ECLI:NL:RBROT:2025:822

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
ROT 24/7259
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht

Op 16 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam. Eiseres had beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 juli 2024. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. In deze zaak bedroeg het griffierecht € 51,-. De griffier had eiseres in een brief van 27 juli 2024 gewezen op de verplichting tot betaling en een termijn gesteld. Een tweede aangetekende brief van 24 augustus 2024 werd echter niet door eiseres afgehaald, omdat zij per 1 februari 2024 naar het Verenigd Koninkrijk was geëmigreerd en geen nieuw adres had doorgegeven aan de rechtbank. Hierdoor was eiseres verantwoordelijk voor het niet tijdig ontvangen van de post. De rechtbank concludeerde dat eiseres het griffierecht niet op tijd had betaald en geen verontschuldiging had gegeven voor dit verzuim. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet inhoudelijk kon worden beoordeeld en dat het bestreden besluit in stand bleef. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/7259

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 januari 2025 in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, verweerder

(gemachtigde: [naam]).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 juli 2024.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 51,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eiseres bij brief van 27 juli 2024 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 24 augustus 2024 eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief.
5. De aangetekende brief is door PostNL aan het Landelijk Dienstencentrum van de Rechtspraak (LDCR) geretourneerd met de mededeling dat deze niet is afgehaald. Blijkens de gegevens uit de basisregistratie persoonsgegevens is eiseres per
1 februari 2024 geëmigreerd naar het Verenigd Koninkrijk. Nu de brief is verzonden naar het postadres dat eiseres heeft opgegeven (het bij de rechtbank laatst bekende adres), en eiseres geen ander adres aan de rechtbank heeft doorgegeven waardoor (aangetekende) post eiseres niet tijdig bereikt komt voor rekening en risico van eiseres.
6. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
7. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van
L. van Zuijlekom, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 januari 2025.
De griffier is verhinderd dezeuitspraak mede te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.