ECLI:NL:RBROT:2025:825

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
10-661279-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in verband met psychische stoornissen en recidiverisico

Op 7 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1987. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk gelast op 8 februari 2018 vanwege bedreiging met zware mishandeling en mishandeling. De rechtbank heeft op 6 september 2018 de verpleging van overheidswege gelast en de terbeschikkingstelling is sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging vond plaats op 11 april 2023 voor een jaar. Op 12 februari 2024 heeft het openbaar ministerie een vordering tot verlenging ingediend, die op 7 januari 2025 inhoudelijk is behandeld. De ter beschikking gestelde heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis, PTSS en middelenstoornissen. De instelling adviseert om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien het hoge risico op gewelddadig gedrag bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank oordeelt dat de ter beschikking gestelde nog steeds een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens vertoont en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank verzoekt om een zorgconferentie te organiseren om de verdere behandelmogelijkheden te bespreken. De beslissing om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-661279-16
Datum uitspraak: 7 januari 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde](hierna ook: de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
verblijvende in [naam instelling] (de instelling),
raadsvrouw mr. L. Schouten, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 8 februari 2018 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast; daarbij zijn voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van bedreiging met zware mishandeling; de ter beschikking gestelde werd tevens veroordeeld ter zake van mishandeling, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 2 april 2018.
Bij beslissing van 6 september 2018 heeft de rechtbank alsnog de verpleging van overheidswege gelast.
Bij beslissing van deze rechtbank van 11 april 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 12 februari 2024 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is, nadat het onderzoek door de rechtbank op 6 maart 2024, 10 juli 2024 en 9 oktober 2024 werd aangehouden, inhoudelijk behandeld op de openbare terechtzitting van 7 januari 2025. De officier van justitie mr. S. Bosmans, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de deskundige [naam], werkzaam als hoofd behandeling bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 30 januari 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis, een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en stoornissen in het gebruik van verschillende middelen (waarvan sommige in remissie). In geval van beëindiging van de tbs-maatregel wordt het risico op gewelddadig gedrag als hoog ingeschat. Sinds 26 juni 2023 verblijft de ter beschikking gestelde in het kader van zijn vierde behandelpoging binnen de huidige tbs-maatregel in [naam instelling], eerst op een ICU-afdeling en inmiddels op een reguliere afdeling. Genoemde stoornissen zijn, ondanks eerdere behandelpogingen, nog immer aanwezig en binnen de verschillende instellingen was meermalen sprake van vijandig en verbaal agressief gedrag. De komende periode wordt ingezet op het vormgeven en behouden van de samenwerking met de ter beschikking gestelde. Er is gestart met antipsychotica om het vijandige gedrag te verminderen. De komende periode wordt verder gezocht naar een passende dosering en samenstelling van de medicatie. Het effect van de tbs-behandeling is vooralsnog beperkt. Er ontstaat een gelijksoortig patroon als in de vorige klinieken, waarbij de ter beschikking gestelde door zijn psychische problematiek een situatie van afwijzing in de hand werkt. Om dit patroon te doorbreken, is voldoende tijd nodig om op een rustige manier de samenwerking met de ter beschikking gestelde aan te gaan en te kunnen toewerken naar een meer stabiele situatie die enigszins bestendig is.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige heeft zijn advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Daarbij heeft hij ook een toelichting gegeven op het door hem gelezen conceptrapport van het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). Dit rapport kon nog niet in definitieve vorm aan de rechtbank worden verstrekt. De deskundige heeft – zakelijk weergegeven – onder meer verklaard dat de ter beschikking gestelde een chronisch gevoel van tekortkoming ervaart. Er is sprake van verbale agressie en van groepsontwrichtend gedrag op de afdeling. Ondanks dat er hierdoor ontregelingen en beperkingen zijn, wordt geprobeerd om therapieën in te zetten. Uit het verrichte psychologisch onderzoek komt naar voren dat de ter beschikking gestelde beschikt over een hoge verbale intelligentie, minder goed functioneert qua emotieregulatie en het herkennen van emoties bij anderen. Zijn reflectief vermogen is zeer beperkt. Er wordt geprobeerd om dit diagnostisch beter in beeld te krijgen. Het CCE-rapport komt tot overeenkomstige conclusies. Er lopen meerdere therapieën om stappen te zetten en perspectief te blijven bieden, maar deze kunnen geen doorgang vinden wanneer sprake is van verbale agressie. Verder dient er overeenstemming bereikt te worden over de behandeling. Recent is gestart met de toediening van lithium, wat aanvankelijk een positief effecten leek te hebben op het toestandsbeeld. Eind december 2024 was echter opnieuw sprake van een incident en moesten er stappen worden teruggedaan. Er is geprobeerd om de ter beschikking gestelde over te plaatsen naar de Van der Hoeven Kliniek, maar dat is niet gelukt omdat hij volgens deze instelling niet stabiel genoeg was om overgeplaatst te worden. Het is van belang dat het toestandsbeeld van de ter beschikking gestelde eerst voor een langere periode stabiel is, zodat vervolgens toegewerkt kan worden naar een verlofplan. Naar verwachting is dit niet binnen een jaar aan de orde.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Er is nog steeds een stoornis en er bestaat een recidiverisico indien de maatregel (voorwaardelijk) beëindigd wordt.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Wel verzoeken zij de rechtbank om in haar overweging op te nemen dat een zorgconferentie, gelet op de huidige situatie, noodzakelijk wordt geacht.

5.Beoordeling

Op grond van het advies van de deskundige en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De komende periode zal worden geprobeerd de ter beschikking gestelde psychisch verder te stabiliseren en moet overeenstemming worden gezocht over de verdere behandelkoers. De rechtbank acht wenselijk, gelet op de dreigende patstelling binnen de behandeling zoals ter zitting is besproken, dat binnen de huidige verlengingsperiode een zorgconferentie wordt georganiseerd om de verdere behandelmogelijkheden nader te bespreken. De officier van justitie wordt verzocht om het realiseren van een dergelijke conferentie te bevorderen en om het daartoe strekkend verzoek van de raadsvrouw bij het ministerie te ondersteunen. De bevindingen hierbij en het verdere behandelverloop zullen moeten uitwijzen welke vervolgstappen kunnen worden gezet en welke mate van begeleiding, controle en ondersteuning hierbij nodig zijn. De rechtbank verzoekt de officier van justitie om voor de volgende verlengingszitting ook het CCE-rapport in het dossier te voegen.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren;
Deze beslissing is genomen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mrs. W.M. Stolk en B. Vaz, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.C. van Beek, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.