Op 10 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van mevrouw [verzoekster], die zich in een problematische schuldensituatie bevond. Mevrouw [verzoekster] had een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, ondanks dat er sprake was van schulden die niet te goeder trouw waren ontstaan. De rechtbank oordeelde dat mevrouw [verzoekster] haar leven weer op de rit heeft en dat zij de omstandigheden die tot haar schulden hebben geleid, onder controle heeft gekregen. Dit werd onderbouwd door haar deelname aan schuldhulpverlening en het feit dat zij sinds de start van budgetbeheer geen nieuwe schulden heeft laten ontstaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat mevrouw [verzoekster] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet, ondanks de eerdere schulden. De rechtbank heeft geen eerdere ingangsdatum van de WSNP vastgesteld, omdat mevrouw [verzoekster] hier niet om had verzocht en niet kon aantonen dat zij aan de sollicitatieverplichting had voldaan. De rechtbank benoemde mr. E.A. Vroom tot rechter-commissaris en N.T. van den Deijssel als bewindvoerder. De ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op 10 juli 2025, met een einddatum op 10 januari 2027. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.