ECLI:NL:RBROT:2025:859
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven en de beoordeling van letselcategorieën
Deze uitspraak betreft de aanvraag van eiseres om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven op basis van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg). Eiseres, die in 2009 slachtoffer werd van een mishandeling, had een uitkering van € 5.000,- aangevraagd, maar was van mening dat zij recht had op een hogere uitkering. De Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven had haar aanvraag in eerste instantie afgewezen, maar na bezwaar werd de uitkering alsnog toegekend. Eiseres was het echter niet eens met de toegewezen letselcategorie en stelde dat haar letsel in categorie 4 viel, wat een hogere uitkering zou rechtvaardigen.
De rechtbank heeft de zaak op 16 januari 2025 behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. De rechtbank heeft vervolgens de hoogte van de uitkering beoordeeld en geconcludeerd dat de Commissie op goede gronden had besloten om de uitkering in categorie 3 te plaatsen. De rechtbank oordeelde dat de Commissie de juiste beleidsregels had toegepast en dat er geen objectieve informatie was overgelegd die zou aantonen dat eiseres in aanmerking kwam voor een hogere uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Commissie de uitkering van € 5.000,- terecht had toegekend en dat het beroep van eiseres ongegrond was.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse en is openbaar uitgesproken op 24 januari 2025. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft de mogelijkheid van hoger beroep uiteengezet, waarbij eiseres binnen zes weken na verzending van de uitspraak een hogerberoepschrift kan indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.