Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/079375-24 en onder parketnummer 10/301758-24 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van zes maanden met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
7 februari 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
- verboden wordt contact te leggen of te laten leggen met de slachtoffers;
- onderwijs volgt volgens rooster;
- verplicht wordt zich onder behandeling te stellen van Fivoor of een soortgelijke instelling;
- verplicht wordt zijn medewerking te verlenen aan begeleiding van een jongerencoach van E25 of een soortgelijke instelling;
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode en op door de gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden, zo frequent en zo lang die instelling dat gedurende de proeftijd noodzakelijk acht en zijn medewerking verleent aan de daaruit voortvloeiende afspraken.
- meewerken aan de begeleiding door de jeugdreclassering;
- meewerken aan behandeling vanuit de Waag of een soortgelijke instelling;
- meewerken aan de begeleiding door een jongerencoach, indien de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- het volgen van onderwijs volgens rooster;
- het hebben van een positieve vrijetijdsbesteding in de vorm van sport en/of een bijbaan;
- een contactverbod met het slachtoffer, zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 6 (zes) maanden;
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zich onder behandeling zal laten stellen van De Waag of een soortgelijke instelling, zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, en [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2009;
- onderwijs zal volgen volgens zijn rooster;
- zich zal inzetten voor het hebben en behouden van een positieve vrijetijdsbesteding in de vorm van sport en/of een bijbaan;
- zich zal laten begeleiden door een jongerencoach, indien en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen
€ 5.000,-(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
€ 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] te betalen
€ 750,-(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;