ECLI:NL:RBROT:2025:8453

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
25/4325
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om uitbreiding zoekprofiel voor eengezinswoningen op medische gronden

In deze zaak heeft verzoekster, die een urgentieverklaring heeft gekregen op medische gronden, verzocht om uitbreiding van haar zoekprofiel zodat zij ook kan reageren op eengezinswoningen. De voorzieningenrechter heeft op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Verzoekster woont momenteel in een flatwoning op de vierde verdieping zonder lift, samen met haar vier kinderen. Vanwege de medische problemen van haar zoon, die astma heeft, heeft zij een urgentieverklaring gekregen die haar in staat stelt om te reageren op gelijkvloerse woningen met lift. Echter, het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft in het zoekprofiel geen eengezinswoningen opgenomen, wat verzoekster niet accepteert.

Tijdens de zitting op 26 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster heeft aangevoerd dat haar zoon, in tegenstelling tot wat de arts heeft geadviseerd, wel in staat is om trappen te lopen, en dat een eengezinswoning of maisonnette ook geschikt zou zijn. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het college op basis van het medisch advies van de arts mocht aannemen dat een benedenwoning niet noodzakelijk is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond dat uitbreiding van het zoekprofiel rechtvaardigt. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de beslissing voorlopig is en niet bindend voor een eventuele bodemprocedure.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het college niet verplicht is om het zoekprofiel uit te breiden en dat verzoekster geen recht heeft op vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 juli 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 25/4325

uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 juli 2025 in de zaak tussen

[naam verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. G. Kaya),
en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam

(gemachtigde: mr. J.C. Avedissian).

Samenvatting

Verzoekster heeft een urgentieverklaring gekregen op medische gronden. Zij wil dat het zoekprofiel wordt uitgebreid, zodat zij ook kan reageren op eengezinswoningen. De arts heeft echter een benedenwoning niet noodzakelijk geacht. Het college mocht hiervan uitgaan. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.

Procesverloop

1. Verzoekster heeft een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring. Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 28 april 2025 toegewezen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, omdat zij het niet eens is met het zoekprofiel. Ook heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 26 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigde van het college.
3. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening aangehouden tot en met 10 juli 2025, zodat partijen met elkaar in overleg konden gaan over een eventuele aanpassing van het zoekprofiel. Het college heeft de rechtbank op 10 juli 2025 laten weten dat het zoekprofiel niet zal worden aangepast. Van verzoekster is geen reactie ontvangen. Het onderzoek is vervolgens gesloten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Waar gaat het in deze zaak om?
4. Verzoekster woont in een flatwoning op de vierde verdieping zonder lift. De woning heeft twee slaapkamers en zij woont daar samen met haar vier kinderen. Vanwege de medische problemen van haar zoon (astma) en vocht- en schimmelproblemen in de woning heeft verzoekster om medische redenen een urgentieverklaring gekregen, waarmee zij kan reageren op gelijkvloerse flatwoningen met lift, vier of vijf slaapkamers en een maximale huur van € 731,93. Verzoekster wil echter ook kunnen reageren op eengezinswoningen.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
5. De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoekster een spoedeisend belang?
6. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er voldoende spoedeisend belang bij de verzochte voorlopige voorziening is, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
7. Verzoekster heeft een urgentieverklaring gekregen omdat zij vanwege de medische situatie van haar zoon op korte termijn (binnen drie maanden) zou moeten verhuizen. Volgens verzoekster zijn er echter weinig woningen die voldoen aan het zoekprofiel, zodat zij verwacht niet op heel korte termijn te kunnen verhuizen. Het college heeft ter zitting erkend dat het geen gemakkelijk zoekprofiel is en dat het waarschijnlijk langer zal duren voordat verzoekster een geschikte woning heeft gevonden. Het college verwacht echter wel dat het verzoekster op termijn zal lukken om een geschikte woning te vinden en betwist het spoedeisend belang.
8. De voorzieningenrechter vindt dat verzoekster een spoedeisend belang heeft bij deze procedure. Het is niet onaannemelijk dat uitbreiding van het zoekprofiel zal leiden tot een grotere kans om op korte termijn te kunnen verhuizen. Het verzoek zal daarom ook inhoudelijk worden beoordeeld.
Waarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek af?
9. Het college heeft het zoekprofiel gebaseerd op een advies van een arts van het Team Sociaal Medische Advisering (SMA) van 28 april 2025. Volgens de arts heeft verzoeksters zoon een chronische longaandoening en is er sprake van een beperkte inspanningstolerantie die bij inspanning leidt tot overprikkeling van de longen. De arts adviseert een gelijkvloerse woning die bereikbaar is met de lift. Een benedenwoning is volgens het advies niet noodzakelijk.
10. Verzoekster heeft tijdens de zitting aangevoerd dat haar zoon, anders dan hij aan de arts heeft verteld, wel beperkt trappen kan lopen, zodat een eengezinswoning of een maisonnette (een flatwoning met meerdere woonlagen) ook geschikt is. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat één van haar kinderen autisme heeft en daarom baat heeft bij een buitenruimte bij de woning. Dit zijn echter omstandigheden die niet bij de oorspronkelijke aanvraag naar voren zijn gebracht en die dus ook niet betrokken zijn bij het medisch advies. Het medisch advies is namelijk gebaseerd op de chronische longaandoening van haar zoon [naam zoon] en de problemen die hij daardoor zei te hebben met traplopen.
11. De voorzieningenrechter vindt dat het college in dit geval van het advies van de arts mocht uitgaan. Als de medische situatie van [naam zoon] anders is (geworden), dan kan in de bezwaarfase worden gekeken of er aanleiding bestaat om opnieuw een medisch advies aan te vragen. Wat betreft haar zoon met autisme, kan verzoekster met haar gemachtigde en wellicht ook met het college bespreken of het raadzaam is een nieuwe aanvraag in te dienen die (mede) is gebaseerd is op de situatie van deze zoon.
12. Tijdens de zitting is ook gesproken over de maximale huurprijs die in het zoekprofiel staat. De voorzieningenrechter heeft het college voorgehouden dat de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State heeft geoordeeld dat het niet aan het college, maar aan de woningcorporatie is om (kort gezegd) de maximum huurprijs in het individuele geval te bepalen. [1] Of dit gevolgen heeft voor verzoeksters zoekprofiel, kan in bezwaar worden bekeken.
13. De voorzieningenrechter begrijpt dat verzoekster vanwege de medische situatie van haar zoon zo snel mogelijk wil verhuizen naar een andere woning en dat zij – om haar kansen te vergroten – ook graag wil reageren op een eengezinswoning. Benedenwoningen en eengezinswoningen zijn echter zeer schaars en vallen normaal gesproken buiten het bereik van een urgentieverklaring. [2] Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt een dergelijke woning in het zoekprofiel opgenomen. Het college heeft op basis van de aanvraag en het daarop gebaseerde medisch advies mogen aannemen dat er in dit geval geen sprake is van zo’n uitzonderingssituatie.

Conclusie en gevolgen

14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat het college het zoekprofiel niet hoeft uit te breiden tot eengezinswoningen (of maisonettewoningen). Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. Bouter-Rijksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2025.
De griffier is verhinderd de uitspraak
te tekenen
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

2.Zie artikel 3.3, vierde lid, van de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2024.