rechtstreekse schade is en dat uit het dossier voldoende blijkt dat de benadeelde partijen de gevorderde bedragen hebben betaald voor de vliegtickets. De vorderingen zullen voor dit gedeelte worden toegewezen. Naast de bedragen voor de aanschaf van de vliegtickets hebben benadeelde partijen 6 en 7 proceskosten gevorderd. Voor benadeelde partij 6 gaat het om proceskosten voor het printen van formulieren en voor benadeelde partij 7 om proceskosten voor parkeren bij de politie. Deze kosten zijn niet onderbouwd en komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking. De vorderingen zullen voor dit gedeelte niet-ontvankelijk worden verklaard.
Benadeelde partij 9 heeft een bedrag van € 795,- gevorderd voor de aanschaf van vliegtickets. In de aangifte van benadeelde partij 9 worden verschillende geldbedragen genoemd die zouden zijn overgemaakt. Bij het verzoek tot schadevergoeding is geen nadere aanvullende onderbouwing gevoegd. Uit het dossier blijkt dat op de rekening van [aangeefster 3] een geldbedrag van € 500,- is overgemaakt afkomstig van een rekening op naam van benadeelde partij 9. De vordering zal daarom worden toegewezen voor een bedrag van
€ 500,- en zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
Benadeelde partij 14 heeft een bedrag van € 6.000,- gevorderd voor de aanschaf van vliegtickets. Uit het dossier blijkt dat door benadeelde partij 14 in totaal een bedrag van
€ 5.839,55 voor vliegtickets is overgemaakt. Bij het verzoek tot schadevergoeding is geen nadere aanvullende onderbouwing gevoegd. De vordering zal worden toegewezen voor een bedrag van € 5.839,55 en zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
Benadeelde partij 28 heeft een bedrag van € 3.986,73,- gevorderd voor de aanschaf van vliegtickets. In de aangifte van de benadeelde partij 28 worden verschillende geldbedragen genoemd die zouden zijn overgemaakt door onder meer benadeelde partij 28 zelf als door haar familieleden. Bij het verzoek tot schadevergoeding is geen nadere aanvullende onderbouwing gevoegd. Omdat uit het dossier blijkt dat op de rekening van [aangeefster 3] eenmalig een bedrag van € 645,- is overgemaakt door benadeelde partij 28, zal de vordering worden toegewezen tot een bedrag van € 645,-. Voor het overige wordt de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
8.5.4.
Materiële schade feit 3
De benadeelde partij 21 heeft een vordering ingediend voor vergoeding van de door haar geleden schade door het onder 3 bewezenverklaarde feit. De gevorderde materiële schade voor de rijlessen is rechtstreekse schade en is voldoende onderbouwd. Dit gedeelte van de vordering zal worden toegewezen voor een bedrag van € 525,-. De gevorderde materiële schade voor het eigen risico van de zorgverzekering is onvoldoende onderbouwd en valt daardoor niet aan te merken als rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde onder 3. Dit gedeelte van de gevorderde materiële schade wordt niet-ontvankelijk verklaard.
8.5.5.
Materiële schade feit 4
De benadeelde partij 8 heeft een vordering ingediend voor vergoeding van de door haar geleden schade door het onder 4 bewezenverklaarde feit. De gevorderde materiële schade voor het telefoonabonnement, de kosten voor de notaris, vliegtickets en de kosten voor de contractbreuk met de energiemaatschappij is rechtstreekse schade en is voldoende onderbouwd. Dit gedeelte van de vordering zal worden toegewezen voor een bedrag van
€ 8.379,41. De gevorderde schade voor de kosten van het verlies van de inboedel en verhuizingen is onvoldoende onderbouwd en valt daardoor niet aan te merken als rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde onder 4. Dit gedeelte van de gevorderde materiële schade wordt niet-ontvankelijk verklaard.
8.5.6.
Materiële schade feit 5
De benadeelde partij 29 heeft een vordering ingediend voor vergoeding van de door hem geleden schade door het onder 5 bewezenverklaarde feit. De gevorderde materiële schade voor de kleding, de politiescreening, de wapenvergunning en de kosten voor huisvesting is rechtstreekse schade en is voldoende onderbouwd. Dit gedeelte van de vordering zal worden toegewezen voor een bedrag van € 896,98. De gevorderde schade voor de kosten van een paspoort en de verhuiskosten is onvoldoende onderbouwd en valt daardoor niet aan te merken als rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde onder 5. Dit gedeelte van de gevorderde materiële schade wordt niet-ontvankelijk verklaard.
8.5.7.
Materiële schade feit 6
Benadeelde partijen 15, 16, 24 en 27
De benadeelde partijen 15, 16, 24 en 27 hebben een vordering ingediend voor vergoeding van de door hen geleden schade door het onder 6 bewezenverklaarde feit. De gevorderde materiële schade is rechtstreekse schade en is steeds door de aangifte en het dossier, al dan niet in combinatie met aanvullende stukken bij het verzoek tot schadevergoeding, voldoende onderbouwd.
De verdediging heeft de vordering van de benadeelde partij 16 niet inhoudelijk betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij 16 geheel toewijzen.
De verdediging heeft de vorderingen van de benadeelde partijen 15, 24 en 27 onvoldoende gemotiveerd betwist, terwijl de benadeelde partijen hebben gesteld schade te hebben geleden voor dit bedrag en dit voldoende hebben onderbouwd. De rechtbank zal de vorderingen van deze benadeelde partijen geheel toewijzen.
8.5.8.
Materiële schade feit 7
De benadeelde partij 5 heeft een vordering ingediend voor vergoeding van de door haar geleden schade door het onder 7 bewezenverklaarde feit. De gevorderde materiële schade bestaande uit de kosten voor één maand huur en borg is rechtstreekse schade en voldoende onderbouwd. De verdediging heeft deze kosten niet inhoudelijk betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij 5 geheel toewijzen.
8.5.9.
Immateriële schade
Benadeelde partijen 2, 11, 18, 26 en 30
De benadeelde partijen 2, 11, 18, 26 en 30 hebben ook immateriële schade gevorderd. De gevorderde immateriële schade is door de benadeelde partijen steeds onvoldoende onderbouwd. De nadere behandeling van dit gedeelte van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. De benadeelde partijen worden voor dit gedeelte van hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard.
Benadeelde partijen 8, 21, 22 en 29
De benadeelde partijen 8, 21, 22 en 29 hebben immateriële schade gevorderd vanwege de impact die de oplichting op hen heeft gehad. De rechtbank begrijpt dat de vordering is gegrond op artikel 6:106 sub b BW: aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. Voor de beoordeling of sprake is van een dergelijke aantasting is van belang dat de benadeelde partij dit met concrete gegevens onderbouwt. Bij oplichting doet zich immers niet het geval voor dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
In het geval van benadeelde partij 8, de moeder van het gezin, heeft de oplichting van haarzelf en de oplichtingen van haar dochters zeer vergaande gevolgen gehad. Benadeelde heeft haar baan opgezegd en is haar woning verloren, waardoor het gezin geen onderdak meer had. Zij heeft extra moeten werken om de kosten van het gezin en een nieuwe woning te kunnen bekostigen. Deze gebeurtenissen hebben haar veel stress opgeleverd en hebben ook psychisch een grote impact op haar gehad. Benadeelde kampt met schuldgevoelens tegenover haar dochters omdat zij degene is geweest die als eerste met de verdachte in contact kwam en hem toeliet tot haar gezin. Deze gevolgen maken dat sprake is van een aantasting in haar persoon op andere wijze en daarmee een grondslag voor toekenning voor immateriële schade. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.000,-, zodat het immateriële gedeelte van de vordering geheel wordt toegewezen.
In het geval van benadeelde partij 21, de jongste dochter van het gezin, hebben de oplichtingen zeer vergaande gevolgen gehad. Haar moeder leerde de verdachte kennen, waarna die de benadeelde een baan aanbood. Het gezin is door het handelen van de verdachte hun woning kwijtgeraakt, waardoor zij lange tijd geen onderdak hadden. Ook heeft de benadeelde financiële schade geleden. Deze gebeurtenissen hebben haar veel stress opgeleverd en hebben ook psychisch een grote impact op haar gehad. De gevolgen maken dat sprake is van een aantasting in haar persoon op andere wijze en daarmee een grondslag voor toekenning voor immateriële schade. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.000,-, zodat het immateriële gedeelte van de vordering geheel wordt toegewezen.
In het geval van benadeelde partij 22, de oudste dochter van het gezin, hebben de oplichtingen zeer vergaande gevolgen gehad. Haar moeder leerde de verdachte kennen, waarna die de benadeelde een baan aanbood en haar liet geloven dat zij werkzaam was voor KLM. De benadeelde heeft aan haar familie, vrienden en kennissen ruim negentig vliegtickets verkocht, terwijl deze tickets nep bleken te zijn. De benadeelde werd telefonisch bedreigd door mensen die terugbetaling van hun geld voor de vliegtickets eisten. De benadeelde is zelf ook verdachte geweest vanwege de aangiften tegen haar, wat haar zwaar heeft getroffen. Daarnaast is het gezin hun woning kwijtgeraakt en heeft zij financiële schade geleden. Deze gebeurtenissen hebben haar veel stress opgeleverd en hebben ook psychisch een grote impact op haar gehad. Ter onderbouwing van de klachten is een huisartsenjournaal overgelegd waaruit deze klachten blijken. Deze gevolgen maken dat sprake is van een aantasting in haar persoon op andere wijze en daarmee een grondslag voor toekenning voor immateriële schade. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 3.000,-, zodat het immateriële gedeelte van de vordering geheel wordt toegewezen.
In het geval van benadeelde partij 29 hebben de oplichtingen zeer vergaande gevolgen gehad. Zijn toenmalige schoonmoeder leerde de verdachte kennen, waarna die de benadeelde een baan aanbood. De benadeelde woonde op dat moment in bij het gezin bestaande uit moeder en haar twee dochters. Door het handelen van de verdachte is het gezin de woning kwijtgeraakt, waardoor zij lange tijd geen onderdak hadden. De benadeelde zat door het valse arbeidscontract zonder inkomen en heeft financiële schade geleden. De benadeelde is terug verhuisd naar Engeland en zijn relatie heeft geen stand gehouden. Bij de benadeelde is sprake van een depressie, stressklachten en zelfmoordgedachten. Ter onderbouwing van de klachten is een huisartsenverslag overgelegd waaruit deze klachten blijken. Deze gevolgen maken dat sprake is van een aantasting in zijn persoon op andere wijze en daarmee een grondslag voor toekenning voor immateriële schade. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 1.000,-, zodat het immateriële gedeelte van de vordering geheel wordt toegewezen.
8.6.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partijen de schadevergoedingen betalen zoals is weergegeven in de hieronder opgenomen tabel in de kolom ‘hoofdsom’, vermeerderd met de wettelijke rente zoals hieronder in de tabel in de kolom ‘wettelijke rente’ is opgenomen. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum dat het geldbedrag is overgemaakt. Indien meerdere geldbedragen zijn overgemaakt op verschillende dagen, wordt de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van het laatst overgemaakte geldbedrag.
Ten aanzien van de vorderingen die worden toegewezen zal tevens de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr worden opgelegd, omdat dit passend en geboden wordt geacht. De bedragen van de schadevergoedingsmaatregel zijn vermeld in kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’. Het maximumaantal dagen gijzeling is vermeld in kolom ‘dagen gijzeling’. Ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen is de wettelijke rente toegewezen met ingang van de datum zoals vermeld in de kolom ‘wettelijke rente’.
Waar de vordering van een benadeelde partij (in overwegende mate) wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door die benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de eventuele kosten van tenuitvoerlegging.
Nu de benadeelde partij [benadeelde partij 25] niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij [benadeelde partij 25] worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van deze vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
Benadeelde partij
Hoofdsom
Materiële schade
Immateriële schade
Wettelijke rente
Schadevergoe-
dingsmaatregel
Dagen gijzeling
1 [benadeelde partij 1]
€ 3.285,19
€ 3.285,19
-
30-4-2024
€ 3.285,19
16
2 [benadeelde partij 2]
€ 1.805
€ 1.805
Niet-ontvankelijk
29-4-2024
€ 1.805
9
3 [benadeelde partij 3]
€ 2.235
€ 2.235
-
3-5-2024
€ 2.235
11
4 [benadeelde partij 4]
€ 3.992,82
€ 3.992,82
-
1-5-2024
€ 3.992,82
19
5 [benadeelde partij 5]
€ 1.700
€ 1.700
-
1-2-2024
€ 1.700
8
6 [benadeelde partij 6]
€ 2.155,64
€ 2.155,64, het overige niet-ontvankelijk
-
29-4-2024
€ 2.155,64
10
7 [benadeelde partij 7]
€ 2.012,92
€ 2.012,92, het overige niet-ontvankelijk
-
3-5-2024
€ 2.012,92
10
8 [benadeelde partij 8]
€ 10.379,41
€ 8.379,41, het overige niet-ontvankelijk
€ 2.000
5-5-2024
€ 10.379,41
50
9 [benadeelde partij 9]
€ 500
€ 500, het overige niet-ontvankelijk
-
2-5-2024
€ 500
2
10 [benadeelde partij 10]
€ 1.340
€ 1.340
-
25-4-2024
€ 1.340
6
11 [benadeelde partij 11]
€ 4.103,46
€ 4.103,46
Niet-ontvankelijk
29-4-2024
€ 4.103,46
20
12 [benadeelde partij 12]
€ 2.665
€ 2.665
-
29-4-2024
€ 2.665
13
13 [benadeelde partij 13]
€ 6.123,03
€ 6.123,03
-
1-5-2024
€ 6.123,03
30
14 [benadeelde partij 14]
€ 5.839,55
€ 5.839,55, het overige niet-ontvankelijk
-
2-5-2024
€ 5.839,55
28
15 [benadeelde partij 15]
€ 1.020
€ 1.020
-
25-9-2023
€ 1.020
5
16 [benadeelde partij 16]
€ 510
€ 510
-
23-9-2023
€ 510
2
17 [benadeelde partij 17]
€ 1.935
€ 1.935
-
26-4-2024
€ 1.935
9
18 [benadeelde partij 18]
€ 683,91
€ 683,91
Niet-ontvankelijk
28-4-2024
€ 683,91
3
19 [benadeelde partij 19]
€ 645
€ 645
-
29-4-2024
€ 645
3
20 [benadeelde partij 20]
€ 683,91
€ 683,91
29-4-2024
€ 683,91
3
21 [benadeelde partij 21]
€ 2.525
€ 525, het overige niet-ontvankelijk
€ 2.000
19-4-2024
€ 2.525
12
22 [benadeelde partij 22]
€ 4.971,18
€ 1.971,18
€ 3.000
15-4-2024
€ 4.971,18
24
23 [benadeelde partij 23]
€ 980
€ 980
-
2-5-2024
€ 980
5
24 [benadeelde partij 24]
€ 1.425
€ 1.425
-
20-9-2023
€ 1.425
7
25 [benadeelde partij 25]
Niet-ontvankelijk
26 [benadeelde partij 26]
€ 1.771,73
€ 1.771,73
Niet-ontvankelijk
29-4-2024
€ 1.771,73
9
27 [benadeelde partij 27]
€ 1.630
€ 1.630
-
12-9-2023
€ 1.630
8
28 [benadeelde partij 28]
€ 645
€ 645, het overige niet-ontvankelijk
30-4-2024
€ 645
3
29 [benadeelde partij 29]
€ 1.896,98
€ 896,98, het overige niet-ontvankelijk
€ 1.000
15-4-2024
€ 1.896,98
10
30 [benadeelde partij 30]
€ 1.367,82
€ 1.367,82
Niet-ontvankelijk
29-4-2024
€ 1.367,82
7
31 [benadeelde partij 31]
€ 3.020
€ 3.020
-
1-5-2024
€ 3.020
15
32 [benadeelde partij 32]
€ 1.415
€ 1.415
-
25-4-2024
€ 1.415
7

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 36f, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
verklaart de benadeelde partij 25 niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij 25 in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, de in
kolom hoofdsom van de tabel opgenomen onder 8.6vermelde bedragen te betalen aan de aan die bedragen gekoppelde benadeelde partijen, zijnde telkens een vergoeding voor materiële schade en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de in
kolom wettelijke rentevermelde datum, tot aan de dag van de algehele voldoening
verklaart de benadeelde partijen nummers 2, 6, 7, 8, 9, 11, 14, 18, 21, 26, 28, 29, 30 niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen te betalen de bedragen, zoals vermeld in
kolom schadevergoedingsmaatregel van de tabel opgenomen onder 8.6, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de in
kolom wettelijke rentevermelde datum tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien van volledig verhaal van de bedragen in
kolom schadevergoedingsmaatregelniet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van het aantal in
kolom gijzelingvermelde dagen;
de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M van Beckhoven, voorzitter,
en mrs. P.C. Tuinenburg en J.C. Oord, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 juli 2025.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1) hij in of omstreeks de periode van 1 april 2024 tot en met 19 mei 2024 te Rotterdam,
althans in Nederland meermalen althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangeefster 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten meerdere geldbedragen van (in totaal) €53.940 (voor de zogenaamde vliegtickets) en/of €1.971,18 (voor VOG, werkkleding, schoenen, paspoort en een iPad) en/of een telefoon (iPhone 15 Pro max), door:
- zich voor te doen als ene [naam 1] en/of werknemer van de Koninklijke Marechaussee en/of Schiphol en/of
- deze [aangeefster 3] een baan aan te bieden op Schiphol en/of deze [aangeefster 3] een vals arbeidscontract met Schiphol Amsterdam te laten tekenen en/of deze [aangeefster 3] een vals KLM-badgenummer te verschaffen en/of
- deze [aangeefster 3] te vragen een geldbedrag van €522,18 over te maken voor het regelen van werkkleding, schoenen, een VOG en/of een paspoort en/of
- deze [aangeefster 3] een iPhone 15 te laten aanschaffen voor haar werk op Schiphol en deze [aangeefster 3] mede te delen dat deze iPhone naar Schiphol moest voor het installeren van apps en/of
- deze [aangeefster 3] een bericht te sturen (zogenaamd namens [naam 3] , KLM Agent) waarin stond dat [aangeefster 3] een Apple iPad Pro moest aanschaffen voor trainingsdoeleinden en examens en/of haar vervolgens mede te delen dat een collega van hem, verdachte, de iPad nu zou kunnen kopen en inleveren op Schiphol en deze [aangeefster 3] vervolgens voor de aanschaf van deze iPad een tikkie-betaalverzoek te sturen en/of
- deze [aangeefster 3] mede te delen dat het verkopen van vliegtickets bij haar werkzaamheden hoorde en/of dat zij in haar trainingsperiode zat en minimaal 5 tickets moest verkopen en/of deze [aangeefster 3] boekingscodes te sturen en/of door deze [aangeefster 3] te instrueren hoe zij moest reageren op vragen en berichten van klanten en/of
- deze [aangeefster 3] een groot aantal vliegtickets te laten verkopen en/of deze [aangeefster 3] tikkie-betaalverzoeken te sturen;
2) hij in of omstreeks de periode 1 april 2024 tot en met 19 mei 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, een ander dan verdachte, te weten [aangeefster 3] , (telkens) met het oogmerk om zich of anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door het doen aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels een groot aantal, althans meerdere personen (telkens) heeft doen bewegen tot de afgifte van een of meer geldbedragen van in totaal €53.940,-, door met bovenstaand omschreven oogmerk, middellijk dan wel onmiddellijk, (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- die ander zich bij deze personen te doen voordoen als werknemer van KLM en/of aan die personen een vals badgenummer te doen tonen/noemen en/of
- aan deze personen een grote hoeveelheid valse vliegtickets te doen verkopen en/of boekingscodes aan die personen toe te sturen en/of
- deze personen geldbedragen naar die ander te doen overmaken;
3) hij in of omstreeks de periode van 1 april 2024 tot en met 19 mei 2024 te Rotterdam, althans in Nederland meermalen althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten 525 euro en/of een telefoon (merk Samsung, type S24 Ultra), door:
- zich voor te doen als ene [naam 1] en/of werknemer van de Koninklijke Marechaussee en/of Schiphol en/of
- deze [aangeefster 3] een stageplek aan te bieden bij de juridische afdeling van Schiphol en/of haar mede te delen dat zij aldaar van 10 februari 2025 tot 12 mei 2025 stage kon lopen en/of
- deze [aangeefster 3] mede te delen dat Schiphol haar rijbewijs grotendeels zou betalen en dat zij een deel van het rijbewijs zelf moest betalen en/of deze [aangeefster 3] (vervolgens) een betaalverzoek te sturen en/of
- deze [aangeefster 3] mede te delen dat zij een mobiele telefoon moest kopen voor haar stage, welke kosten zouden worden terugbetaald door Schiphol
- Aangeefster (met haar moeder) een telefoonabonnement te laten afsluiten en tegen aangeefster te zeggen dat deze telefoon aan hem moest worden gegeven voor het installeren van apps;
4) hij in of omstreeks de periode van 1 april 2024 tot en met 5 mei 2024 te Rotterdam, althans in Nederland meermalen althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[aangeefster 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten meerdere geldbedragen van (in totaal) €6.687,-, door
- zich voor te doen als ene [naam 1] en/of werknemer van de Koninklijke Marechaussee en/of Schiphol en/of
- deze [aangeefster 1] mede te delen dat hij goedkope vliegtickets kon regelen en haar een bericht te sturen met een link hiervoor en/of die [aangeefster 1] mede te delen dat hij een speciaal ticket kon regelen waarmee zij zelf de datum kon bepalen om te reizen en/of
- deze [aangeefster 1] een arbeidscontract aan te bieden bij [naam instelling] en/of haar een vals arbeidscontract te laten tekenen en/of
- deze [aangeefster 1] te vertellen dat hij een woning voor haar en haar dochters en schoonzoon kon regelen en/of een Funda-link door te sturen en/of deze [aangeefster 1] te vertellen dat zij hiervoor €6000 euro notariskosten hoefde te betalen en/of een bosje bloemen en sleutels naar aangeefster op te sturen en/of berichten naar aangeefster te sturen (zogenaamd namens zijn, verdachtes, broer) waarin stond dat [naam 1] een auto ongeluk had gehad en was overleden;
5) hij in of omstreeks 1 april 2024 tot en met 5 mei 2024 te Rotterdam, althans in Nederland
meermalen althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een bedrag van €896,68, door:
- zich voor te doen als ene [naam 1] en/of werknemer van de Koninklijke Marechaussee en/of Schiphol en/of
- deze [aangever] een baan aan te bieden bij de douane op Schiphol en/of een vals arbeidscontract te laten tekenen en/of
- deze [aangever] te vertellen dat hij geld moest overmaken voor werkkleding, politiescreening en een wapenvergunning voor deze baan en/of
- deze [aangever] mede te delen dat hij een woning voor hem zou regelen in Barendrecht en/of
- deze [aangever] een woning aan te bieden en/of aangever te vragen geld over te maken voor gas, elektriciteit en water voor deze woning in Barendrecht;
6) hij in of omstreeks de periode van 1 september 2023 tot en met 24 september 2024 te Rotterdam en/of Den Haag en/of Geldrop, althans in Nederland meermalen althans eenmaal
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- [naam 4] tot een geldbedrag van €510,- en/of
- [naam 2] tot geldbedragen van in totaal €1.425,- en/of
- [naam 5] tot een geldbedrag van €510,- en/of
- [naam 6] tot geldbedragen van in totaal €1.020,- en/of
- [naam 7] tot een geldbedrag van €1.100,- en/of
- [naam 8] tot geldbedragen van in totaal €510,-
door (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voor te doen als (voormalig) werknemer van de Douane en/of een reisbureau en/of
- voornoemde personen mede te delen dat zijn, verdachtes, neef werkzaam was bij een reisbureau genaamd [naam reisbureau] en/of Schiphol reizen en/of dat hij, verdachte, met voornoemde reisbureaus samenwerkte en/of
- voornoemde personen mede te delen dat hij, verdachte, goedkope vliegtickets voor hen zou kunnen regelen en/of dat er een actie met betrekking tot vliegtickets zou zijn en/of
- voornoemde personen te vragen om hun gegevens aan hem door te geven zodat hij de tickets zou gaan boeken en/of
- voornoemde personen Tikkie-betaalverzoeken te sturen en/of te vragen om de betaling contant te voldoen;
7) hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2024 tot en met 5 februari 2024 te Den Haag en/of Rotterdam, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 9] en/of [naam 10] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een bedrag van €1.700,- door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- een woning aan de [adres] te huur aan te bieden via een advertentie op Marktplaats.nl en/of
- voornoemde personen deze woning te laten bezichtigen en/of
- een vals huurcontract op te maken op naam van [naam 2] en/of voornoemde personen dit valse huurcontract toe te sturen en/of
- voornoemde personen mede te delen dat zij borg en huur moesten betalen.

Voetnoten

1.Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.