ECLI:NL:RBROT:2025:8442

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juni 2025
Publicatiedatum
14 juli 2025
Zaaknummer
C/10/699496 / KG ZA 25-423
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over nakoming samenwerkingsovereenkomst en dwangsom tussen Jobdigger B.V. en Intelligence Group B.V.

In deze zaak, die op 30 juni 2025 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Jobdigger B.V. en Intelligence Group B.V. Jobdigger, een softwarebedrijf dat zich richt op leadgeneratie en recruitment, heeft een samenwerkingsovereenkomst met IG, die arbeidsmarktdata verzamelt en analyseert. De overeenkomst, die in 2019 is gesloten, bevat bepalingen over de nakoming en beëindiging van de samenwerking. IG heeft de overeenkomst in 2024 opgezegd, maar Jobdigger stelt dat de beëindiging geen effect sorteert en vordert nakoming van de overeenkomst, inclusief toegang tot de API van IG tot 25 september 2025. De voorzieningenrechter oordeelt dat IG de API moet blijven aanbieden en dat Jobdigger recht heeft op een dwangsom van € 2.500,- per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 100.000,-. De overige vorderingen van Jobdigger worden afgewezen, evenals de vorderingen in reconventie van IG, die onder andere een marktconforme prijs voor data vorderde. De rechter oordeelt dat Insights 2.0, het product van Jobdigger, geen gebruik maakt van aanboddata van IG en dus niet onder de overeenkomst valt. De proceskosten worden toegewezen aan Jobdigger.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/699496 / KG ZA 25-423
Vonnis in kort geding van 30 juni 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOBDIGGER B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mrs. M. Jansen en T.O. van Hoorn te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTELLIGENCE GROUP B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. W. Wolfs te Amsterdam.
Partijen worden hierna Jobdigger en IG genoemd.

1.De zaak in het kort

1.1.
Partijen hebben in 2019 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. IG heeft deze overeenkomst in 2024 opgezegd tegen 25 september 2025 en stelt zich op het standpunt dat zij de overeenkomst daarna met ingang van 1 mei 2025 heeft beëindigd. De overeenkomst bevat een bepaling over een zekere nawerking na het einde van de overeenkomst. Partijen zijn het niet eens over de uitvoering van de overeenkomst en evenmin over de uitleg van de nawerkingsbepaling. De beëindiging van de overeenkomst door IG sorteert naar voorlopig oordeel geen effect. Jobdigger stelt meerdere nakomingsvorderingen in tegen IG. IG wordt veroordeeld de API beschikbaar te maken en te houden tot 25 september 2025, op verbeurte van een dwangsom. De overige vorderingen van Jobdigger worden afgewezen.

2.De procedure

2.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 6 juni 2025, met producties 1 tot en met 32;
  • de conclusie van antwoord met voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1 tot en met 19;
  • producties 33 tot en met 36c van Jobdigger;
  • productie 20 van IG;
  • de pleitnota van Jobdigger;
  • de pleitnota van IG.
2.2.
De mondelinge behandeling heeft op 16 juni 2025 plaatsgevonden.

3.De feiten

3.1.
Jobdigger is een softwarebedrijf dat zich richt op bedrijven die zich bezig houden met leadgeneratie, recruitment en loopbaanbegeleiding.
3.2.
IG verzamelt, analyseert en ontsluit arbeidsmarkt- en recruitmentdata, met als doel het dichter bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
3.3.
Partijen werken sinds 2015 samen en hebben samen het doelgroependashboard (DGD) ontwikkeld en samen naar de markt gebracht. Jobdigger heeft daarvoor de software gemaakt en IG heeft haar data in het DGD gezet.
3.4.
Partijen sluiten op 13 december 2019 een samenwerkingsovereenkomst met als ingangsdatum 1 januari 2020. In de overeenkomst hebben partijen onder andere het volgende afgesproken:
Definities:
  • Aanboddata: data verzameld en verrijkt door middel van onderzoek onder respondenten
  • Vraagdata: data verzameld en verrijkt door middel van automatische processen
  • Product: Een online beschikbaar overzicht met informatie en rapportages over de arbeidsmarkt, dat bestaat uit een combinatie van vraagdata en aanboddata, bedoeld als standaardoplossing beschikbaar voor meerdere afnemers binnen verschillende markten.
(..)
Artikel 2 - Handelsbevoegdheid
(..)
2. Het staat beide partijen vrij om hun eigen data ook los van elkaar te verkopen, tenzij het gaat om een aanbod vergelijkbaar met ‘product' waarbij de realisatie van de doelstellingen van deze samenwerkingsovereenkomst op enigerwijze negatief wordt beïnvloed.
(..)
Artikel 10 - Aansprakelijkheid
(..)
2. Indien een partij toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van zijn verplichtingen, kan de andere partij na een schriftelijke ingebrekestelling de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen en aanspraak maken op schadevergoeding indien de tekortkoming hem schade heeft veroorzaakt.
(..)
Artikel 12 - Einde van de overeenkomst
1. Partijen zijn gerechtigd deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van 12 maanden.(..)
3. Na beëindiging van de overeenkomst worden de afspraken met afnemers die langer doorlopen dan de duur van het contract gerespecteerd.
4. Na beëindiging van de overeenkomst is het partijen gedurende 12 maanden niet toegestaan om afnemers waar de andere partij een factuurrelatie mee heeft een alternatief en/of concurrerend product aan te bieden.(..)”
3.5.
Jobdigger introduceert Insights 1.0 in 2019. Jobdigger levert de vraagdata voor dit product en IG de aanboddata. Jobdigger draagt provisie af over de voor Insights 1.0 gebruikte aanboddata. Op 20 januari 2024 brengt Jobdigger een nieuwe versie van Insights op de markt: Insights 2.0.
3.6.
In 2022 lanceert IG Giant die de data van Jobdigger en IG samenvoegt. IG draagt provisie af over de data die zij van Jobdigger gebruikt.
3.7.
Jobdigger introduceert in 2024 Insights Plus als opvolger van het DGD. Jobdigger draagt provisie af aan IG voor het gebruik van de aanboddata voor dit product.
3.8.
IG heeft de overeenkomst op 25 september 2024 opgezegd tegen de opzegdatum van 25 september 2025.
3.9.
Op 16 december 2024 mailt [persoon A] van Jobdigger het volgende aan IG:
“In aanvulling op de presentatie die we in oktober met elkaar hebben gedeeld
  • Per 27-9 eindigt de overeenkomst tussen JD en IG
  • Tot die tijd blijven de afspraken met betrekking tot de afdrachten van bestaande en nieuwe klanten van Jobdigger Insights en vice versa marktdata in Giant in tact evenals de Giant en Insights Plus klanten. Bij tussentijdse aanpassing van het contract kan dit worden gewijzigd. Check afspraken wat gebeurt er als Fygi contract opzegt
  • Insights Plus klanten worden in 2025 zorgvuldig omgezet naar Giant door accountmanagement Jobdigger-IG! tegen door IG te bepalen redelijke prijzen.
  • Nieuwe JD Insights klanten wordt vanaf 27-9 standaard Insights 2.0 aangeboden zoals gepresenteerd op 25-10 en zonder doelgroepdata (check @ [naam 1] en @ [naam 2] ).
  • Omgang met bestaande klanten in relatie met contractafspraken.”
3.10.
IG sommeert Jobdigger op 15 april 2025 om Insights 2.0 te staken en de sinds februari 2025 verschuldigde provisie aan IG af te dragen bij gebreke waarvan de samenwerkingsovereenkomst op grond van artikel 10.2 per 30 april 2025 wordt beëindigd. Jobdigger heeft niet voldaan aan deze sommatie.
3.11.
De API van IG is sinds mei 2025 ontoegankelijk voor Jobdigger.

4.Het geschil in conventie

4.1.
Jobdigger vordert - samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
IG te bevelen om met onmiddellijke ingang de API, waaronder in ieder geval de datavelden als bedoeld in productie 9 bij dagvaarding, bereikbaar te maken en bereikbaar te houden voor Jobdigger;
IG te bevelen om met onmiddellijke ingang tot en met 25 september 2025 de overeenkomst onverkort na te komen;
IG te bevelen om vanaf 25 september 2025 de overeenkomst na te komen voor wat betreft alle afnemers van Jobdigger die alsdan voor producten gebruik maken van de aanboddata;
IG te veroordelen tot betaling aan Jobdigger van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 4.000,-, althans voor iedere dag, waarbij een gedeelte van de dag als gehele dag geldt, dat IG geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met een of meer van de onder 1 t/m 3 gevorderde bevelen;
IG te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met rente en kosten.

5.Het geschil in voorwaardelijke reconventie

5.1.
IG vordert samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Jobdigger te gebieden de samenwerkingsovereenkomst vanaf februari 2025 na te komen in die zin dat het product Insights 2.0 ook onder de samenwerkingsovereenkomst valt en Jobdigger dientengevolge de opbrengst daaruit verdeelt conform artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst; en
Jobdigger te gebieden om aan klanten vanaf februari 2025 een marktconforme prijs van € 35,- per call in rekening te brengen voor de data;
Jobdigger in conventie en in reconventie te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met rente en kosten.

6.De beoordeling in conventie

Het spoedeisend belang

6.1.
Uit de stellingen van Jobdigger volgt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen en meer in het bijzonder bij nakoming van de overeenkomst.
Insights 2.0 is geen product in de zin van de overeenkomst
6.2.
Niet in geschil is dat partijen hebben afgesproken dat hun samenwerking ziet op het aanleveren van vraagdata door Jobdigger waar IG aanboddata verzamelt in haar eigen systemen. IG biedt Jobdigger een API aan waarmee zij de data kan uitlezen. Partijen twisten over de vraag of Insights 2.0 – net als DGD, Insights 1.0, Giant en Insights Plus – onder het bereik van de overeenkomst valt. Als dat het geval is, moet Jobdigger voor de door IG aangeleverde data provisie aan IG afdragen. De voorzieningenrechter acht het voldoende aannemelijk dat Insights 2.0 niet met aanboddata van IG werkt en daardoor geen product in de zin van de overeenkomst is. Hiertoe is het volgende redengevend.
6.3.
Jobdigger stelt dat Insights 2.0 geen product in de zin van de overeenkomst is, omdat dit product is gebouwd om ook na het einde van de samenwerking inzetbaar te zijn en Jobdigger vanaf dat moment geen aanboddata van IG meer mag gebruiken voor nieuwe klanten. Jobdigger maakt voor Insights 2.0 – in tegenstelling tot voor producten als DGD – geen gebruik van aanboddata van IG, maar enkel van door Jobdigger vervaardigde vraagdata. Insights 2.0 is ook geen standaardoplossing en is niet beschikbaar voor verschillende markten. Ook daarom valt het product niet onder de omschrijving van het begrip product. IG stelt daartegenover dat Jobdigger zelf op haar website verkondigt dat Insights 2.0 wel een standaardoplossing is en dat uit een filmpje op YouTube blijkt dat Insights 2.0 zowel vraag- als aanboddata bevat. Subsidiair stelt IG dat als Insights 2.0 niet (helemaal) past binnen de definitie van product, de overeenkomst alsnog van toepassing is, omdat Jobdigger de verplichting tot inbreng (van onder meer klanten) heeft geschonden en Jobdigger een vergelijkbaar product op de markt heeft gebracht dat de doelstelling van de samenwerkingsovereenkomst negatief beïnvloedt.
6.4.
Jobdigger heeft aannemelijk gemaakt dat zij voor Insights 2.0 geen gebruik maakt van aanboddata van IG en dat dit ook als zodanig in e-mails is gecommuniceerd met IG voorafgaand aan de lancering van Insights 2.0. Uit de afbeeldingen in de dagvaarding en uit productie 12 is immers op te maken dat Insights 2.0 vraagdata voor bijvoorbeeld vacatures en de daarbij behorende functie-eisen en competenties bevat, in tegenstelling tot het product DGD. Jobdigger heeft inzichtelijk gemaakt dat in DGD vraag- en aanboddata worden gecombineerd en dan op categorie kunnen worden ingedeeld, zoals naar leeftijd of geslacht. Dit is bij Insights 2.0 niet het geval. Bovendien heeft Jobdigger ter zitting eenvoudigweg weersproken dat het YouTube filmpje waar IG zich op beroept, ziet op Insights 1.0. Het filmpje dateert namelijk van 30 juni 2023 en dat is ruim voor de lancering van Insights 2.0 in januari 2024. Insights 2.0 is naar voorlopig oordeel dus geen product zoals bedoeld in de overeenkomst.
6.5.
Dat Insights 2.0 in de weg staat aan de realisatie van de doelstellingen van de samenwerking, zoals IG betoogt, is niet aannemelijk. Op grond van de overeenkomst kunnen partijen immers eigen producten op de markt brengen, mits bij die producten geen sprake is van een combinatie van vraag- en aanboddata. Dit is bij Insights 2.0 niet het geval. Dat Jobdigger klanten heeft overgezet naar Insights 2.0 is geen schending van de afspraken en eveneens voorstelbaar, omdat zij geen nieuwe klanten meer kan werven voor producten in de zin van de overeenkomst na de einddatum van de overeenkomst.
IG heeft de overeenkomst niet rechtsgeldig beëindigd op grond van artikel 10.2
6.6.
IG heeft de overeenkomst beëindigd per 30 april 2025, omdat Jobdigger volgens IG toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen. Volgens IG is op 16 december 2024 afgesproken dat de overeenkomst voor nieuwe klanten zou eindigen per 27 september 2025 en dat voor bestaande en nieuwe klanten tot 27 september 2025 provisie zou worden afgedragen. Jobdigger heeft echter willens en wetens vanaf februari 2025 geen provisie aan IG betaald en niet voldaan aan de sommatie om Insights 2.0 te staken en gestaakt te houden. Jobdigger betwist de gestelde afspraak van 16 december 2024.
6.7.
Naar voorlopig oordeel zijn de punten in de e-mail van 16 december 2024 niet als afspraken te kwalificeren. Zoals Jobdigger terecht stelt, staat bij twee van de vijf punten dat deze nog nader moeten worden uitgezocht. Dat ondanks deze opmerkingen in de e-mail sprake is van harde afspraken heeft IG niet (met andere stukken) aannemelijk gemaakt.
6.8.
De tweede opzegginsgrond van IG is dat dat Jobdigger te weinig provisie heeft afgedragen aan IG. Dit is echter voorshands niet aannemelijk. Omdat Insights 2.0 naar voorlopig oordeel geen product in de zin van de samenwerkingsovereenkomst is, hoeft Jobdigger hiervoor ook geen provisie aan IG af te dragen. Nu een groot deel van de klanten is overgezet naar Insights 2.0, is een logisch gevolg daarvan dat er minder omzet wordt gegenereerd met Insights 1.0. Daarnaast is er geen grond voor de vordering dat Jobdigger de activiteiten van Insights 2.0 moest staken, omdat er geen sprake is van een concurrerend product. Om die redenen is er dus geen sprake van een toerekenbare tekortkoming en heeft IG de overeenkomst op onjuiste gronden per 30 april 2025 beëindigd. Deze beëindiging sorteert dus geen effect, waardoor de einddatum van de overeenkomst 25 september 2025 is.
De vorderingen
6.9.
Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen als voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter die vordering ook zal toewijzen en van eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht.
6.10.
Het hiervoor overwogene betekent dat IG de aanboddata tot 25 september 2025 moet aanleveren door de API aan te bieden aan Jobdigger. Jobdigger heeft met producties 21 tot en met 23 aannemelijk gemaakt dat de API niet toegankelijk is voor haar. Jobdigger heeft dat zelf geconstateerd en klanten hebben gemeld dat zij een foutmelding krijgen als zij in Insights Plus data proberen op te vragen. De sommatie van Jobdigger aan IG van 8 mei 2025 heeft er niet toe geleid dat de API weer bereikbaar en toegankelijk is voor (klanten van) Jobdigger. Dit betekent dat vordering I. van Jobdigger wordt toegewezen, met dien verstande dat IG wordt veroordeeld de datavelden als bedoeld in productie 9 binnen 24 uur na betekening van dit vonnis bereikbaar te maken en bereikbaar te houden voor Jobdigger.
6.11.
Jobdigger vordert een omzet gerelateerde dwangsom van € 4.000,- per dag (de dagelijkse omzet x 3). IG betwist de hoogte van de dwangsom en stelt dat de gepretendeerde omzet niet in verhouding staat tot de wederzijdse afdrachten. De voorzieningenrechter acht een dwangsom van € 2.500,- per dag met een maximum van € 100.000,- een reële prikkel tot nakoming.
6.12.
De overige vorderingen van Jobdigger worden om de volgende redenen afgewezen.
6.13.
Vordering II. – de onverkorte nakoming van de overeenkomst tot en met 25 september 2025 – stelt Jobdigger naar eigen zeggen in om te voorkomen dat IG na het
heropenen van de API op andere wijzen nakoming van de overeenkomst frustreert. In de overgelegde stukken wordt alleen gesproken over de toegankelijkheid van de API. Jobdigger heeft niet gesteld wat precies haar vrees is en op welke wijze IG de nakoming van de overeenkomst, naast het niet toegankelijk maken van de API, kan frustreren. De nakomingsvordering is bovendien onbepaalbaar, omdat Jobdigger niet concretiseert wat IG dan precies moet doen. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
6.14.
Voor vordering III. – nakoming vanaf 25 september 2025 voor wat betreft alle afnemers van Jobdigger die alsdan voor producten gebruik maken van de aanboddata – beroept Jobdigger zich op de nawerkingsverplichtingen die volgen uit artikel 12.3 van de overeenkomst. Zij stelt dat, zelfs wanneer de API weer bereikbaar wordt, zij vreest dat IG de aanboddata na 25 september 2025 niet langer aanlevert. Volgens Jobdigger maakt IG sinds 25 september 2024 terugtrekkende bewegingen en hanteert zij in de uitgewisselde stukken en correspondentie, 25 september 2025 als einddatum. IG verweert zich door erop te wijzen dat Jobdigger niet aannemelijk heeft gemaakt dat, hoeveel, hoelang en welke klantverplichtingen van Jobdigger na 25 september 2025 nog doorlopen.
6.15.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Jobdigger haar belang bij deze vordering in het licht van het verweer van IG onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Jobdigger stelt zelf dat zij sinds februari 2025 het gros van haar klanten heeft overgezet naar Insights 2.0. Hoeveel klanten er nu nog over zijn, voor hoe lang de afspraken met deze afnemers na 25 september 2025 nog gelden en voor hoeveel klanten Jobdigger dus data van IG moet raadplegen, heeft Jobdigger niet gesteld, nog daargelaten de mogelijkheid dat klanten tussen nu en 25 september opzeggen. Het (financiële) belang bij deze vordering in algemene zin is daarom niet duidelijk. Gelet op het verweer van IG mocht van Jobdigger worden verwacht dat zij inzichtelijk maakte voor hoeveel klanten een voorziening moet worden getroffen en in hoeverre de overeenkomst dus nawerkt na de einddatum van 25 september 2025. Dat Jobdigger zich beroept op Excel-overzichten die zij heeft overgelegd, leidt niet tot een ander oordeel. Jobdigger heeft nagelaten die overzichten toe te lichten. Uit de overzichten kan niet (eenvoudig) worden afgeleid hoe het landschap er na 25 september 2025 uitziet. Dat het, zoals Jobdigger stelde ter zitting, aan IG genoegzaam bekend is om welke klanten het gaat, leidt evenmin tot een ander oordeel. Dat leidt namelijk, ook als IG die wetenschap heeft en bij toewijzing van de vordering, niet tot een glasheldere en bepaalbare veroordeling. Anders geformuleerd zou die voer voor een executiegeschil zijn, zeker gelet op de nevengevorderde dwangsom.
De proceskosten
6.16.
IG krijgt grotendeels ongelijk in conventie en wordt daarom in de proceskosten veroordeeld. De kosten van Jobdigger worden begroot op:
- kosten dagvaarding € 122,25
- griffierecht € 714,00
- salaris advocaat € 1.107,00
- nakosten €
278,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.221,25
6.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

7.De beoordeling in voorwaardelijke reconventie

7.1.
De voorwaarde van het instellen van de eis in reconventie is ingetreden, waardoor
de voorzieningenrechter toekomt aan de beoordeling van deze vorderingen.
7.2.
IG stelt dat als de nakomingsvorderingen van Jobdigger op enigerlei wijze worden toegewezen en IG data aan Jobdigger moet leveren, Insights 2.0 ook onder de overeenkomst valt, althans Jobdigger daarover provisie moet afdragen aan IG. Tevens moet Jobdigger dan een marktconforme prijs van € 35,- per call betalen. Volgens IG hebben partijen deze prijsafspraak al gemaakt en vloeit dit onder de gegeven omstandigheden voort uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
7.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat als de opzegging van IG effect had gesorteerd, de vorderingen slechts tot 30 april 2025 relevant waren. Nu in conventie reeds is overwogen dat voorshands aannemelijk is dat de overeenkomst niet is beëindigd per die datum, worden de vorderingen geacht te zijn ingesteld voor de periode tot 25 september 2025.
7.4.
De vorderingen in reconventie worden afgewezen op grond van het volgende.
7.5.
Zoals al in conventie is overwogen, heeft Jobdigger aannemelijk gemaakt dat Insights 2.0 geen gebruik maakt van gecombineerde vraag- en aanboddata en dat Insights 2.0 om die reden geen product in de zin van de overeenkomst is. Jobdigger hoeft dus geen provisie af te dragen aan IG, omdat zij geen aanboddata van IG gebruikt. Bovendien heeft de vordering een declaratoir karakter – IG wil namelijk in een veroordeling vastgelegd zien dat het product Insights 2.0 ook onder de samenwerkingsovereenkomst valt – en een dergelijke vordering is in kort geding niet toewijsbaar.
7.6.
Ten aanzien van het gevorderde gebod om € 35,- per call in rekening te brengen voor de data, overweegt de voorzieningenrechter dat partijen een dergelijke afspraak niet hebben gemaakt. In de overeenkomst hebben partijen afspraken gemaakt over vergoedingen over en weer en die zijn omzetgedreven. Dat partijen wellicht een keer hebben gesproken over een andere manier van in rekening brengen, betekent nog niet dat dit een geldende en afdwingbare afspraak is tussen partijen. De vordering wordt om die reden afgewezen.
7.7.
IG krijgt ook in reconventie ongelijk en wordt in de proceskosten veroordeeld. De kosten van Jobdigger worden begroot op € 553,50 aan salaris advocaat (factor 0,5 × tarief € 1.107,00).
7.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

8.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
8.1.
beveelt IG om vanaf 24 uur na betekening van dit vonnis en tot 25 september 2025, de API, de datavelden zoals bedoeld in productie 9 bij dagvaarding, bereikbaar te maken en bereikbaar te houden voor Jobdigger,
8.2.
veroordeelt IG om aan Jobdigger een dwangsom te betalen van € 2.500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 8.1 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,- is bereikt,
8.3.
veroordeelt IG in de proceskosten van € 2.221,25, te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe; als het vonnis wordt betekend, moet IG € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
8.4.
veroordeelt IG in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
8.5.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
8.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
8.7.
wijst de vorderingen af,
8.8.
veroordeelt IG in de proceskosten van € 553,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
8.9.
veroordeelt IG in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
8.10.
verklaart dit vonnis in reconventie voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2025.3608/2009