ECLI:NL:RBROT:2025:8257

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
10/040017-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zedenzaken wegens onvoldoende bewijs van seksuele handelingen met een licht verstandelijk beperkte vrouw

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 juli 2025 uitspraak gedaan in een zedenzaken waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde verkrachting van een licht verstandelijk beperkte vrouw. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de veronderstelde seksuele handelingen. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit en een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verklaringen van de verdachte en het vermeende slachtoffer tegenover elkaar stonden en dat er onvoldoende steun in het dossier was voor de verklaring van het slachtoffer. De verdachte had consistent ontkend seksuele handelingen te hebben verricht en de rechtbank vond zijn verklaring niet onaannemelijk. De rechtbank concludeerde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/040017-24
Datum uitspraak: 7 juli 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. L. Moerdijk, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 23 juni 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. Blanken heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door Reclassering Nederland (hierna: de reclassering), waaronder een contactverbod met het slachtoffer (hierna: [voornaam slachtoffer] ).

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Het primair ten laste gelegde feit kan wettig en overtuigend worden bewezen. [voornaam slachtoffer] heeft aan meerdere personen verteld dat zij tegen betaling seks heeft gehad met de verdachte en ook bij het studioverhoor door de politie is zij bij die verklaring gebleven. Deze verklaring is consistent en gedetailleerd. [voornaam slachtoffer] heeft verklaard dat zij in ruil voor de seks geld kreeg, wat wordt onderbouwd door bankafschriften van [voornaam slachtoffer] waarop te zien is dat de verdachte minimaal drie keer geld heeft overgemaakt. De verklaring van de moeder van [voornaam slachtoffer] ondersteunt de verklaring van [voornaam slachtoffer] ook. De moeder heeft verklaard dat zij de afspraken tussen [voornaam slachtoffer] en de verdachte maakte en dat zij tijdens die afspraken wegging uit haar woning, zodat [voornaam slachtoffer] en de verdachte daar seks konden hebben. De verklaring van de verdachte dat hij geen seksuele handelingen met [voornaam slachtoffer] heeft verricht en enkel bij de moeder van [voornaam slachtoffer] thuis kwam en geld betaalde om de relatie met de moeder te behouden, acht de officier van justitie ongeloofwaardig. Bovendien wist de verdachte, gelet op zijn eigen verklaring, dat [voornaam slachtoffer] verstandelijk beperkt is en was geen sprake van een gelijkwaardige situatie tussen de verdachte en [voornaam slachtoffer] .
4.1.2.
Beoordeling
Zedenzaken kenmerken zich doorgaans door de aanwezigheid van slechts twee personen bij de veronderstelde handelingen: de vermeende dader en het vermeende slachtoffer.
In het geval de verklaringen van deze personen tegenover elkaar staan, dient de rechtbank te beoordelen of het dossier één van beide lezingen in doorslaggevende mate ondersteunt.
Niet staat ter discussie dat de verdachte en [voornaam slachtoffer] elkaar in de ten laste gelegde periode enkele keren bij de moeder van [voornaam slachtoffer] thuis hebben ontmoet. Tegenover de verklaring van [voornaam slachtoffer] dat tijdens die ontmoetingen tussen hen seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, staat de andersluidende verklaring van de verdachte. De verdachte heeft vanaf het eerste verhoor duidelijk en consistent verklaard dat en waarom bij die gelegenheden geen seksuele handelingen tussen hem en [voornaam slachtoffer] hebben plaatsgevonden. Deze andere lezing van de gebeurtenissen die de verdachte heeft gegeven, is niet onaannemelijk en niet onverenigbaar met de feiten uit het dossier. In het licht van die ontkenning en de indruk die de rechtbank van de verdachte ter zitting heeft gekregen, ziet de rechtbank onvoldoende steun in het dossier aanwezig voor de verklaring van [voornaam slachtoffer] op concrete en wezenlijke punten. De overige getuigen hebben ten aanzien van de seksuele handelingen alleen kunnen verklaren over wat [voornaam slachtoffer] hen daarover verteld heeft.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. de Veld, voorzitter,
en mrs. M.J.C. Spoormaker en P. Uijtdewillegen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. van Beek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 23 maart 2023 te
Rotterdam (meermalen),
met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid,
verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening
en/of verstandelijke handicap leed dat deze niet of onvolkomen in staat was
zijn/haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand
te bieden,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten het
- brengen/duwen/bewegen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- likken/zuigen aan de vagina en/of anus/billen van die [slachtoffer] en/of
- brengen/duwen/bewegen en/of houden van zijn, verdachtes, vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- zich laten pijpen door die [slachtoffer] en/of
- zijn, verdachtes, anus laten likken door die [slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 23 maart 2023 te
Rotterdam,
een ander, te weten [slachtoffer] ,
door enige andere feitelijkheid
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten
het
- brengen/duwen/bewegen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- likken/zuigen aan de vagina en/of anus/billen van die [slachtoffer] en/of
- brengen/duwen/bewegen en/of houden van zijn, verdachtes, vingers in de vagina
van die [slachtoffer] en/of
- betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- zich laten pijpen door die [slachtoffer] en/of
- zijn, verdachtes, anus laten likken door die [slachtoffer] ;