ECLI:NL:RBROT:2025:837

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
10-122608-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een revolver met bijbehorende munitie en vrijspraak van het voorhanden hebben van een pistool met bijbehorende munitie

Op 10 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een revolver met bijbehorende munitie en een pistool met bijbehorende munitie. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van deze vuurwapens in de periode van 1 januari 2022 tot en met 14 mei 2022 te Rotterdam. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat op 14 mei 2022 een revolver van het merk Smith & Wesson 357 Magnum en kogelpatronen van het kaliber .357 magnum in beslag waren genomen. De officier van justitie vorderde een veroordeling voor het voorhanden hebben van de revolver en vrijspraak voor het pistool van het merk Zoraki, omdat er onvoldoende bewijs was voor het pistool.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het voorhanden hebben van de revolver en de bijbehorende munitie. De bewezenverklaring was gebaseerd op de bevindingen van de politie en deskundigenrapportages, waaronder forensisch DNA-onderzoek. De rechtbank wees de verdediging van de verdachte af, die stelde dat het DNA op de revolver door secundaire overdracht op het wapen terecht zou kunnen zijn gekomen. De rechtbank legde een taakstraf op van honderdvijftig uur, te vervangen door vijfenzeventig dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. De rechtbank oordeelde dat het voorhanden hebben van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengt en dat illegaal wapenbezit bestreden moet worden.

Daarnaast werden de in beslag genomen vuurwapens en munitie onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit van deze wapens in strijd met de wet was. De rechtbank benadrukte de noodzaak om het stijgend aantal slachtoffers van vuurwapengeweld in de samenleving aan te pakken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

Rechtbank ROTTERDAM
Meervoudige kamer strafzaken
Parketnummer: 10-122608-22
Datum zitting en uitspraak: 10 januari 2025

[verdachte] ,

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994, feitelijk verblijvende op het adres: [adres 1] .
Advocaat van de verdachte: K.C. van de Wijngaart
Officier van justitie: W.B.J. ten Have

Tenlastelegging

De verdachte wordt door de officier van justitie beschuldigd van het voorhanden hebben van een revolver met munitie en een pistool met munitie. De volledige beschuldiging houdt in dat de verdachte:
op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 14 mei 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, (een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten (een) vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, te weten
  • een revolver van het merk/type Smith & Wesson 357 Magnum, kaliber .357 mm, en/of
  • een pistool van het merk/type Zoraki 906, kaliber 7.65mm, en/of
  • daarbij voor dat/die wapen(s) geschikte munitie,
voorhanden heeft gehad.

Bewijs

Vordering officier van justitie
De officier van justitie vindt dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte een revolver van het merk Smith & Wesson, met de daarbij behorende munitie, voorhanden heeft gehad. Voor het pistool en de daarbij behorende munitie vordert hij vrijspraak.
Oordeel rechtbank
Bewezenverklaring
Bewezen is dat de verdachte:
op 14 mei 2022 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, te weten een revolver van het merk/type Smith & Wesson 357 Magnum, kaliber .357 mm en daarbij voor dat wapen geschikte munitie, voorhanden heeft gehad.
Bewijsmotivering en bewijsmiddelen
De bewezenverklaring is gebaseerd op de hieronder opgenomen inhoud van de bewijsmiddelen [1] en de onderstaande aanvullende bewijsmotivering.
1.
Bevindingenvan de politie [2]
Op 14 mei 2022 werd aan [adres 2] een revolver ( [nummer] ) en kogelpatronen van het kaliber .357 magnum ( [SIN-nummer 1] ) in beslag genomen (spooridentificatienummer).
2.
Bevindingen van de politie [3]
Vuurwapen (Revolver)
Smith & Wesson 357 Magnum
[SIN-nummer 1]
Kaliber .357 magnum
Het voorwerp is een revolver geschikt om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige
ontploffing of een andere scheikundige reactie. Deze revolver is een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
Munitie (kogelpatronen)
Smith & Wesson .357 Magnum
[nummer]
Kaliber .357 magnum
Het betreft kogelpatronen van het kaliber .357 magnum. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de WWM. Deze munitie is geschikt om te worden afgevuurd met het voornoemde vuurwapen Revolver Smith & Wesson .357 Magnum.
3.
Verhoor van [naam] [4]
[verdachte] en ik maakten tot 14 mei 2022 gebruik van de woning aan [adres 2] en van het postvak van die woning. Wij hadden de sleutel daarvan.
4.
Bevindingen van de politie [5]
Vuurwapen (revolver)
Smith & Wesson
[SIN-nummer 1]
Ik heb de binnenzijde van de loop bemonsterd op humane biologische sporen. Ik heb de sporen veiliggesteld, gewaarmerkt met [SIN-nummer 2] (binnenzijde loop), verpakt en verzegeld.
5.
Deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek [6]
SIN Beschrijving
[SIN-nummer 2] Bemonstering binnenzijde loop
Het onderzoeksmateriaal is onderworpen aan DNA-onderzoek.

Bemonstering Mogelijke donor van celmateriaal

[SIN-nummer 2] Onbekende man A.
6.
Deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek [7]
Sin Persoon Geboren op
[SIN-nummer 3] Verdachte [verdachte] [geboortedatum] 1984
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] komt overeen met het eerder gerapporteerde DNA-profiel van onbekende man A [SIN-nummer 2] .
Aanvullende bewijsmotivering
De blote stelling van de verdediging dat het op de revolver aangetroffen DNA ook door secundaire overdracht op het wapen terecht zou kunnen zijn gekomen, wordt gepasseerd. Dat daarvan sprake zou kunnen zijn, volgt niet uit het dossier en ook de overige bewijsmiddelen wijzen in de richting van de verdachte.
Partiële vrijspraak
Het aan de verdachte ten laste gelegde voorhanden hebben van het pistool van het merk Zoraki, met de daarbij behorende munitie, kan niet wettig en overtuigend worden bewezen. Omdat zowel de verdediging als de officier van justitie vrijspraak van dit deel van het ten laste gelegde hebben betoogd, wordt deze partiële vrijspraak verder niet besproken.

Verboden gedraging en de strafbaarheid

Kwalificatie
Het bewezen feit levert het volgende strafbare feit op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III

en

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid feit en verdachte
Het feit en de verdachte zijn strafbaar.

Straf

Eis officier van justitie
De officier van justitie vindt dat aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden moet worden opgelegd.
Oordeel rechtbank
Ernst en gevolgen van het feit
De verdachte heeft een vuurwapen met daarbij behorende munitie voorhanden gehad. Het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Illegaal wapenbezit dient, gelet op de uitwerking bij (dreigend) gebruik daarvan, dan ook te worden bestreden. Het stijgend aantal slachtoffers van vuurwapengeweld in de samenleving onderstreept de noodzaak hiervan.
Persoonlijke omstandigheden
Uit het strafblad van 10 december 2024 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor eens strafbaar feit. De verdachte heeft inmiddels een vaste verblijfplaats in Nederland en - zo verklaarde hij op de zitting - een werkvergunning.
Passende straf
Gelet op de omstandigheid dat het bewezen verklaarde feit dateert van mei 2022 en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zal aan de verdachte, anders dan door de officier van justitie geëist, geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd. In plaats daarvan wordt aan de verdachte een taakstraf opgelegd in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. Deze voorwaardelijke gevangenisstraf dient ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw stafbare feiten te plegen.
Aan de verdachte zal een taakstraf van honderdvijftig uur, te vervangen door vijfenzeventig dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden worden opgelegd.

Beslag

Eis officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen onder 1 tot en met 4 genoemde wapens aan het verkeer onttrokken moeten worden.
Oordeel rechtbank
De op de lijst van in beslag genomen voorwerpen onder 1 tot en met 4 genoemde vuurwapens en munitie zullen worden onttrokken aan het verkeer.
De revolver van het merk Smith & Wesson en de daarbij behorende munitie
Het ongecontroleerde bezit van de revolver van het merk Smith & Wesson en de daarbij behorende 30 stuks munitie (volgnummers 1 en 2 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen) is in strijd met de wet. Het bewezen feit is met betrekking tot deze voorwerpen begaan.
Het pistool van het merk Zoraki en de daarbij behorende 5 stuks munitie
Het ongecontroleerde bezit van het pistool van het merk Zoraki en de daarbij behorende
5 stuks munitie (volgnummers 3 en 4 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen) is in strijd met de wet. Met betrekking tot het pistool is door enig persoon een strafbaar feit begaan door het wapen voorhanden te hebben.

Wettelijke voorschriften

De oplegging van deze straf is gebaseerd op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Beslissingen in het kort

De rechtbank:
Bewezenverklaring
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
Strafbaarheid en kwalificatie
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
Straffen
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaren;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
75 (vijfenzeventig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart
onttrokken aan het verkeer:
  • de revolver van het merk Smith & Wesson en de daarbij behorende 30 stuks munitie;
  • het pistool van het merk Zoraki en de daarbij behorende 5 stuks munitie.

Samenstelling rechtbank en ondertekening

Dit vonnis is gewezen door J.H. Janssen, voorzitter, en E.M. Rocha en
J.C. de Vries, rechters, in tegenwoordigheid van R. Meulendijk, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 10 januari 2025.

Voetnoten

1.De hieronder weergegeven bewijsmiddelen zijn steeds kort weergegeven. De exacte vindplaatsen zijn genoemd in de bijbehorende voetnoot. Wanneer deze bewijsmiddelen afkomstig zijn uit hetzelfde zaaksdossier/proces-verbaal, zal dit zaaksdossier/proces-verbaal in de volgende voetnoten nog slechts verkort worden aangeduid.
2.Pagina 38 en 39 (proces-verbaal [proces-verbaalnummer 1] ) van het eindproces-verbaal [proces-verbaalnummer 2] .
3.Pagina’s 48 tot en met 50 (proces-verbaal [proces-verbaalnummer 3] ) van het eindproces-verbaal [proces-verbaalnummer 2] .
4.Pagina’s 63 tot en met 72 (proces-verbaal [proces-verbaalnummer 4] ) van het eindproces-verbaal [proces-verbaalnummer 2] .
5.Pagina’s 56 tot en met 60 (proces-verbaal [proces-verbaalnummer 5] ) van het eindproces-verbaal [proces-verbaalnummer 2] .
6.Pagina’s 91 tot en met 93 (deskundigenverslag van The Maastricht Forensic Institute) van het eindproces-verbaal [proces-verbaalnummer 2] .
7.Pagina’s 126 tot en met 129 (deskundigenverslag van The Maastricht Forensic Institute, inclusief bijlage) van het eindproces-verbaal [proces-verbaalnummer 2] .