Op 20 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die het verzoek heeft ingediend om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van de minderjarige, die belast is met het ouderlijk gezag, niet is verschenen op de zitting, maar wel correct is opgeroepen. Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord en heeft zij haar mening kunnen geven. De kinderrechter heeft geconstateerd dat de minderjarige nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd, gezien haar belast verleden en de zorgen over haar hechtingsrelatie en persoonlijkheidsontwikkeling. De kinderrechter heeft besloten dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 1 juli 2025.