11.Beslissing
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten van parketnummer 10/393256-24 en het ten laste gelegde feit van parketnummer 10/319151-24, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde:
1. de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
2. de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht, wat onder andere inhoudt dat hij zich meldt op afspraken, zo vaak als de reclassering dit nodig acht, en zich houdt aan aanwijzingen van de reclassering in het kader van het toezicht. De ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken en vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
3. de ter beschikking gestelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken en helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
4. de ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners. Hij werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact met hem hebben, als dat van belang is voor het toezicht;
5. als de reclassering dat nodig vindt en de ter beschikking gestelde daarmee instemt, kan de ter beschikking gestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de ter beschikking gestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
6. de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
7. de ter beschikking gestelde laat zich opnemen in een forensische zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zodra er een opnameplaats beschikbaar is en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de ter beschikking gestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
8. de ter beschikking gestelde laat zich behandelen door een forensische zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend op de opname in een zorginstelling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
9. de ter beschikking gestelde verblijft in een forensische instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Het verblijf start aansluitend op de opname in een zorginstelling. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
10. de ter beschikking gestelde gebruikt gedurende de tbs-maatregel geen verdovende middelen genoemd in lijst II van de Opiumwet (softdrugs), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik. De ter beschikking gestelde moet gedurende de proeftijd meewerken aan controles. Dit kunnen zijn: urineonderzoek en speekseltests. De reclassering bepaalt hoe vaak en met welk controlemiddel wordt gecontroleerd;
11. de ter beschikking gestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1967), gedurende de proeftijd of zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt; hierbij geldt een uitzondering voor contact met toestemming en onder begeleiding van Pameijer;
12. de ter beschikking gestelde bevindt zich gedurende de proeftijd niet in stadsdeel Hoogvliet van de gemeente Rotterdam, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
13. de ter beschikking gestelde spant zich in voor het vinden en behouden van een door de reclassering goedgekeurde vorm van dagbesteding, met een vaste structuur;
14. de ter beschikking gestelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De ter beschikking gestelde geeft de reclassering en betrokken hulpverleners inzicht in zijn financiën en schulden.
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt
de dadelijke uitvoerbaarheidvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
wijzigt de aan het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis verbonden voorwaarden, met dien verstande dat deze worden geformuleerd
conformde voorwaarden die hiervoor zijn verbonden aan de
opgelegde maatregel tot terbeschikkingstelling;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de [benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van
€ 46,56 (zegge: zesenveertig euro en zesenvijftig eurocent), zijnde materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 december 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij 1]te betalen
€ 46,56 (zegge: zesenveertig euro en zesenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening.
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
NS Groep NV, te betalen een bedrag van
€ 725,04 (zegge: zevenhonderdvijfentwintig euro en vier eurocent), zijnde materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
NS Groep NVte betalen
€ 725,04 (zegge: zevenhonderdvijfentwintig euro en vier eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 725,04 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
veertien dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en L.W.M. Hendriks, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.G. Kuijs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
(parketnummer: 10/393256-24)
1
hij
op of omstreeks 10 december 2024 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam
zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, te weten [slachtoffer]
,
heeft mishandeld door (met kracht)
- een lade op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] te gooien en/of
- op/tegen het hoofd/gezicht van die [slachtoffer] te stompen en/of
- zijn vingers in de neus van die [slachtoffer] te steken en/of
(daarbij) met kracht zijn vingers omhoog te duwen/trekken en/of
- meermalen, althans eenmaal in een arm en/of vinger van die [slachtoffer]
2
hij
op of omstreeks 10 december 2024 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam
opzettelijk en wederrechtelijk een tafel en/of wandkast en/of bril en/of horloge
en/of bank en/of één of meer vazen, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/ die geheel
of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt;
(parketnummer: 10/319151-24)
hij in of omstreeks een periode van 2 oktober 2024 tot en met 7 oktober 2024 te
Schiedam,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere pila(a)r(en), in elk geval enig goed,
dat/ die geheel of ten dele aan de Nederlandse Spoorwegen (gelegen aan de
Stationsplein), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/ of weggemaakt;
v