Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 februari 2025, met producties 1 tot en met 10 en de aanvullende overgelegde producties 11 tot en met 28
- de conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 5 en de aanvullend overgelegde productie 6
2.De feiten
3.Het geschil in conventie en in reconventie
4.De beoordeling
in en aan unit 3, de bedrijfsruimte van Microdose. Voor zover dat betekent dat er werkzaamheden moeten worden verricht aan onderdelen van de unit die grenzen aan andere units, is het in beginsel aan [eiser] om zonodig toegang te verkrijgen tot de andere units om die werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Anders dan Microdose stelt, is er op dit moment evenwel geen grond om [eiser] te verplichten aanvullende (brandwerende) maatregelen te treffen
buiten unit 3. Op basis van dit vonnis hoeft [eiser] dus geen (destructief) onderzoek te laten verrichten in andere units dan unit 3 om te beoordelen of de brandveiligheid in die units afdoende is. Voor zover Microdose meent dat na uitvoering van de resterende werkzaamheden in en aan unit 3 nog reden is om aan te nemen dat [eiser] jegens haar nog aanvullende verplichtingen heeft, zullen deze in een eventuele bodemprocedure aan de orde moeten komen.