ECLI:NL:RBROT:2025:806
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning door huurder na afloop huurovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de vennootschap Spring Properties C S.A.R.L., gevestigd in Luxemburg, en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Spring Properties, heeft de gedaagde aangesproken op de ontruiming van een woning die zij van hen huurde. De huurovereenkomst liep van 17 oktober 2022 tot en met 16 oktober 2024, en Spring Properties heeft de gedaagde op 5 augustus 2024 geïnformeerd dat de huurovereenkomst eindigde. De gedaagde heeft echter de woning niet verlaten, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.
Tijdens de zitting op 6 januari 2025 hebben de partijen afgesproken dat de gedaagde de woning binnen drie maanden zou ontruimen, met als uiterste datum 6 april 2025. De kantonrechter heeft de eis van Spring Properties grotendeels toegewezen, maar heeft niet opgenomen dat de ontruiming door een deurwaarder kan worden bewerkstelligd, aangezien dit al wettelijk is geregeld. De partijen zijn ook overeengekomen dat zij hun eigen proceskosten dragen, wat betekent dat er geen vergoeding voor de gemaakte kosten van de andere partij hoeft te worden betaald.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, zelfs als een van de partijen in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning leeg en in overeenstemming met de huurovereenkomst ter beschikking te stellen aan Spring Properties, inclusief alle sleutels.