Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van mevrouw [verzoekster] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Mevrouw [verzoekster] bevond zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, maar zonder een eerdere ingangsdatum vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat de alternatieve verplichtingen die mevrouw [verzoekster] vanuit haar schuldhulpverlener zijn opgelegd, niet vergelijkbaar zijn met de verplichtingen die gelden in het wettelijke traject. Tijdens de zitting op 12 juni 2025 zijn verschillende betrokkenen verschenen, waaronder mevrouw [verzoekster] zelf en haar partner en zoon. De rechtbank heeft aanvullende stukken ontvangen en op basis van de ingediende stukken en de zitting vastgesteld dat mevrouw [verzoekster] niet heeft voldaan aan de inspanningsplicht om zoveel mogelijk inkomsten te genereren voor de schuldeisers. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een eerdere ingangsdatum te bepalen, omdat mevrouw [verzoekster] niet heeft aangetoond dat zij aan de vereiste verplichtingen heeft voldaan. De rechtbank heeft de wettelijke schuldsaneringsregeling uitgesproken en benoemt mr. M. Aukema tot rechter-commissaris. De bewindvoerder is P.H.L. Adam, en de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op 26 juni 2025, met een einddatum op 26 december 2026. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.