Op 10 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een revolver met bijbehorende munitie en een pistool met bijbehorende munitie. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van deze vuurwapens in de periode van 1 januari 2022 tot en met 14 mei 2022 te Rotterdam. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat op 14 mei 2022 een revolver van het merk Smith & Wesson 357 Magnum en kogelpatronen van het kaliber .357 magnum in beslag waren genomen. De officier van justitie vorderde een veroordeling voor het voorhanden hebben van de revolver en vrijspraak voor het pistool van het merk Zoraki, omdat er onvoldoende bewijs was voor het pistool.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het voorhanden hebben van de revolver en de bijbehorende munitie. De bewezenverklaring was gebaseerd op de bevindingen van de politie en deskundigenrapportages, waaronder forensisch DNA-onderzoek. De rechtbank wees de verdediging van de verdachte af, die stelde dat het DNA op de revolver door secundaire overdracht op het wapen terecht zou kunnen zijn gekomen. De rechtbank legde een taakstraf op van honderdvijftig uur, te vervangen door vijfenzeventig dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. De rechtbank oordeelde dat het voorhanden hebben van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengt en dat illegaal wapenbezit bestreden moet worden.
Daarnaast werden de in beslag genomen vuurwapens en munitie onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit van deze wapens in strijd met de wet was. De rechtbank benadrukte de noodzaak om het stijgend aantal slachtoffers van vuurwapengeweld in de samenleving aan te pakken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.