ECLI:NL:RBROT:2025:805

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
11419996 VV EXPL 24-584
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning door huurder na afloop huurovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de vennootschap Spring Properties C S.A.R.L., gevestigd in Luxemburg, en een gedaagde huurder uit Rotterdam. De huurovereenkomst tussen Spring Properties en de gedaagde liep van 30 september 2022 tot en met 29 september 2024. Spring Properties heeft de gedaagde op 5 augustus 2024 geïnformeerd dat de huurovereenkomst eindigde en eist nu dat de gedaagde de woning ontruimt, omdat hij deze niet heeft verlaten. Tijdens de zitting op 6 januari 2025 hebben de partijen afgesproken dat de gedaagde de woning binnen drie maanden, dus uiterlijk op 6 april 2025, zal ontruimen. De kantonrechter heeft deze afspraak in de veroordeling opgenomen, maar heeft niet bepaald dat de ontruiming door een deurwaarder moet plaatsvinden, aangezien de wet dit al toestaat. De gedaagde had aanvankelijk een tegeneis ingediend, maar heeft deze tijdens de zitting ingetrokken. De partijen zijn overeengekomen dat zij hun eigen proceskosten dragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als een van de partijen in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11419996 VV EXPL 24-584
datum uitspraak: 20 januari 2025
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
de vennootschap naar Luxemburgs recht,
Spring Properties C S.A.R.L.,
vestigingsplaats: Luxemburg, Luxemburg,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.A. Visser,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A. Rhijnsburger.
De partijen worden hierna ‘Spring Properties’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 11 december 2024, met bijlagen;
  • de conclusie van eis in reconventie (tegeneis), met een bijlage;
  • de mail van de gemachtigde van [gedaagde] , met bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagde] .
1.2.
Op 6 januari 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren namens Spring Properties aanwezig: [persoon A] en [persoon B] (asset managers) en mr. H.J. Hagemans (namens de gemachtigde). [gedaagde] is zelf verschenen, met [persoon C] (werkzaam bij het wijkteam Nieuwe Westen, van gemeente Rotterdam) en zijn gemachtigde.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] heeft een woning gehuurd van Spring Properties. Zijn huurovereenkomst liep van 30 september 2022 tot en met 29 september 2024. Spring Properties wil de woning na die datum niet meer verhuren aan [gedaagde] . Zij stelt dat zij [gedaagde] daarom op 5 augustus 2024 heeft geïnformeerd dat de huurovereenkomst eindigt. [gedaagde] heeft tot nu toe de woning niet verlaten. Spring Properties eist daarom in deze procedure dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de woning te ontruimen.
De eis wordt grotendeels toegewezen
2.2.
Tijdens de zitting hebben [gedaagde] en Spring Properties afgesproken dat [gedaagde] de woning binnen drie maanden zal ontruimen. Deze drie maanden gingen in op de dag van de zitting. Dat betekent dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt om de woning uiterlijk 6 april 2025 te ontruimen.
2.3.
De kantonrechter neemt in de veroordeling niet op dat de ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd, zoals Spring Properties heeft geëist. In de wet staat namelijk al dat de deurwaarder dat mag (artikel 556 Rv). Daarbij kan de deurwaarder de hulp van politie en justitie inroepen (artikel 444 en 557 Rv).
De tegeneis is ingetrokken
2.4.
[gedaagde] heeft in eerste instantie een tegeneis ingediend. Die heeft hij tijdens de zitting ingetrokken. Daarom gaat de kantonrechter daar in dit vonnis niet op in.
De partijen dragen hun eigen proceskosten
2.5.
De kantonrechter bepaalt dat de partijen de eigen proceskosten dragen. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij heeft gemaakt. De reden daarvan is dat zij dit tijdens de zitting hebben afgesproken.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.6.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Spring Properties dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning op het adres [adres] in Rotterdam uiterlijk 6 april 2025 te ontruimen, met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde] bevinden, en de woning leeg en in overeenstemming met de huurovereenkomst met alle sleutels ter beschikking van Spring Properties te stellen;
3.2.
bepaalt dat de partijen de eigen proceskosten dragen;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
33394