ECLI:NL:RBROT:2025:808

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
C/10/691462 / KG ZA 24-1222
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een schikking in kort geding afgewezen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben de eisers, Label Plus B.V. en [eiser 2], een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Swartberg Levensmiddelen Fabrieken B.V., met als doel de nakoming van een schikking te vorderen. De eisers stellen dat er een schikking is getroffen, terwijl de gedaagde dit ontkent. De eisers vorderen ook dat Swartberg meewerkt aan de doorhaling van alle tussen hen lopende procedures en dat alle gelegde beslagen worden opgeheven. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 januari 2025.

De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 23 januari 2025 geoordeeld dat de vorderingen van de eisers moeten worden afgewezen. De rechter heeft vastgesteld dat er geen geldige schikking tot stand is gekomen, omdat het aanbod van Swartberg om te schikken was verworpen voordat de eisers dit aanbod alsnog aanvaardden. Dit betekent dat het aanbod niet meer geldig was op het moment van aanvaarding door de eisers.

De rechter heeft ook overwogen dat er een spoedeisend belang is bij de vorderingen van de eisers, maar dat dit niet voldoende was om de vorderingen te honoreren. De eisers zijn in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde, die zijn begroot op € 1.999,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/691462 / KG ZA 24-1222
Vonnis in kort geding van 23 januari 2025
in de zaak van

1.LABEL PLUS B.V.,

gevestigd te Enschede,
2.
[eiser 2],
wonende te Vriezenveen,
eisers,
advocaat mr. F. Kolkman,
tegen
SWARTBERG LEVENSMIDDELEN FABRIEKEN B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaten mr. L.R. van Hee en mr. H.T. Flameling.
Partijen worden hierna Label Plus, [eiser 2] en Swartberg genoemd.

1.Waar gaat de zaak over?

Tussen partijen liepen en lopen diverse gerechtelijke procedures. Volgens Label Plus en [eiser 2] is inmiddels een schikking getroffen en ontkent Swartberg dat ten onrechte. Zij vorderen daarom veroordeling van Swartberg tot nakoming van de schikking, en, meer specifiek, medewerking te verlenen aan de doorhaling van alle tussen partijen lopende procedures en alle gelegde beslagen op te heffen.

2.De procedure

2.1.
Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding, met 8 producties,
  • de conclusie van antwoord, met 9 producties,
  • de pleitnota van Label Plus en [eiser 2] .
De mondelinge behandeling van de zaak was op 20 januari 2025.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
Label Plus en [eiser 2] vorderen, samengevat, veroordeling van Swartberg tot nakoming van de bereikte schikking, op verbeurte van een dwangsom en meer specifiek medewerking aan doorhaling van lopende procedures en opheffing van alle door haar gelegde beslagen.
3.2.
Hierna wordt het geschil tussen partijen worden uiteengezet. Daarna wordt uitgelegd waarom de vorderingen worden afgewezen,
3.3.
Label Plus is een drukkerij van etiketten voor levensmiddelen. [eiser 2] is haar bestuurder en (middellijk) enig aandeelhouder. Swartberg produceert levensmiddelen. Zij heeft een aantal jaren etiketten en labels besteld bij Label Plus.
3.4.
De voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel heeft Label Plus bij vonnis van 5 juli 2024 veroordeeld tot betaling van ruim € 438.000 aan Swartberg. Grondslag voor die veroordeling was, kort gezegd, dat Label Plus facturen had verzonden, en betalingen had ontvangen, waar geen leveringen aan Swartberg tegenover stonden. Swartberg heeft ter incassering van deze vordering executoriale beslagen ten laste van Label Plus doen leggen.
3.5.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 12 november 2024 het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd, de vordering van Swartberg afgewezen en Swartberg veroordeeld tot betaling aan Label Plus van het door haar geïncasseerde bedrag vermeerderd met rente en proceskosten.
3.6.
De advocaten van partijen hebben na 12 november 2024 telefonisch en per e-mail overlegd over (de mogelijkheden van) het treffen van een schikking. In eerste instantie, op 15 november 2024, heeft de advocaat van Label Plus de advocaat van Swartberg verzocht te bevorderen dat Swartberg uiterlijk 22 november 2024 € 51.435,22 betaalt en, per ommegaande, de executoriale beslagen opheft. De advocaat van Swartberg heeft op 20 november een schikkingsvoorstel gedaan (en op dezelfde dag verlof voor het leggen van conservatoir eigenbeslag en derdenbeslag verzocht, welk verlof is verleend). Het voorstel van Swartberg kwam neer op een regeling met gesloten beurzen, en voorts intrekking van alle procedures en opheffing van alle beslagen. Daarbij is aangegeven dat dit voorstel na 22 november 2024 zou komen te vervallen. De advocaat van Label Plus heeft:
1) eerst geantwoord bij e-mailbericht van 21 november 2024:

Uw voorstel besprak ik met cliente. Zoals ik u eerder al meedeelde wil cliënte eerst betaling van het bedrag van ruim E 51.000 zoals ik u eerder al schreef en de bevestiging aan Boermarke BV. te ontvangen. Daarna zal zij welwillend met uw cliënte in gesprek gaan over een mogelijke minnelijke regeling, die - afgezien van deze twee punten - in lijn ligt met het door u gedane voorstel.
Zolang dat niet geregeld is wordt de executie voortgezet.
2) vervolgens bij e-mailbericht van 22 november 2024 het volgende geschreven:

Bij deze bevestig ik u dat cliënten om hen moverende redenen onderstaand voorstel accepteren.
Uw cliënte is eiseres/appellante in de procedures en zal het initiatief moeten nemen tot doorhaling, waar dezerzijds direct aan meegewerkt zal worden. De bevestiging daarvan zie ik graag omgaande tegemoet evenals de bevestigingen dat de beslagen opgeheven zijn. Ik verzoek u dat ook omgaande rechtstreeks aan de betrokken derde partijen te berichten.
Tot slot zie ik graag omgaande uw bevestiging aan het openbaar ministerie tegemoet dat de strafrechtelijk aangifte wordt ingetrokken.
De advocaat van Swartberg heeft daarop geantwoord dat, door verwerping van het aanbod, het aanbod was vervallen (e-mailbericht van 22 november 2024).
spoedeisend belang?
3.7.
Voor zover opheffing wordt gevorderd van conservatoire beslagen is, gelet op artikel 705 Rv dat de voorzieningenrechter aanwijst als een van de rechters die een opheffingsvordering kan behandelen, een spoedeisend belang niet vereist. Voor de overige vorderingen is dat wel vereist. Het is aannemelijk dat Label Plus en [eiser 2] een spoedeisend belang hebben bij hun overige vorderingen, alleen al omdat er meerdere procedures tegen Swartberg lopen en daarmee hoge kosten zijn gemoeid waar zij van af willen.
schikking?3.8. Het is niet aannemelijk dat partijen een schikking hebben bereikt. Swartberg heeft een schikkingsvoorstel gedaan dat neerkomt op afdoening met gesloten beurzen. De (hiervoor geciteerde) reactie daarop van Label Plus en [eiser 2] op dat voorstel komt, kort gezegd, op het volgende neer: eerst die ruim € 51.000 (terug)betalen, daarna valt te praten over een eventuele schikking en zolang dat niet geregeld is, wordt de executie voortgezet.
Dat de reactie evident niet ziet op het voorstel van Swartberg, zoals Label Plus en Swartberg betogen, is niet aannemelijk. Op vragen van de voorzieningenrechter waaruit het evidente volgt en waar de zin “
Uw voorstel besprak ik met cliente”dan op slaat, hebben Label Plus en [eiser 2] geen antwoord gegeven. Het woord “
dat” in de zin “
Zolang dat niet geregeld is wordt de executie voortgezet” kan ook niet anders dan slaan op het vereiste van betaling van € 51.000, daar waar Swartberg nou juist niets wilde betalen. Alles wijst er dan ook op dat de e-mail wel een reactie is op het schikkingsvoorstel.
Die reactie van Label Plus en [eiser 2] kan redelijkerwijs niet anders worden begrepen dan als verwerping van het aanbod van Swartberg. Een aanbod vervalt doordat het wordt verworpen, welke verwerping ook, zoals hier, de vorm van het doen van een andersluidend (en nieuw) aanbod kan hebben. Dat geldt ook in een geval waarin het aanbod geldt gedurende een bepaalde periode (in dit geval tot 22 november 2024). Een dergelijk aanbod vervalt ook door verwerping in de hiervoor bedoelde zin. Toen Label Plus en [eiser 2] daarna alsnog kenbaar maakten het aanbod te aanvaarden kon dat niet meer, want toen was het al vervallen.
proceskosten
3.9.
Label Plus en [eiser 2] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Swartberg worden begroot op:
  • griffierecht € 714,00
  • salaris advocaat € 1.107,00 (tarief gemiddeld kort geding)
  • nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
  • Totaal € 1.999,00
De proceskostenveroordeling is, zoals verzocht, hoofdelijk, wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard en vermeerderd met de wettelijke rente, alles op na te melden wijze.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
veroordeelt Label Plus en [eiser 2] hoofdelijk in de proceskosten van € 1.999,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als zij niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, dan moeten zij € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
4.3.
veroordeelt Label Plus en [eiser 2] hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
4.4.
verklaart de beslissingen in 4.2 en 4.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2025.
[2517/2009]