Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 34 maanden.
4.Waardering van het bewijs
primairen 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
primair
deop die kruising
5.Strafbaarheid feiten
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze wet;
2.overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd
van 24 (vierentwintig) maanden;
taakstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
40 (veertig) dagen.