ECLI:NL:RBROT:2025:810

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
11449963 VV 24-617
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schikking in kort geding huurrecht tussen Stichting Waterweg Wonen en gedaagde

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 23 januari 2025, hebben de partijen, Stichting Waterweg Wonen en de gedaagde, een schikking bereikt voorafgaand aan de zitting. De eiseres, Stichting Waterweg Wonen, vertegenwoordigd door mr. S.E. Roeters van Lennep, heeft verzocht om de schikking op te nemen in een vonnis dat voor executie vatbaar is. De kantonrechter heeft dit verzoek toegewezen.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de gedaagde, en indien nodig ook Waterweg Wonen, wordt veroordeeld tot nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de schikking, zoals neergelegd in de brief van mr. Roeters van Lennep van 20 januari 2025. Daarnaast is het vonnis verklaard uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk aan de verplichtingen moet voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin, die de zaak heeft behandeld. De uitspraak is een voorbeeld van hoe partijen in een huurrechtelijke geschil tot een oplossing kunnen komen zonder dat een langdurige rechtsgang noodzakelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11449963 VV 24-617
datum uitspraak: 23 januari 2025
in de zaak van
de stichting
Stichting Waterweg Wonen, vestigingsplaats Vlaardingen,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.E. Roeters van Lennep,
tegen
[gedaagde],
woonplaats [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.M. Berkhout.
De partijen worden hierna Waterweg Wonen en [gedaagde] genoemd.

1.Het geschil en de beoordeling

1.1.
Partijen hebben een schikking bereikt en verzocht die op te nemen in een voor executie vatbaar vonnis. De kantonrechter wijst dat verzoek toe.

2.De beslissing

De kantonrechter:
1. Veroordeelt [gedaagde] en, voor zover nodig, Waterweg Wonen, tot nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de aan dit vonnis gehechte, door partijen overeengekomen, schikking (neergelegd in de brief van mr. Roeters van Lennep van 20 januari 2025);
2. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3. Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken.
[20434/21916]