ECLI:NL:RBROT:2025:8651
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen handhaving van OV-boete wegens onterecht gebruik studentenreisproduct
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2025, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beoordeeld. Eiseres had een OV-boete van € 537,28 opgelegd gekregen voor de maanden september en oktober 2024, omdat zij ten onrechte gebruik had gemaakt van haar studentenreisproduct zonder ingeschreven te zijn voor een opleiding die recht gaf op studiefinanciering. De rechtbank constateert dat eiseres op 9 juni 2024 een aanvraag voor studiefinanciering had ingediend voor de opleiding rechtsgeleerdheid aan de Tilburg University, maar dat zij per 1 september 2024 was overgestapt naar de Hogeschool Inholland. De minister had haar aanvraag voor studiefinanciering afgewezen omdat eiseres niet stond ingeschreven voor een opleiding die recht gaf op studiefinanciering. Eiseres voerde aan dat zij in goed vertrouwen gebruik had gemaakt van het studentenreisproduct, omdat zij was toegelaten tot de opleiding onder voorbehoud van het behalen van het NT2 Staatsexamen. De rechtbank oordeelt echter dat eiseres niet stond ingeschreven gedurende de relevante maanden en dat zij derhalve geen recht had op het studentenreisproduct. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete terecht is.